338. Mei
Vandaag, 28 mei 2021, is het voor de eerste keer deze maand een echte meidag. Het wordt vandaag een graad of twintig, de zon schijnt, alles is fris en staat in bloei. De rozen in onze tuin zijn wat later dan normaal, daarentegen heeft de Red Robin voor het eerst allemaal witte bloemen. Merels lijken een tweede nestje te beginnen in de klimop. Het is een lentedag zoals die wordt gevierd in het gedicht De Lente komt van ver, ik hoor hem komen, van Herman Gorter: Lentelicht is nu gekomen, eindelijk is het gekomen, o laten we toch lachen lachen zo licht als dagen, want hij is er, hij is en gij...
Read More337. Een uniek moment
Ik heb op deze plek al vaak gesproken over het verschil tussen uniek en inwisselbaar, en hoe dat verschil op een bepaalde manier centraal staat in onze cultuur. Op religieus gebied gaat het om het verschil tussen God en een afbeelding, een idool. Op het gebied van relaties gaat het om het verschil tussen die ene persoon waarvan je houdt en het algemene type, waartoe je jezelf aangetrokken voelt (of de verzameling van eigenschappen die je in een contactadvertentie opsomt). In de economie gaat het over het verschil tussen gebruikswaarde en ruilwaarde. In de kunst gaat het om het verschil...
Read More336. De glimlach van een kind
Laatst zag ik, ik weet niet meer precies waar, Willy Alberti’s De Glimlach van een Kind omschreven als een smartlap. Nu begrijp ik wel dat hiermee vooral de sentimentele stijl en toon van het nummer wordt omschreven en niet zozeer de boodschap, maar het kwam toch wat vreemd op me over. Want De Glimlach van een Kind is in zekere zin de anti-smartlap, de anti-downer: het is misschien wel het meest blij-makende nummer in de Nederlandse muziek. Zoals bij elk meesterwerk valt er op DGveK nog genoeg aan te merken, zowel op de tekst van Gerrit den Braber als op de muziek van Jean Kluger en...
Read More335. Kracht versus macht
Het was de week van 4-5 mei en dus werd deze week weer her en der Schindler’s List vertoond, Steven Spielbergs holocaust-epos uit 1993. Op bevrijdingsdag kunde ik mijzelf de tijd om er op Netflix naar te kijken en deze week heb ik ook het oorspronkelijke boek van de Australische schrijver Thomas Keneally herlezen. Dat boek las ik voor het eerst begin jaren tachtig, nog onder de titel Schindler’s Ark. Waarschijnlijk kwam het onder mijn aandacht omdat het in 1982 de Booker Prize won. Om mij niet duidelijke (en zeker niet overtuigende) redenen werd die titel bij de Amerikaanse...
Read More334. Over grappen, dromen, muziek … en leeuwen
Vorige week schreef ik over ironie, en over hoe het paradoxale karakter van ironie een ironie-teken onmogelijk maakt. Hoe verleidelijk zo’n teken ook is, om misverstanden te voorkomen. Misverstaan is echter essentieel aan ironie – alleen door mogelijk misverstaan kan er ook een ‘goede verstaander’ zijn. Ironie ‘zegt’: dit is niet zo bedoeld. Maar stel dat je een ironieteken (zoals ยก ) zou toevoegen: dan is het geen ironie meer. Wat dan zeg je eigenlijk: het is de bedoeling dat dit niet zo bedoeld is. Maar dan kom je in een paradox terecht. Met andere...
Read More333. Zonder ironie
Al in de zestiende eeuw constateerde onze meester van de ironie, Desiderius Erasmus, dat ironische uitspraken vaak verkeerd, want letterlijk, worden begrepen – en hij vroeg zich af of er niet een bepaalde schrijfwijze uitgevonden moest worden om iets als ironisch te bestempelen. In ons spreken kunnen we ironie uitdrukken door een bepaalde toon, of een blik, maar in het geschreven woord missen we een leesteken dat zegt: pas op, ironie! In de eeuwen na Erasmus hebben vele schrijvers en ontwerpers geprobeerd in deze lacune te voorzien. (Het boek Shady Characters van Keith Houston is een...
Read More