Sinds de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen eind 2012 bemoeit de KNVB zich om sportiviteit in het voetbal te bevorderen en gewelds-excessen uit te bannen. De actie “Zonder respect geen voetbal” kreeg een vervolg in het plan “Tegen geweld, voor sportiviteit” en de campagne “De Basiself”, waarbij amateurclubs worden aangemoedigd elf basisregels te omhelzen:
Bij onze amateurclub………
1. VLOEKEN en SCHELDEN we niet en maken we geen racistische opmerkingen.
2. Praten we MET elkaar, NIET over elkaar.
3. Gedragen we ons correct en sportief.
4. Spreken we ELKAAR aan op verkeerd gedrag.
5. Accepteren we beslissingen van Scheidsrechters (ook als je het er niet mee eens bent).
6. Verzorgen we KLEDING, materiaal én kleedkamers (thuis én uit).
7. Genieten we van elkaars acties EN accepteren elkaars fouten.
8. Zijn we ALTIJD op tijd (wedstrijden en trainingen).
9. Respecteren we het werk van de onmisbare vrijwilligers.
10. Roken en drinken we niet vóór en direct na de wedstrijden en trainingen.
11. Veroorzaken we geen overlast op het complex of daarbuiten.
Allemaal sympathieke initiatieven, maar op amateurvelden is het volgende nog steeds schering en inslag:
En in de grote stadions dit:
Hoe kan dit nu? Waarom is voetbal zo’n agressieve bedoening?
Vorige week legde ik uit hoe er twee betekenissen van respect naast elkaar bestaan, respect als macht en respect als eer, respect van de dominante cultuur en respect van de straatcultuur. Wat voetbalofficials en commentatoren vaak over het hoofd zien is dat in de voetballerij, ondanks alle macht, geld en glamour, de code van de straat overheerst.
Daarom zien we steeds de zelfde begripsverwarringen terugkeren, wanneer hooligans een fontein beschadigen of jeugdspelers een agente mishandelen.
Het is een maatschappelijk probleem, zegt de één dan. Het is een voetbalprobleem, zegt de ander. Het is een allochtonenprobleem, zegt een derde. Maar wat het echt is, wordt door niemand gesignaleerd: het is de botsing van dominante en jongeren-cultuur, het is respect als macht tegenover respect als eer.
Hoe hooligans zich tegenover politie en voetballers zich tegenover een scheidsrechter gedragen, is precies zoals straatcultuur-jongeren zich tegenover een docent opstellen. Precies. Gezag wordt op elk moment ter discussie gesteld: tegenwoordig wordt in een voetbalwedstrijd geen enkele arbitrale beslissing meer voetstoots geaccepteerd. Volgens voetballers en trainers gebeurt dat ‘uit de emotie’, maar dat verklaart niet waarom het in andere sporten zeldzaam is en bij voetbal schering en inslag. Willen hockeyers niet even graag een wedstrijd winnen? Is er niet bij elk gescoord volleybal-punt een grote emotionele ontlading? En toch wordt daar geen scheidsrechter doodgeschopt.
Verder wordt provocerend gedrag in voetbal niet alleen geaccepteerd, maar ten voorbeeld gesteld. Een overtreding uitlokken. Een strafschop versieren. Een gele kaart aansmeren. De arbiter intimideren, zodat hij de volgende keer wel twee keer nadenkt voordat hij tegen je fluit. Spelers die hier goed in zijn (Suarez, Ronaldo) worden bekritiseerd, maar ook bewonderd. Zij doen alles voor de winst, zij hebben er alles voor over. Een speler als Ibrahimovic wordt geprezen omdat hij elke wedstrijd bezig is de grenzen van het scheidsrechterlijke gezag op te zoeken en te zien of hij deze kan oprekken.
Liegen en glashard ontkennen hoort ook bij deze cultuur. Nee scheids, ik heb de bal niet als laatste aangeraakt, ik heb de bal niet in het doel geslagen, mijn elleboog heeft zijn gezicht helemaal niet geraakt! Vertaald in termen van het schoolplein: ik heb geen steen gegooid, ik gaf hem helemaal geen duw, ik heb niet gehoord wat je zei terwijl je tien centimeter van me vandaan stond…
Voetbalcultuur is straatcultuur, dat is glashelder. Het is een cultuur waarin machogedrag, groepsdruk en extreme wedijver domineren. Plus dat (beperkt) geweld een rol speelt, omdat het een sport is met fysiek contact.
Voetbalcultuur is een eercultuur. Wat gebeurt er als je die eer aantast? Wat de KNVB voor ogen staat is iets als dit:
En wat er in werkelijkheid gebeurt is dit:
Tast iemands eer aan, zoals scheidsrechter Gözübüyük bij trainer Maaskant, en het gekrenkte trainersgilde (aangevuld met oud-voetballers die als tv-analist werken) springt als één man voor de beledigde partij in de bres: het was een toneelstukje, we zijn aan het doorslaan, het is overdreven, het was zelf een respectloze actie…
Jan Wouters zei het zo: emoties horen bij voetbal en wij trainers weten meestal echt wel waar de grens ligt. Kennelijk. Die grens ligt bij de zijlijn, waar je vloekend en tierend langs loopt om zo niet de scheidsrechter, dan toch in elk geval de ‘vierde man’ te intimideren.
Hulde dus voor Gözübüyük en zijn respectbandje? Nee, want als het erom ging het gedrag van Maaskant en collega’s te veranderen, heeft hij gefaald. Net zoals de scheidsrechters die hem steunden en de hele KNVB, met alle actieplannen en campagnes.
Hebben die wat opgeleverd, namelijk? Nee. Al twintig jaar lang neemt de KNVB maatregelen tegen massale misdragingen en elke keer jubelt de bond dat die acties gewerkt hebben:
• 21 april 1995. De Volkskrant: ‘Geweld neemt af tegen arbiters na strenge straffen’
• 29 juli 1999. Trouw: ‘Geweld neemt af in amateurvoetbal’
• 11 september 2001. De Telegraaf: ‘Lik-op-stuk beleid werpt zijn vruchten af. Minder molestaties bij het amateurvoetbal’
• 4 november 2003. Radio Rijnmond: ‘Geweld op voetbalvelden neemt af’
• 14 augustus 2008 Algemeen Dagblad: ‘Minder geweld op de voetbalvelden’
• 13 augustus 2013. Elsevier: ‘Geweld in amateurvoetbal gehalveerd na dood grensrechter’.
Na twintig jaar afname van geweld zou je denken dat amateurvoetbal een vredige zaak is en dat er geen nieuwe maatregelen nodig zijn. Dat de ene actie de andere opvolgt toont dat geen sprake is van een werkelijke afname.
Lies, damned lies and statistics, zou Mark Twain zeggen.
Waarom werken al die acties niet?
Kern van het probleem is volgens mij dat de KNVB zich opstelt als een dominante partij die blind is voor haar dominantie, voor haar macht. De scheidsrechter beslist. Klaar. Protesteren is zinloos en wordt bestraft. Okee. Het probleem is alleen dat protesteren wel zinvol is, net als een schwalbe in het strafschopgebied of een stiekeme overtreding. Dus zullen voetballers ermee doorgaan. En zullen ze zich na afloop blijven vrijpleiten voor de camera’s en in de hoorzitting bij de strafcommissie. Omdat het hun eer te na is schuld te bekennen. Omdat het bij hen alleen om winnen gaat – voor de wedstrijd, tijdens de wedstrijd en na de wedstrijd.
Hoezeer de KNVB ook probeert om de straatcultuur uit het voetbal te verwijderen, het zal niet lukken. Waarschijnlijk is voetbal altijd al straatcultuur geweest, vanaf het moment dat het als arbeiderssport opkwam naast het rugby en cricket van de Engelse public schools.
Dergelijke samenvloeiingen zijn niet noodzakelijk, maar wel vrijwel onomkeerbaar wanneer ze eenmaal hebben plaatsgevonden.
Is het dan allemaal hopeloos – in voetbal, onderwijs, uitgangsleven, overal waar autoriteit op straatcultuur, dominantie op eer stuit?
Ik denk het niet.
Wat wel (soms) werkt, bespreek ik volgende keer!