179. Wij zijn allen kinderen van Rousseau

Posted on 13 jan 2018 in Blog, Featured, Uncategorized

179. Wij zijn allen kinderen van Rousseau

In een eerder artikel heb ik betoogd dat het melodramatische perspectief in onze samenleving overheerst – dat het de fabrieksstand van onze maatschappij is. In het melodramatische schema heeft een verhaal een duidelijk einde en begin, draait de plot om een gevecht tussen twee partijen – protagonist tegen andere(n), wij tegen zij – en is aan het einde helder wie er gewonnen heeft.

De meest voorkomende vorm van melodrama is het melodrama van triomf, waarin wij delen in de vreugde van de overwinning. De held weet zijn tegenstanders op de knieën te krijgen en krijgt wat zijn hart begeert: de bruid, de baan, de schat, de status. Jubel alom.
Al deze prijzen vallen de protagonist ten deel omdat hij of zij de juiste keuzes heeft gemaakt, de juiste tactiek heeft gekozen, de correcte middelen heeft aangewend. In het melodrama is een overwinning het resultaat van een plan. En de beste spelers, de grootste winnaars, zijn de mensen met het beste plan – het meesterplan.

Melodramatische conflicten worden gewonnen door meesters. Deze meesters verwezenlijken hun triomf op de manier die ze vooraf in gedachten hadden.
Een belangrijke melodramatische vooronderstelling is daarom het idee van maakbaarheid. Winnen doe je omdat je de beste speler bent, niet omdat het toeval je gunstig gezind is.
Als een verhaal iemands succes koppelt aan diens tactiek, strategie of inzet, is er sprake van een melodrama. Een verhaal dat winst en verlies at random verdeelt, is een tragedie-komedie.

Sommige verhalen kunnen daarom tragisch lijken – bijvoorbeeld als de held zich opoffert voor een ander – maar toch ten diepste een melodrama zijn. Natuurlijk, dat de ijsberg de Titanic treft en er niet genoeg bootjes zijn voor alle passagiers: dat is pech. Maar dat Jack zich opoffert voor zijn geliefde Rose en daarbij het loodje legt: dat is zijn eigen omhelzing van het noodlot en daarom eerder melodramatisch dan tragisch.

Jack verliest tegen een overmacht – de Atlantische Oceaan – maar redt toch Rose. Dat is het soort einde dat onze maximale sympathie opwekt: de nobele verliezer.
Een nobele verliezer is, in weerwil van Aristoteles en de kritische traditie na hem, niet in essentie tragisch. In een echte tragedie of tragikomedie zijn er geen nobele helden die tragisch ten onder gaan, de ‘held’ van het verhaal is het toeval en de structuren die door de plot zichtbaar worden gemaakt. Tragikomedie toont het onvoorziene, niet-bedoelde, niet-gemaakte.

Per definitie is een held niet iemand die iets ‘overkomt’. Een held is geen speelbal van het lot, niet iemand die de dupe wordt van de omstandigheden.
Ja, er zijn helden die door het noodlot worden getroffen. Maar als de nadruk ligt op hun verzet (zoals bij Jack), dan zijn ze melodramatische helden – mensen die hun strijd beperken tot dat kleine stukje dat ze kunnen winnen.
In een echte tragikomedie draait het nooit om winst en verlies van de protagonisten, het gaat om het inzicht hoe de wereld in elkaar zit. De anagnorisis, in Aristoteles’ term. Een goede tragikomedie leert ons in de eerste plaats iets over de wereld, niet over het karakter van de hoofdpersoon. Dat karakter is alleen een puzzelstukje in het grotere geheel. De ‘mannelijke’ strijdbaarheid van Klytaemestra of de arrogantie van Agamemnon zijn belangrijke onderdelen van het eerste stuk van Aeschylos’ Oresteia, maar alleen omdat we zo het grotere geheel beter begrijpen.
Tragikomedie gaat altijd over het grotere geheel.

Rousseau
Wat zegt tragikomedie over dat grotere geheel?

Tragikomedie zegt: de wereld is ingewikkeld en onvoorspelbaar. We weten vaak niet waarom iets gebeurt, we hebben we ons lot niet in eigen hand en we kunnen een mislukking lang niet altijd voorkomen.
We hebben niet de zekerheid dat onze bemoeienissen uiteindelijk tot iets goeds leiden – er is een gerede kans dat ze averechts uitpakken.
En geluk kan niet het doel van het leven zijn, omdat we geen enkele aanwijzing hebben dat er een positieve historische ontwikkeling is, individueel of maatschappelijk, die in algehele verlossing eindigt.

Het melodramatische perspectief is het tegenovergestelde. Melodrama zegt:

– dat lijden begrijpelijk is (op een gegeven moment wordt duidelijk waarom iets is misgegaan)
– dat lijden vermijdbaar is (in die zin dat we het kunnen voorkomen als we tijdig een analyse maken)
– dat lijden – op de langere duur, in het grotere geheel – tot iets goeds voert
– dat op de langere termijn, in het grotere geheel, het leven tot geluk zal leiden.

Deze posities worden nu door de meerderheid van westerlingen gedeeld, maar dat is niet altijd zo geweest. Ik denk dat de balans pas tijdens de Verlichting, in de achttiende eeuw, van tragikomisch naar melodramatisch is omgeslagen.
De voornaamste pleitbezorger van het melodrama is, mijns inziens, Jean Jacques Rousseau geweest.

ROUSSEAU-quadro1

Rousseau heeft in zijn immens populaire en invloedrijke geschriften een paar kernideeën van het melodrama helpen verspreiden.
1. Het idee dat er zoiets is als een schone lei, zowel individueel (de pasgeboren baby) als sociaal (de natuurtoestand van de maatschappij).
2. Het idee dat individuele opvoeding of maatschappelijke hervorming in een ideale eindtoestand kunnen uitmonden, in de best mogelijke man/vrouw (bij Rousseau heel verschillende idealen) en de zelfvoorzienende stadstaat, verenigd door een algemene wil.
3. De relevante scheidslijn in een mensenleven of een staat is nooit intern, maar altijd tussen de authentieke persoon en de anderen, tussen de verenigde staat en de andere staten.

Met andere woorden: zowel de individuele levensloop als de maatschappelijke ontwikkeling hebben voor Rousseau een duidelijk begin en einde – en aan het einde heb je gewonnen of verloren.
Dat is wat ik met melodrama bedoel.

In een van de grote historische toevalligheden is Rousseau ook nog eens de schepper van het literaire genre melodrama, indirect dan. Het melodrama zoals wij dat kennen, als dramatische categorie, is in de 18 en 19e eeuw ontwikkeld uit een muzikaal oer-melodrama – en dat is uitgevonden door Rousseau!

In 1862 schreef Rousseau zijn toneelstuk Pygmalion, dat werd doorsneden met (deels door hemzelf gecomponeerde) muzikale tussenspelen – om de emotionele kracht van de tekst te onderstrepen. Als combinatie van melodie en drama noemde hij dit nieuwe genre melodrama.

Rousseau kreeg in Frankrijk geen navolgers, maar wel in Duitsland. Enkele decennia later beïnvloedde zijn werk zelfs Mozart en Beethoven!
In de loop van de 19e eeuw verloor het begrip ‘melodrama’ langzamerhand zijn muzikale connotatie en werd het een aanduiding van een emotionele, zelfs sentimentele vorm van toneel. Het melodrama van onschuldige maagden en besnorde schurken. En gaandeweg leerden verhalenvertellers dat ze het meest effectief (en populair!) waren als ze mikten op gedeelde vreugde, (zelf)medelijden en verontwaardiging – emoties die je opwekte door helden duidelijk te laten winnen of verliezen.

Unknown

Die verhaalvorm beheerst nu boeken, tv en films. En de maatschappij als geheel.

Modern melodrama
Wat zijn melodramatische fenomenen in onze moderne wereld? Ik noem een paar voorbeelden.

1. Diëten. Een dieet heeft een begin en een einde, is ‘ik tegen het voedsel’, wordt gewonnen of verloren.
2. SMART werken. Een project is afgebakend in tijd en ruimte; de spelers zijn vastgesteld en ook waar ze tegen strijden (andere medewerkers, afdelingen, bedrijven, een deadline…); aan het eind weet je of het doel gehaald is of niet.
3. In het verlengde van de twee bovenstaande: zelfhulpboeken. Begin nu met mijn vier-, zeven-, twaalf-stappen-plan en over x dagen ben je slank, rijk, verliefd, gelukkig…
4. Meritocratie. Succes is je eigen verdienste, bereikt door vanaf een bepaald moment de juiste keuzes te maken of in elk geval door hard te werken. Mensen die niet de juiste keuzes maken, zijn losers. Toeval is irrelevant, net als met welke voordelen je aan de wedstrijd bent begonnen.
5. Referenda. Complexe vragen (als de relatie van het Britse Koninkrijk met de Europese Unie) kunnen herleid worden tot ‘ja’ of ‘nee’ en beslist worden na een korte campagne met duidelijke winnaars en verliezers.
6. Beoordelingscyclus. Iemands werk kan het beste worden gemeten in een astronomische eenheid (de periode waarin de aarde om de zon draait), aan de hand van vooraf gestelde doelen dan al dan niet gehaald zijn. Soms wordt iemand ook nog vergeleken met collega’s, zodat het niet alleen een race tegen de klok wordt, maar ook tegen anderen.
7. Verkiezingen. Zelfevident. (Of lees dit.)
8. Populisme. Populisme is melodrama van protest, een speciale variant van ‘nederlaag-melodrama’, waarbij de boodschap luidt: deze nederlaag was onterecht – een gevolg van valsspelen, samenzweren, discriminatie. De elite onderdrukt ons, de main stream media zwijgen ons dood of geven de feiten niet weer. Dat populisme alleen gericht is op verontwaardiging, niet op winst, blijkt uit het gebrek aan concrete plannen, zelfs als er (per ongeluk) door populisten een keer gewonnen wordt: zie het totale gebrek aan voorbereiding bij Trump en de Brexiteers.
9. Fake news en spin. Nieuws is een strijd om zowel feiten als interpretatie geworden.
10. De dominantie van sport in onze maatschappij (‘Sportzomer’).

In het algemeen draait onze maatschappij nu om scoren, om winnen en verliezen. Het mooist wordt dit gesymboliseerd door de teloorgang van het Olympische motto dat vooral deelnemen telt, niet zozeer winnen.
Dat gelooft tegenwoordig niemand meer.

De comeback van de tragikomedie
En toch geloof ik dat de melodramatische default position van onze samenleving kan worden gewijzigd, door een hernieuwde kennismaking met de tragikomische blik.

Je zou een tragikomedie zo kunnen definiëren: een tragedie of komedie ontstaat daar, waar mensen menen in een melodramatische strijd gevangen te zitten, maar dit niet zo is.
En dat is: bijna in elk geval.

Ik geloof dat het mogelijk is onze melodramatische bril af te zetten en weer oog te hebben voor de tragikomische dimensie van de werkelijkheid.
Alleen dat tragikomische perspectief doet recht aan de complexiteit van onze wereld. Alleen dat tragikomische perspectief kan tot vrede leiden en tot verzoening.

Hierover volgende week meer!