Een paar maanden geleden besteedde ik een paar artikelen aan het bestuderen van analogieën. Tussen cavalerie en tankformatie. Tussen ridder en cowboy. Tussen boerkini en bikini.
De laatste vergelijking geeft een belangrijke ontwikkeling in 2016 weer: eentje waarin een boerkini als een boerka kan worden gezien en een boerka als een islamitisch uniform – zodat badkleding een terroristisch attribuut kan worden.
Zijn er andere analogieën die 2016 kenmerken? Ik denk het wel. En omdat ik vorige week over zeven vormen van barmhartigheid schreef, wil ik nu (een analogie!) proberen het afgelopen jaar tekenschetsen in zeven analogieën.
Het Oekraïne-referendum
Vorig jaar maart leverde het referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne een meerduidige uitslag op: 32% van de kiezers kwam opdagen en van hen stemde 61% tegen het verdrag. Omdat de opkomstdrempel was gehaald, moest politiek Den Haag iets doen met de uitslag – en wat onze ‘leiders’ deden, was het volgende: ze verklaarden dat het referendum, hoewel adviserend van aard, als een bindend, correctief referendum moest worden beschouwd. Waarom ze dit deden? Deels waarschijnlijk uit opportunistische partijpolitieke overwegingen (laat Rutte maar eens tonen hoe hij dit gaat oplossen!) en deels uit angst voor de vox populi.
De regering stond vervolgens voor de taak een analogie te ontwerpen, die de bevolking moest overtuigen. Ze moest een respons bedenken die aan de uitslag ‘recht deed’ – die de kiezers als een juiste ‘vertaling’ van hun stem zouden zien.
Premier Rutte had daarbij natuurlijk wel de nodige vrijheid. Bij het referendum kon je alleen voor en tegen stemmen, dus hij had alle vrijheid om zelf in te vullen wat die stem betekende en wat er een juiste politieke vertaling van zou zijn.
Uiteindelijk kwam Rutte in september met de volgende formule: de meeste mensen hebben tegen het verdrag gestemd omdat ze een EU-lidmaatschap van Oekraïne willen uitsluiten, dus dan is een aanhangsel aan het verdrag dat deze ontwikkeling verbiedt, een juist antwoord op de uitslag van het referendum.
In andere woorden: als het ‘nee’ van maart een vertaling is van ‘geen uitbreiding EU’, dan is dat equivalent aan ‘ja tegen het verdrag, mits een lidmaatschap van de Unie wordt uitgesloten’. En met die analogie ging Rutte naar de partijen in Den Haag en de andere regeringsleiders in Europa.
Ik wil hier niet het vervolg van het debat schetsen – het ging er mij slechts om te laten zien dat het een strijd van analogieën is – tussen die van Rutte en die van het ‘nee-kamp’, dat luidkeels spreekt over verraad aan de wil van het volk.
Volgens mensen als Jan Roos heeft het volk namelijk niet gezegd ‘nee, wat de uitbreiding betreft’, maar: ‘nee tegen alles wat EU is’. En dat kan natuurlijk niet worden omgevormd tot een ‘ja, mits’, zoals Rutte het doet.
(Let wel: aangezien de meerderheid van het tegen niet gevraagd kan worden naar hun bedoeling – en die ook helemaal niet eenduidig hoeft te zijn – en de niet-opkomst van de meerderheid al helemaal moeilijk te duiden valt, kunnen Rutte en Roos eindeloos volhouden dat hun analogie de juiste is. Daar zullen we nooit uit komen.)
Andere analogieën
Omdat mij hier de ruimte ontbreekt om elke analogie op uitgebreide wijze toe te lichten, wil ik dat eigenlijk als een soort opdracht meegeven.
Lees de volgende analogieën en probeer zelf te bepalen of de analogie een correcte weergave van de gebeurtenis of ontwikkeling was – en of de analogie kenmerkend was voor 2016. En tracht dan de analogie te bevestigen of te weerleggen – waarbij ‘weerleggen’ eigenlijk betekent: vervangen door een betere.
Here goes:
2. Is Griekenland het Calais van Europa?
3. Lijkt ‘minder Marokkanen’ meer op ‘minder Joden’, of meer op ‘minder werkelozen’?
4. Is de mislukte coup in Turkije de Rijksdagbrand van Erdogan?
5. Lijkt Donald Trump meer op Boris Jeltsin of meer op Vladimir Putin?
6. Is de aanslag van Berlijn het Sarajevo van onze tijd?
En, deze kenden jullie al:
7. Lijkt een boerkini meer op een boerka of meer op een boerkini?
Bedenk: bij elke analgie gaat het erom wezenlijke eigenschappen te vergelijken en diepe overeenkomsten te vinden. Het gaat om de functie van een begrip – om zijn rol in het grotere geheel.
Gelukkig nieuwjaar!