223. Van gebruiken naar ontvangen

Posted on 14 dec 2018 in Blog, Featured, Uncategorized

223. Van gebruiken naar ontvangen

Twee weken geleden had ik het op deze plek over hoe gebeurtenissen (“events, my boy, events”) onze aandacht opslokken, vooral in de vorm van schijngebeurtenissen. Schijngebeurtenissen vinden niet ‘plaats’, ze worden eerder ‘opgevoerd’ om door media te worden gevolgd en gerapporteerd. Dit leert dan schijnnieuws op, wat weer de aanleiding kan zijn voor nieuwe schijngebeurtenissen.

Schijngebeurtenissen zijn dus een soort ‘gefabriceerde’ gebeurtenissen die aan moderne economische eisen proberen te voldoen: ze zijn voorspelbaar, dramatisch, gemakkelijk te begrijpen, herhaalbaar en goed te verspreiden. Je zijn voornamelijk bedoeld om kijkers, lezers en kiezers mee te winnen – dus: geld, invloed en macht.

Schijnnieuws – het verslaan van schijngebeurtenissen – vult inmiddels een groot deel van onze (nieuws)media. Journaal, kranten en websites worden ermee gevuld. En deze praktijk vertekent een groot deel van wat moderne politiek, cultuur, sport en zelfs natuur is.

Wat kunnen we hieraan doen?

In zekere zin, niets. Kijk een moment op de website van de Telegraaf en zie dat de site voor het grootste gedeelte gevuld is met schijnnieuws. Niet nep-nieuws – nieuws dat verzonnen is – maar schijnnieuws. Nieuws dat is ‘gemaakt’.
Vandaag, 14 december 2018, opent de site met de volgende berichten en video’s:

Strip-rel basisschool dreigt ouders met celstraf: opgeklopt relletje tussen ouders en de school van hun kinderen. Op de rand van schijn en echt.
Koeman moet plaatsmaken bij Fenerbahçe: persbericht, dus altijd al gedeeltelijk schijnnieuws; bovendien is profvoetbal in zijn geheel een schijngebeurtenis.
Programma en uitslagen WK darts: in zijn geheel een schijngebeurtenis
VVD: illegalen wonen 1,5 jaar gratis: politieke ‘spin’, dus schijnnieuws.
Supermarkten verwachten record kerstomzet: verwachtingen en voorspellingen zijn altijd schijnnieuws. En dit is ook nog een persbericht van een brancheorganisatie, niet een voorspelling van een onafhankelijke deskundige.
Doden door rellen Somalië: echt nieuws.
‘Goedkoop signaal Van Bommel naar Robben’: voetbalanalyse – in zijn geheel schijnnieuws.
Klachten terecht: toch met toegevoegde suiker: uitspraak Reclame Code Commissie: schijnnieuws.
Ellie Lust sneert wéér naar politie: interview met ‘spin’, dus schijnnieuws.
Slachtoffer Straatsburg had kind op zijn arm: echt nieuws, maar sensationeel.
‘Illegale knallers trekken bergen Nederlanders’: interview met anekdote, geen nieuws.
Syrische troepen nemen laatste IS-bolwerk in: echt nieuws.
Autodiefstal toch vergoed, ondanks onjuiste verklaringen: echt nieuws.
Nieuw-Buinen dingt mee naar eerste marathon op natuurijs: aankondiging (van iets dat misschien helemaal niet gaat gebeuren!), dus schijnnieuws.
Franse zender excuseert zich na “I shot the sheriff”: media-relletje, schijnnieuws.
Tot twintig jaar voor mislukte liquidatie Diemen: uitspraak gerechtshof, echt nieuws.
Een op acht werknemers bouwt geen pensioen op: persbericht over onderzoek CBS. Mmmm, half schijn.
Gênant moment boze BN-er: BN-ers zijn menselijke schijngebeurtenissen, dus dit is schijnnieuws.

De score op achttien berichten is zes echte nieuwsberichten – als we heel coulant zijn. Dat is dus één op de drie.
Ik denk, als ik dit onderzoekje op een andere dag herhaal, de uitkomst ongeveer dezelfde zal zijn. En dat geldt voor heel veel nieuwssites: van de totale berichtgeving is vaak de helft of meer schijnnieuws.

Deze score is een erfenis van bijna anderhalve eeuw schijnverslaggeving, sinds Joseph Pulitzer (ja, van de Pulitzer-prijzen) op het einde van de negentiende eeuw het genre ontwikkelde met zijn krant New York World.
Schijnnieuws is het heersende verdienmodel binnen de journalistiek geworden en het is moeilijk te zien hoe dat snel zou kunnen veranderen. De smaak van het grote publiek zal niet omslaan. De politiek zal geen wetten uitvaardigen (terecht, overigens).
De verandering zal van onszelf moeten komen.

Plot
Wat veel mensen zoeken in schijnnieuws is hetzelfde wat ze zoeken in ‘echt’ nieuws – en in tv-series, films, verhalen en romans: het verhaal, de plot. Ze willen weten ‘wat er nu komt’. Deze kijkers en lezers zijn te vergelijken met mensen die naar muziek luisteren voor ‘het deuntje’ – voor datgene wat je kunt fluiten, wat meteen te onthouden valt.

Een deuntje is een melodie met een duidelijk begin en einde en daarom is het ook zo bevredigend. Hetzelfde geldt voor een afgebakende, overzichtelijke plot in een verhaal.

Nieuwsberichten zijn bijna altijd verhalen met een simpele, overzichtelijke plot die je meteen kunt onthouden – en navertellen, bij de koffieautomaat of aan de eettafel.
Nieuwsberichten zijn te begrijpen zonder veel voorkennis, behalve een bescheiden mate van algemene kennis – en die wordt in veel berichten ook nog eens herhaald, voor de mensen die deze voorkennis missen.

Zo bij het laatste Telegraafbericht: Zandvoorters huis uit na handgranaat. Uit de tekst wordt duidelijk dat het hier een follow up betreft, na een eerder verslag – het gemelde incident heeft afgelopen maandag plaatsgevonden. Het is dus niet nodig de eerdere berichtgeving na te zoeken, je leert uit dit bericht alles wat je moet weten.
Het is een simpel bericht, dat je na een lezing kunt navertellen. Het heeft een kop en een staart. En toch is het opmerkelijk dat het nog veel meer niet heeft.
Voor mij, als niet-Zandvoorter, is het bericht, in al zijn eenvoud, zo spaarzaam dat het bijna onbegrijpelijk wordt. Na lezing ben ik bijna niets wijzer geworden, behalve dat ik besef dat ik nog niets weet. Ik weet niet om welk huis het gaat, ik weet niet hoeveel mensen er op het bewuste adres wonen, ik weet niet wie het zijn – behalve dat één een 14-jarige jongen is – ik weet niet waarom er een handgranaat is neergelegd en door wie, ik weet niet waarom het huis in november is beschoten en door wie (dezelfde als van de handgranaat?), ik weet niet eens waar de Dr. C.A. Gerkestraat is. En, hoewel het er in deze context niet toe doet, ik heb geen flauw idee wie C.A. Gerke is.

In al zijn overzichtelijkheid (eerst gebeurde dit, toen gebeurde dat, en tenslotte gebeurde er dat) heeft het bericht mij niets geleerd. En herlezing levert ook niets op. Sterker nog: daardoor wordt de schraalheid van de plot alleen nog maar duidelijker. En het raadsel groter.

En dit bericht lijkt me redelijk representatief voor (echte) nieuwsberichten. Er is sprake van gevaar (handgranaat, schoten) dat we ook nog eens plaatsvervangend kunnen genieten (het gebeurde in net zo’n rijtjeshuis als waar we zelf in wonen). Onze nieuwsgierigheid wordt gewekt (wie heeft geschoten en de handgranaat neergelegd, en waarom?) En er is een soort van afsluiting (de gemeente heeft de bewoners elders ondergebracht).
Klaar.
Voor degene die alleen een plot wil (het deuntje) is de zak hiermee afgedaan. Wie echt informatie zoekt blijft onbevredigd achter.

Ik denk dat we ten onrechte vergeten zijn (of negeren) hoe absurd een dergelijk bericht is. Het is alsof het Watergate-schandaal als volgt wordt samengevat:

De president van de Verenigde Staten is afgetreden. Hij maakte zelf vannacht zijn opstappen bekend via een toespraak vanuit zijn ambtswoning. Het aftreden volgt op een onderzoek door een speciale aanklager van een inbraak bij het hoofdkwartier van de Democratische partij.

Als je niet van de relevante geschiedenis op de hoogte bent, is dit bijna onbegrijpelijk. Net zo onbegrijpelijk als het Zandvoortse verhaal voor een niet-betrokkene. En toch prijkt het bericht op de voorpagina van onze grootste landelijke krant, voor lezers van Groningen tot Maastricht.

Met een bericht als dit kun je niks. Je kunt het niet twee keer lezen. Je kunt het niet op stijl beproeven. Je kunt je niet inleven. Je kunt niet stilstaan bij een detail. Je kunt eigenlijk niet eens een vraag stellen, omdat het zoveel vragen oproept dat je niet weet waar je moet beginnen.

Het enige wat je met een dergelijk verslag kunt doen is het gebruiken, om een (beperkte) emotionele respons uit te lokken. Of je kunt het als bewijs van een hypothese gebruiken – een voorbeeld van hoe de wereld in elkaar zit (“de drugscriminaliteit dringt steeds meer door tot gewone buurten” of “de overheid heeft helemaal geen grip op de georganiseerde misdaad”).
Het Telegraaf-bericht kan niet eens – met aandacht – worden gelezen. Het heeft geen voedingswaarde, je kunt er alleen, als het ware, aan ruiken. En het vervolgens weggooien.

De meeste nieuwsberichten kunnen alleen op deze manier worden gebruikt – als wegwerpartikel (pun intended). Op zijn hoogst kunnen ze nog dienen als vertrekpunt voor een discussie of een fantasie (je zou je voor kunnen stellen dat iemand een scenario op het gegeven baseert). Maar je kunt het verhaal niet genieten, je kunt het niet meer of minder waarderen, je kunt het niet proeven.

Ontvangen
Gelukkig voor ons is er ook nog iets anders dan gebruiken, er is iets dat ik ‘ontvangen’ zou willen noemen. Dat ontvangen is een verhaal benaderen als een soort van geschenk, waarbij je er achter probeert te komen, niet alleen wat het geschenk is en wat je ermee kunt doen, maar ook wat de gever ermee bedoeld kan hebben. Ontvangen vraagt niet een houding van ‘wat kan ik ermee?’ maar ‘wat heeft de ander ermee bedoeld?’.

Ontvangen vraagt een vorm van nieuwsgierigheid, van echte belangstelling. Belangstelling voor details. Belangstelling voor wat er niet in staat maar ’tussen de regels door’ te lezen valt. Belangstelling voor de stijl, voor het ritme, de ‘melodie’ (niet het deuntje) van het verhaal.
Belangstelling voor een ander.

Ik denk dat een dergelijke omgang met verhalen, ook in de pers, ons rijker maakt en de heerschappij van schijngebeurtenissen en schijnnieuws kan breken.

Meer hierover volgende week!