Dezer dagen ligt het belangrijkste plein van Nijmegen, Plein 1944, open. De natuurstenen bestrating wordt vervangen door eentje met gebakken tegels. Vanaf de oplevering eind 2013 waren de oorspronkelijke stenen omstreden omdat ze erg hobbelig waren en een groot obstakel vormden voor gehandicapten, ouderen of ouders met kinderwagens.
Hoe het fiasco tot stand kon komen, is na al die jaren nog niet helemaal duidelijk. Vast staat dat in het gemeentelijke bestek niet helder was aangegeven hoe ongelijk de stenen mochten zijn en dat er daarom een verschil van interpretatie kon ontstaan tussen opdrachtgever (gemeente Nijmegen) en projectontwikkelaar (ING Real Estate). Onduidelijk is echter
– hoe de architect en projectontwikkelaar blind konden zijn voor de praktische gevolgen van de keuze voor deze stenen;
– hoe de gemeente akkoord kon gaan met de stenen toen ze in een proefopstelling waren gelegd;
– hoe de aannemer het leggen zo kon verprutsen dat er duidelijke verschillen ontstonden aan weerszijden van het plein;
– hoe de gemeente in januari 2014 kon zeggen dat alles aan de geldende normen voldeed, om een maand later te laten weten dat de toestand onacceptabel was;
– hoe de Werkgroep Integratie Gehandicapten de bestrating eind 2013 kon goedkeuren en begin 2014 kon afwijzen;
– hoe de vervanging van de stenen eerst op 420.000-630.000 kon worden begroot (afhankelijk van de steenkeuze) en nu 350.000 zou moeten kosten.
Hoe dan ook, binnenkort is er niks meer zichtbaar van de funeste bestrating – een tussenoplossing, waarbij alleen drie meter brede loopstroken zouden worden gecreëerd langs de winkels, is na studie afgewezen. Dus binnenkort ligt er een nieuw plein, zonder spoor van het ‘Belgisch gres’ dat zoveel commotie veroorzaakte. En dat is jammer. Niet vanwege de stenen. Begrijp me goed: hoewel ze er mooi uitzagen, waren ze een ramp om over te lopen en te rijden.
Wat ik echter zal missen, is de herinnering aan deze miskleun.
Leren van je fouten
Mensen weten dat ze geacht worden te zeggen dat fouten maken niet erg is – mits je er maar van leert. Maar in ons hart geloven we dat helemaal niet. We denken dat fouten laten zien hoe dom we zijn.
Dus schamen we ons voor onze fouten en trachten we ze weg werken – alsof ze er nooit geweest zijn. Dit wegwerken heeft echter een belangrijke consequentie: van weggewerkte, ‘verdrongen’ fouten leren we niks.
Hetzelfde dreigt te gebeuren met het fiasco van Plein 1944. Als de vermaledijde stenen eenmaal weg zijn, is het net of het hele foutenfestival nooit heeft plaatsgevonden. Terwijl er ook zoveel van geleerd zou kunnen worden!
Een korte inventarisatie toont dat het hobbelplein op een reeks van alomtegenwoordige vooroordelen, beperkingen en blinde vlekken terug te voeren valt.
Ik noem slechts de meest voor de hand liggende:
1. The gorilla in the room. Een selectieve aandacht voor de aesthetische kwaliteit van de bestrating maakte de beslissers blind voor de praktische nadelen. Zoals mensen blind zijn voor de gorilla in het basketbalfilmpje, wanneer hen gevraagd wordt zich op het aantal balcontacten te focussen:
2. Social proof. We hebben vaak een bepaalde mening, omdat andere mensen het ook vinden. Andere mensen vonden de stenen ook mooi, of vonden ze glad genoeg, of vonden dat begaanbaarheid niet belangrijk was, of dachten dat de stenen vanzelf gladder zouden worden – dus vind ik dat ook!
Dit is geen geval van sociale druk, waarbij een groep haar leden in het gareel dwingt, maar een normale neiging van individuen om zich bij anderen aan te sluiten en niet meer zelfstandig naar het voor of tegen van bepaalde beslissingen te kijken.
3. Group Think. Maar sociale druk was er waarschijnlijk ook. Binnen de gemeente, binnen ING Real Estate. Eind 2013 vormde de Nijmeegse Fractie een eenzame tegenstem in een koor van voorstanders. Zelfs de WIG vond het plein prima!
Misschien – waarschijnlijk zelfs – zijn er bij gemeente en projectontwikkelaar ook kritische stemmen geweest, maar die werden genegeerd of misschien actief monddood gemaakt. Want zo werken groepen.
4. Self-serving bias. Mooipraterij. De geschiedenis herschrijven zodat wij er zelf beter uit komen. Wie doet dit niet? Woordvoerders (spin doctors) zijn er meesters in. Zo kon ING Real Estate in het midden van alle heibel laten weten dat de kritiek op een ‘misverstand’ berustte: “We leggen eerst de natuurstenen, kijken dan hoe het eruitziet en halen dan de slechte delen weg en vervangen ze door betere stenen. Het herstelwerk is net begonnen.” Woordvoerder Arnout Brouwers had hier zelf niet in de gaten hoe absurd deze uitleg is.
5. Verlies-aversie. We hebben allemaal de neiging om vast te houden aan wat we hebben. Wat er al is, wordt door ons hoger gewaardeerd dan wat er (nog) niet is. Daarom houden we vast aan wat we hebben (The devil you know, de vogel in de hand) ook al is het alternatief beter. Toen de stenen er eenmaal lagen, was het heel moeilijk om dat terug te draaien, hoe slecht ze er ook bij lagen en hoeveel last ze ook veroorzaakten.
6. Sunk Cost Fallacy. We hebben allemaal de neiging om op een ingeslagen weg verder gaan. Ook als iets niet blijkt te werken. Waarom doen we dit? Omdat er al zoveel moeite, tijd en geld in zit. Door vol te houden, hopen we die investering ‘eruit te halen’ Maar helaas. De harde waarheid is dat het investeren van méér tijd, geld en moeite de reeds verspilde investering niet terugbrengt. Integendeel, het verlies wordt allen maar groter.
Hoe vervelend het ook voelt, je kunt soms beter je verlies nemen. Hier: toen bij de aanleg van de bestrating, die maanden duurde, al de eerste voltooide stroken onbegaanbaar bleken te zijn. Toen had de bestrating beter kunnen worden opgeschort en de eerste tientallen of honderden stenen verwijderd – in plaats van het plein te voltooien en na twee jaar in zijn geheel te vernieuwen.
Ik zou nog andere misvattingen kunnen noemen die bij het hobbelplein vertoond werden en ons tot lering kunnen strekken: een blindheid voor alternatieven; wensdenken; teveel vertrouwen in eigen oordeel en kunnen; het schoenmaker blijf bij je leest-syndroom. Maar mijn punt is genaakt, denk ik.
Hobbelplein 1944 biedt een staalkaart aan veel voorkomende menselijke fouten, collectief en individueel. Het zou daarom gekoesterd moeten worden als waarschuwing, voor onszelf en voor de organisaties waarin we werken. Niet in zijn geheel natuurlijk, dat zou zijn doel voorbijschieten, maar in de vorm van een smalle strook, of een kleine rechthoek. En het zou mooi zijn als daar dan een kleine plaquette bij zou worden geplaatst, met een korte opsomming van de geschiedenis van de bestrating, en een uitleg waarom we deze paar oude stenen hebben laten liggen. Dat doen we niet om schuldigen aan te wijzen of Nijmegen belachelijk te maken (hoewel het nooit kwaad kan om een beetje om onszelf te lachen). We doen het omdat we van onze fouten willen leren, en dat kan alleen als we ze niet vergeten.
Koester je fouten!