10. Gastblogger: Aristoteles over ‘Happy’ van Pharrell Williams

Posted on 19 jun 2014 in Blog, Featured, gastblog

10. Gastblogger: Aristoteles over ‘Happy’ van Pharrell Williams

Als iemand die zijn hele leven lang heeft gestudeerd op wat mensen gelukkig maakt, ben ik getroffen door het fenomenale succes van het lied “Happy” van Pharrell Williams. Ik hoor het de laatste maanden overal en tot mijn verbazing is het niet alleen populair onder jonge mensen, maar ook onder mensen in de bloei van hun leven.

Geluk is het thema van het lied en mensen hebben verklaard dat het nummer hen ‘gelukkig’ maakt. Dat wekt bij een filosoof natuurlijk de vraag op: wat bedoelen ze in dit geval met ‘gelukkig’?

Laten we eerst eens luisteren:

In mijn Ethica heb ik zelf een omschrijving van geluk gegeven, dus de eerste vragen die in mij opkomen zijn:

1. Wat bedoelt Pharrell Williams met ‘happy’?
2. Wat bedoelen luisteraars als ze zeggen dat dit liedje hen ‘gelukkig’ maakt?
3. Hoe vergelijken de antwoorden op bovenstaande vragen zich met mijn eigen omschrijving van ‘geluk’?

Om te kunnen zeggen wat Williams met geluk bedoelt, moeten we kijken wat er gebeurt in de drie elementen van muziek: de woorden, de melodie en het ritme.
We zijn gauw klaar met de laatste twee: de melodie die gebruikt wordt is van het enthousiasmerende soort, dat muzikanten ook wel ‘Frygisch’ noemen, en het ritme is snel, maar niet te snel – in elk geval lijkt het bedoeld om op te dansen. Beide elementen mogen als ‘vulgair’ worden gekenschetst, meer geschikt voor het lagere deel van de bevolking. Ook het handgeklap en de soms vrouwelijk klinkende zang zijn perverse onderdelen die eerder in de smaak zullen vallen bij arbeiders dan bij magistraten.

Komen we bij de woorden. Daarmee zijn we minder snel klaar, omdat het moeilijk is een duidelijke lijn te ontwaren in Williams’ beschrijvingen en definities.
In het eerste couplet lijkt sprake te zijn van een heel erg goed humeur, zoals wanneer je buiten komt op een zonnige dag en je het gevoel hebt dat je kunt vliegen. Het daaropvolgende refrein maakt de zaak echter weer onduidelijk.

Je mag aannemen dat het refrein vanwege zijn herhaling (zes keer in korte tijd) de hoofdboodschap van het lied uitdraagt en we zullen het daarom nauwgezet bestuderen.
Eerst wordt er gesproken van geluk als een ‘kamer zonder plafond’ – wat fijn is bij zonneschijn, maar in het geval van regen toch minder gelukkig zou maken. Vervolgens wordt gesteld: Geluk is de waarheid. Het is mij niet duidelijk wat in deze regel het verband is tussen beide begrippen, omdat Williams geen poging doet de definitie toe te lichten. Zoals ik eerder heb gezegd in de Ethica is geluk een menselijke activiteit, terwijl ik in de Metafysica heb vastgesteld dat waarheid is: zeggen van wat is, dat het is, en van wat niet is, dat het niet is. Hoe beide hier samen moeten worden genomen is mij niet helemaal duidelijk. Bovendien begrijp ik niet hoe je kunt ‘voelen’ dat geluk de waarheid is. Je weet dat iets waar is als je een conclusie logisch hebt afgeleid uit premissen, of wanneer je een algemene regel hebt gevonden in een zo volledig mogelijke lijst van individuele voorbeelden. Gevoel doet er niet toe.

Misschien hangt Willams de notie van Plato aan dat het Geluk een Ideaal is en dat het dus een transcendente Waarheid is. (Mijn bezwaren tegen deze zienswijze zijn ook in de Metafysica te vinden.) Dat verdraagt zich echter niet met de derde regel, omdat daar wordt verklaard dat je mee moet klappen als je weet wat geluk voor jou betekent. Hier suggereert Williams dus dat iedereen zijn eigen definitie van geluk mag hebben, iets waarmee Plato het van harte oneens zou zijn. Helaas voegt de vierde en laatste regel weinig informatie toe: er wordt alleen opgeroepen mee te klappen als je daar zin in hebt. Op zijn best kunnen we hier de boodschap uit halen dat geluk betekent je eigen zin doen.

Helaas zijn we na 1 couplet en 1 refrein al bijna klaar met onze tekstanalyse. De enige resterende boodschap (in het tweede couplet en het brug-deel tussen refreinen 2-3 en 4-5) is dat de zanger door niets, ook niet door slecht nieuws, van zijn gelukkige stemming af kan worden gebracht. En er is een verwijzing naar ‘jouw liefde’ – het begrip ‘liefde’ wordt natuurlijk in veel populaire muziek in verband gebracht met geluk.

Dus, samenvattend: voor Williams is geluk een soort onverwoestbaar goed humeur, dat aan de ene kant door iedereen op eigen manier wordt opgevat en dat aan de aan de andere kant wordt opgewekt door vrolijke, enthousiasmerende muziek en ritmisch handgeklap.
Ik vermoed dat we met deze omschrijving ook meteen een antwoord hebben gegeven op vraag 2, wat het is in dit nummer dat mensen gelukkig maakt. Mensen worden blij van het liedje, krijgen er een goed humeur van, helemaal als ze mee gaan klappen en dansen. En honderd keer roepen dat ze zo gelukkig zijn.
De volgende en doorslaggevende vraag is dan echter: is deze blijheid hetzelfde als geluk?

Een goed humeur, je goed voelen: is dat alles wat nodig is voor geluk? Mij lijkt van niet. Zouden wij iemand gelukkig noemen die zich onder invloed van wijn of andere genietingen, zijn hele leven goed voelt, maar verder geen activiteit ten toon spreidt? Of iemand die het hele leven lekker slapend doorbrengt?
Zonder activiteit kan er geen geluk zijn. Gelukkig zijn is niet alleen je goed voelen, maar ‘het goed maken‘, ‘goed leven‘.
In de Ethica heb ik betoogd dat een gelukkig leven het karakter moet hebben van een optimaal menselijk functioneren, een ontplooiing van alle mogelijkheden die in een mens schuilen en dat gedurende een volledig leven (want pas bij iemands dood kun je zeggen of hij een succesvol leven heeft gehad).
Voor een dergelijk gelukkig leven is het nodig de meest menselijke en de hoogste menselijke vermogens te gebruiken, dat wil zeggen de intellectuele en morele delen van onze ziel.
Om deze vermogens te ontwikkelen moeten we in een samenleving jonge mensen op de juiste wijze opvoeden.

Ik heb hier niet de ruimte om alle argumenten van de Ethica en de Politica te gaan herhalen, maar wil nog wel deze vraag beantwoorden: draagt een liedje als “Happy” bij aan het goede intellectuele en morele leven?
Ik denk van niet.
Dergelijke muziek heeft twee effecten die afbreuk doen aan het ideaal van juist en deugdzaam leven. Allereerst verspreidt het de boodschap dat geluk alleen een fijn gevoel is, een glimlach op je lippen. En het suggereert dat je gelukkig kunt worden zonder inspanning – gewoon door mee te klappen!
Muziek kan van onschatbare waarde zijn in het opvoeden van mensen tot excellente burgers. Maar dan moet het muziek zijn die het begerende, enthousiaste deel van de ziel in balans brengt met het beschouwende, rationele deel. Door dergelijke muziek kunnen verheven en zelfs extatische gevoelens worden opgewekt, maar alleen na inspanning en educatie – net als in het echte leven geluk een beloning van eerlijk zwoegen is, in werk, liefde, strijd, artistieke schepping of waarheidsvinding. En niet als een toevallige vondst, of een geschenk van de goden.