181. Meester van niemand

Posted on 28 jan 2018 in Blog, Featured, Uncategorized

181. Meester van niemand

Twee recente verhalen hebben de #MeToo-discussie in de Verenigde Staten veranderd van een gesprek over seksueel geweld (op de werkvloer) in een debat over de mannelijke en vrouwelijke mores van daten.

Het eerste verhaal was fictie: op 11 december verscheen in de New Yorker het debuut van Kristen Roupenian, Cat Person, over een zielloze en teleurstellende one night stand tussen twee mensen die elkaar nauwelijks kennen, maar enige weken berichtjes hebben uitgewisseld over hun telefoon.
Margot, een studente van 20, leert tijdens haar werk in een bioscoop Robert kennen, een wat vage figuur van wie wij – en Margot – nooit ontdekken wat hij precies doet en wie hij precies is, behalve dat hij twee katten heeft. Margot schat hem eerst een midden-twintiger, maar hij blijkt later 34 te zijn.
Hun wederzijdse sms-jes zijn grappig en flirterig. Als ze tenslotte een keer uitgaan is de avond voor Margot vol van teleurstellingen: Robert is stil en gesloten en lijkt haar niet echt leuk te vinden. Wanneer hij haar na een filmbezoek uitnodigt voor een drankje lijkt hij dat uit beleefdheid te doen en Margot beseft dat ze hun (niet) ontluikende relatie hier en nu kan laten eindigen. Ze accepteert de uitnodiging toch, meer omdat ze haar fantasieën over Robert niet wil loslaten dan dat ze zich echt tot hem voelt aangetrokken. En ze is vooral gecharmeerd door haar fantasie over hoe Robert háár ziet:

ze kon in zijn ogen zien hoe mooi ze eruit zag, lachend door haar tranen in het melklicht van de straatlantaarn, terwijl een paar sneeuwvlokken neerdaalden.

Margot beseft dat Robert onzeker is en ze hem kan kwetsen – en dat geeft haar een gevoel van macht, maar ook ook tederheid.

Bij haar derde biertje dacht ze hoe het zou zijn om sex met Robert te hebben. Waarschijnlijk zoals die slechte kus, onhandig en overdreven, maar toen ze bedacht hoe opgewonden hij zou zijn hoe, hongerig en verlangend indruk op haar te maken, voelde ze een tinteling van lust in haar buik, net zo onmiskenbaar en pijnlijk als het klappen van een elastiek tegen haar huid.

Ze biedt aan met hem mee naar huis te gaan. In zijn slaapkamer ontkleedt hij zich en daar beschrijft Roupenian de centrale boodschap van haar verhaal: hoe Margot ineens geen zin meer heeft in sex, maar niet het idee heeft er nog onderuit te kunnen komen.

Terwijl ze zo naar hem keek, onhandig gebogen, met zijn dikke en harige buik, deinsde Margot terug. Maar de gedachte aan wat er voor nodig zou zijn om te beëindigen wat ze in gang had gezet, overweldigde haar: het zou een mate aan tact en tederheid vragen die haar onmogelijk leek op te brengen. Het was niet dat ze bang was dat hij haar zou dwingen iets tegen haar wil te doen, maar dat er nu een einde aan maken, na alles wat ze gedaan had om het teweeg te brengen, haar verwend en wispelturig zou doen lijken, alsof ze iets had besteld in een restaurant om het, wanneer het werd gebracht, weer terug te sturen.

Om de sex door te zetten en zichzelf in de juiste stemming te krijgen, probeert Margot zichzelf opnieuw door Robert’s ogen te zien:

Terwijl ze zoenden werd ze meegevoerd door een fantasie die zo egocentrisch was dat ze nauwelijks durfde toe te geven dat ze hem had. Ze stelde zich voor dat hij dacht, kijk dit mooie meisje,  ze is zo perfect, haar lichaam is perfect, alles aan haar is perfect, ze is maar twintig jaar oud, haar huid is volmaakt, ik wil haar, ik wil haar meer dan ik ooit iemand gewild heb, ik wil haar zo graag dat ik zou kunnen sterven.
Hoe meer ze zich zijn begeerte voorstelde, hoe opgewondener ze zelf raakte…

De sex is vervolgens heel slecht, een uitleving van Robert’s porno-fantasieën. Zo slecht zelfs, dat Margot op een gegeven moment denkt: ‘dit is de slechtste beslissing die ik ooit genomen heb.’ Ze ontvlucht na afloop Robert’s huis zo snel mogelijk en negeert in de volgende dagen zijn sms-jes. Tenslotte gebruikt haar kamergenote Margot’s telefoon om Robert af te schepen. Die reageert daar in eerste instantie begripvol op, maar als ze elkaar na een maand tegen het lijf lopen, stuurt hij alsnog een beledigend bericht, eindigend met ‘hoer’.

Het tweede verhaal dat de VS schokte werd op 13 januari gepubliceerd op de website babe.net en was geen fictie: het zette uiteen hoe een 22-jarige fotografe (pseudoniem Grace) in september was uitgegaan met 34-jarige tv-ster Aziz Ansari en hoe die date, in haar ogen, de ergste avond van haar leven was geworden.

Ansari en Grace hadden eerder die maand kennis gemaakt op een feestje, waar ze aan de praat raakten over ouderwetse camera’s. Ze wisselden telefoonnummers uit en spraken af om een keer uit te gaan. Grace was opgewonden dat ze een beroemdheid had ontmoet – Ansari is de ster van zijn zelfgeschreven Netflix-show Master of None.

Grace leefde toe naar de date, ze communiceerde er veelvuldig met vrienden over. Op de bewuste avond gingen ze uit eten en keerden vervolgens terug naar zijn appartement, waar ze orale sex hadden en Ansari vergeefs aandrong op meer. Toen Grace duidelijk maakte daar niet van gediend te zijn, regelde hij een taxi voor haar en ze ging. De dag daarna stuurde hij een berichtje om te zeggen dat hij het leuk had gevonden. Grace antwoordde daarop dat zij een andere herinnering had aan de avond en dat Ansari’s opdringerige gedrag haar had gekwetst. Hij verontschuldigde zich: “Ik vind het jammer om dat te horen. Het is duidelijk dat ik signalen op dat moment verkeerd heb gelezen. Het spijt me echt.”
Dat was de laatste communicatie tussen beiden, tot Grace hem in januari een Gouden Globe in ontvangst zag nemen en besloot haar verhaal publiek te maken.

Hij zei, zij zei
In de discussie over beide verhalen gaat het in Amerika om tal van interessante en belangwekkende zaken:

– hoe ongevoelig mannen zijn voor signalen dat hun sekspartner zich niet senang voelt
– hoe vrouwen zich gedwongen voelen aardig en beleefd te blijven, zelfs als ze iemand afwijzen en hoe dit zelfs in een niet-afwijzing kan uitmonden
– hoe jonge vrouwen de weerbaarheid van oudere vrouwen missen
– hoe een beroemdheid die zich in het openbaar vrouwvriendelijk toont, privé een klootzak kan zijn
– hoe slecht mannen en vrouwen tijdens seks kunnen praten over wat ze wel en niet willen.

Allemaal behartigenswaardige kanttekeningen, maar ik wil een en ander in een wat ruimer kader plaatsen. Daartoe moet ik eerst een omweg nemen langs wat biologische en metafysische ideeën.

Zoals ik in een eerder artikel betoogde, is sex niet alleen, maar altijd ook een tragikomische strijd tussen twee mensen. Sex is, zelfs als beide partners allebei sex willen, nog steeds een gesprek waar mensen langs elkaar heen kunnen praten – en dat kan ontsporen.

Ik noem deze strijd tragikomisch omdat hij onvermijdelijk is – omdat twee mensen altijd aan sex zullen beginnen met verschillende verlangens en verwachtingen. In principe zijn die verschillen individueel – een optelsom van persoonlijkheid, ervaring, opvoeding, cultuur, religie, mode… Maar er zijn natuurlijk ook grote trends aan te wijzen – trends die zorgen voor de overeenkomsten in bovenstaande verhalen.

Ondanks persoonlijke en culturele verschillen zijn de grote trends in seksuele strategieën nog steeds vooral bepaald door iemands geslacht. Mannen en vrouwen gaan gemiddeld anders met sex om en dat komt grotendeels omdat onze seksuele gevoelens zijn ontstaan in een tijd dat sex onverbrekelijk samenging met het krijgen van kinderen.

Op het gebied van nageslacht is duidelijk hoe verschillend de investeringen van mannen en vrouwen zijn. Mannen investeren een kleine hoeveelheid energie en een paar minuten van hun tijd. Vrouwen spenderen een groot deel van hun energie – en tenminste negen maanden –  aan zwangerschap en bevalling. Na de conceptie is ook het risico dat vrouwen lopen veel hoger.

Dit ene fundamentele verschil in ouderlijke investering is verantwoordelijk voor de meeste verschillen tussen mannen en vrouwen. Een vrouw brengt een complete geslachtscel in, een man slechts een pakketje genen. Omdat een vrouw maximaal één nakomeling per eicel kan voortbrengen en een man een vrijwel ongelimiteerd aantal, moet een vrouw erg kieskeurig zijn aan wiens erfelijke eigenschappen ze haar eicel blootstelt. Mannen hoeven niet zo streng te selecteren, zij hebben er meer baat bij hun zaad over zoveel mogelijk vrouwelijke geslachtscellen te verdelen.

Overal in het dierenrijk en in alle menselijke samenlevingen geldt de regel: mannen zijn bereid om zo ongeveer met elke vrouw sex te hebben; vrouwen selecteren zorgvuldig met wie ze sex hebben en ze kiezen de partners met de beste genen, die genegen zijn hen en hun kinderen te voeden en beschermen.
Zowel mannen als vrouwen zijn op zoek naar sex, maar voor mannen is het primair dat ze sex hebben, voor vrouwen met wie ze sex hebben.

Deze seksuele scripts zien we terug in de twee bovenstaande verhalen. Robert en Ansari kijken vanzelfsprekend tevreden terug op hun dates: ze hebben immers sex gehad. Robert stuurt een hartjes-bericht, Ansari schrijft dat hij het naar zijn zin heeft gehad.
De twee vrouwen zien de zaken heel anders. Margot heeft spijt zich aan een vage, 34-jarige loser te hebben gegeven. Grace zag haar rijke en beroemde afspraakje eerder als een potentieel vriendje (dat wil zeggen: vader van haar kinderen) dan als een one night stand en ze is teleurgesteld dat Ansari haar niet als mogelijke geliefde zag.

Bij deze – uiteindelijk biologische – conflicten komt ook nog een meer metafysische dimensie, die we misschien het beste kunnen begrijpen in termen van G. W. F. Hegel.
Hegel schreef voor zover ik weet nergens over sex, ik haal zijn analyse uit een beschrijving van de ontwikkelingsgang van de menselijke geest.
Hegel’s verhaal bestaat uit een ingewikkelde (en verre van probleemloze) samensmelting van logica, geschiedenis, moraal en psychologie. Toch zit er in zijn analyse veel waardevols, wanneer we haar toepassen op een seksuele ontmoeting.
Geparafraseerd luidt Hegel’s uitleg als volgt:

In elke seksuele ontmoeting ervaren wij onszelf als een heer die omgaat met een knecht. Een meester die verkeert met een slaaf.
Wanneer we seksuele begeerte voelen, stuiten we daarbij op een ander, wiens wil wij aan onze begeerte willen onderwerpen. We zien de ander, in het eerste moment van verlangen en aantrekking, voornamelijk als een middel om onze begeerte te bevredigen.
Seks begint daarom allereerst als een strijd tussen mijn wil en die van de ander: dit is het wat we uitdrukken met verleiden, of versieren (of, in andere contexten, kopen of verkrachten).
De heer (doorgaans, maar lang niet altijd de man) wil de knecht, wil dat de knecht zich voegt naar zijn verlangen. Maar zo gauw deze overwinning behaald is, realiseert de heer zich dat het een soort van schijnoverwinning was, of liever: dat hij deze overwinning eigenlijk helemaal niet wilde. De heer wilde namelijk de knecht niet ‘dwingen’ om hem seksueel te bevredigen, hij wilde dat de knecht zich uit eigen, vrije wil aan hem gaf.
En de knecht/slaaf maakt een soortgelijke ontwikkeling door: in eerste instantie is hij/zij er tevreden mee om ‘gewonnen’, overwonnen te zijn – om als middel ter bevrediging van iemands verlangen te dienen. Maar in de overgave, in het bevredigen van de wil van de meester, realiseert de slaaf zich vrij te zijn – realiseert zich dat elke handeling een keuze is, ook – en juist – wanneer die handeling tegen de eigen wil geschiedt.
Wat zowel heer als knecht in een seksuele ontmoeting eigenlijk willen – maar wat ze in eerste instantie niet beseffen, of voor zichzelf verborgen houden – is een ontmoeting als twee gelijkwaardige personen. Ze willen een moreel ‘gesprek’ tussen twee belichaamde mensen die elkaar niet als middel, maar als doel zien. In filosofentaal: niet als object, maar als subject.

Roger Scruton heeft een dik boek geschreven over de subtiele dialectiek van de seksuele begeerte, Sexual Desire, met als moraal dat de natuurlijke telos van begeerte het scheppen van een morele eenheid tussen twee mensen is.
Scruton betoogt ook dat de monogame verbinding tussen twee mensen, het huwelijk, voor die telos de meest geëigende plek of het meest geschikte instrument is. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft.

Het huwelijk – en ik bedoel daarmee niet meer en minder dan de bewuste monogame verbinding tussen twee seksuele partners – is de beste, ja misschien wel enige metafysische en morele oplossing voor het vraagstuk van seksuele begeerte. En daarmee ook, voor mensen, de beste biologische oplossing. (En misschien ook de beste sociologische oplossing, maar daar wil ik een andere keer over schrijven).

Het huwelijk lost twee biologische problemen op: het biedt de vrouw zekerheid dat ze iemand heeft om haar en haar kinderen te voeden en te beschermen in de gevaarlijke en zware tijd van zwangerschap en eerste levensjaren van het kroost; en het biedt de man zekerheid dat hij niet per ongeluk voor iemands ander’s nakomelingen zorgt, maar voor de zijne.
Win-win.

Het mag, gezien, het bovenstaande, dan ook geen verwondering wekken dat letterlijke alle menselijke samenlevingen en culturen het huwelijk hebben ‘uitgevonden’, zij het met wat varianten, doorgaans afgestemd op de economische omstandigheden.
En het hoeft ons daarom ook niet te verbazen dat het huwelijk – of liever: de viering van het huwelijk in een bruiloft – het vaste einde van alle oude komedies vormt. Komedie is immers in essentie het genre van seksuele verzoening.

Wat er gebeurt als je seksuele ontmoetingen helemaal buiten het kader van moraal en huwelijk probeert vorm te geven, zien we in de pijnlijke mislukkingen van Margot-Robert en Grace-Ansari, waar elke partner de ander alleen maar als middel ziet om bepaalde behoeften te bevredigen. Zichzelf als heer en de ander als knecht.
Grace wil een cool, ouder vriendje dat haar ziet als het ultieme object van begeerte. Robert wil een jonge meid die zijn pornografische fantasieën waarmaakt. Grace wil een rijke en beroemde geliefde die haar status geeft. Assari wil een groupie die hem krabt als hij jeuk heeft.

Geen van de vier wil een oprechte seksuele ontmoeting met een morele, belichaamde persoon.
Daarom gaat het steeds zo hartverscheurend mis. En niet in de eerste plaats vanwege de machtsverschillen, zoals sommige feministen en #MeToo activisten suggereren.

Huwelijk
Niet dat het huwelijk altijd de beste bescherming tegen seksuele conflicten biedt. Om te werken moet het huwelijk natuurlijk aan een heleboel eisen voldoen.
Ten eerste moeten beide partners enigszins voorbereid en gelijkgestemd aan hun gedeelde avontuur beginnen. In zijn roman On Chesil Beach beschrijft Ian McEwan hoe in de zomer van 1962 twee maagden, Florence en Edward, met elkaar trouwen en op huwelijksreis gaan. Hun houdingen tegenover sex kunnen kort worden samengevat: hij wil het, zij niet.
McEwan somt de hindernissen voor een geslaagde huwelijksnacht op:

Hun persoonlijkheden en verledens, hun onwetendheid en angst, verlegenheid, afschuw, gebrek aan een gevoel van recht hebben op, ervaring of relaxte manieren, plus het einde van een religieus verbod, hun Engels-heid en maatschappelijke klasse, en de geschiedenis zelf. Helemaal niet zo veel.

Na een rampzalige eerste nacht slaat Florence op de vlucht en Edward is te trots en gekwetst om haar te volgen – hij berust in een scheiding die uitmondt in een nietigverklaring.
later, wanneer hij als zestiger op de episode terugkijkt, ziet Edward in dat hij Florence nooit had moeten laten gaan en dat dit ook helemaal niet nodig was geweest:

Alles wat ze nodig had was de zekerheid van zijn liefde, en zijn verzekering dat er geen haast bij was omdat ze een heel leven voor zich hadden. Liefde en geduld – als hij die maar tegelijk had gehad – zouden hen er doorheen hebben geholpen.

Met andere woorden: het huwelijk zelf, mits beleefd en vormgegeven in de juiste spirit, zou hun problemen, hun conflict, hebben opgelost.
Als een huwelijk niet met die intentie wordt aangegaan – en ‘geconsumeerd’ – krijg je dezelfde problemen als bij de zielloze ontmoetingen tussen heren en knechten, tussen mensen die de ander alleen als seksueel middel willen gebruiken.

Een huwelijk is dus niet zaligmakend, het biedt alleen de beste voorwaarde om elkaar als seksuele subjecten te ontmoeten.

Nick Hornby heeft over On Cheshil Beach het volgende geschreven:

Lees het en ben dankbaar dat je in een andere tijd bent opgegroeid, waarin alle seksuele zaken een stuk gemakkelijker zijn. Te gemakkelijk, waarschijnlijk. Sommigen van jullie jongeren hebben waarschijnlijk op dit moment sex, half bewust, terwijl je dit leest. Je weet waarschijnlijk niet eens dat je sex hebt. Je kijkt op of neer na het lezen van deze alinea en denkt: ‘Eeek! Wie is dat?’ Nou, dat kan toch niet kloppen, of wel? Dan is alles toch te ver naar de andere kant uitgeslagen, als het zo gaat? Ik ga wat Jane Austen lezen.

Je zou willen dat Ansari en co dit gelezen zouden hebben – dan waren ze hun ontmoetingen wellicht in een geheel andere spirit aangegaan.
Dan hadden ze een persoon willen zijn die een andere persoon treft. Een subject op zoek naar een subject.
Niet iemand die de ander tot middel reduceert.
Een meester van niemand.