70. Onthaast!

Posted on 2 okt 2015 in Blog, Featured, Uncategorized

70. Onthaast!

Vorige keer besprak ik de haast in onze maatschappij en hoe die samen hangt met een bepaald tijdsbesef – en een bijbehorende wereld.
Haast veronderstelt dat we een doel hebben en dat dit doel bereikt moet worden in een eindige hoeveelheid tijd, die ook nog eens minder wordt. Haast veronderstelt dat tijd schaars is; dat tijd iets is wat je moet krijgen of waar je er met anderen om moet strijden; dat tijd op kan raken, als korrels in een zandloper.

In een haastige wereld leef je – of liever, word je geleefd – door klokken, agenda’s, roosters en kalenders. Je leeft in publieke tijd, in toeschouwer-tijd. Daarbij ben je jezelf voortdurend bewust van de (tijds)verwachtingen die anderen van je hebben, sterker nog: je splitst jezelf op in een persoon die het leven (be)leeft en een persoon die het van buiten af bekijkt en meet, die steeds bijhoudt hoe lang iets duurt.
In een haastige wereld is tijd een maatstaf en wordt voorgang gemeten aan de snelheid waarmee een bepaald doel wordt bereikt. Snelle nadering van het doel: prima. Langzame nadering: slecht. En doelloos rondzwerven, zonder doel, of op een plek stilstaan: dat is achteruitgang.

Haast is schadelijk omdat het stress veroorzaakt, chronologische stress. En het is net als met alle stress: even een beetje is niet erg, maar voortdurend en veel maakt je ziek.
Maar. Er is een remedie. Die schuilt hem echter niet, volgens mij, in veel voorkomende vormen van zogenaamde ‘onthaasting’:

– onthaasting als time management
– onthaasting als moment voor jezelf.

Aan de eerste vorm kleeft het nadeel dat het haastige tijdsbesef van onze gestreste wereld in stand blijft, dat jezelf alleen langzaam gaat haasten (het motto van keizer Augustus). En de tweede vorm brengt haast terug tot een persoonlijk knelpunt dat door yoga of meditatie kan worden opgelost – wat de stress veroorzakende wereld ongemoeid laat.

Hoe zou je ‘beter’ kunnen onthaasten, op een manier die zowel de wereld verbetert als jezelf?
Ik denk dat daarvoor ons tijdsbegrip moet worden aangepast.

Voor mensen die tijd als een schaars goed zien, is vrijheid een product van tijd. Tijd is iets van buiten, iets objectiefs. (Zoals gezegd, iets dat je moet worden gegeven of waarom je moet strijden.)
Als je veel tijd hebt, heb je veel mogelijkheden om na te gaan, veel strategieën om uit te proberen. Veel ruimte om fouten te herstellen en om alternatieven uit te proberen.
Veel vrijheid.
Je kunt het echter ook omdraaien: wie veel mogelijkheden, veel alternatieven, heeft – daardoor – ook veel tijd. Vrijheid schept dan tijd, in plaats van andersom.

Voor deze vrijheid, die tijd schept, is helemaal niet zoveel nodig. Het is alleen nodig dat je jezelf niet langer wijsmaakt dat je leven tijdsgebonden is. Dat alles op een bepaalde tijd af moet zijn. Dat tijd een maatstaf is en dat sneller beter is dan langzamer.
Is een wandeling van een kwartier beter dan eentje van een half uur?

Op een bepaalde manier zijn we de laatste decennia ervan doordrongen dat ons leven productief moet zijn – en dat productiviteit iets is wat gemeten moet worden. Productief is dan alleen een activiteit die SMART is: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaatgericht en Tijdsgebonden.
Terwijl echte productiviteit iets heel anders is: iets produceren is eigenlijk iets scheppen. En scheppen is niet gesloten (specifiek en tijdsgebonden) en voorspelbaar (acceptabel en resultaatgericht), maar open, creatief, verrassend en vernieuwend. Echt scheppen draait niet om meer of minder (de enige – meetbare – dimensie die de SMART-manier kan beoordelen), maar om beter of slechter.

Maar is echte creativiteit niet een zaak van enkelingen – weggelegd voor een select groepje ontwerpers en kunstenaars?
Nee.
Verrassing en vernieuwing ontstaat automatisch waar een mens handelt en waar mensen bij elkaar komen. Want mensen zijn vrij.
Van mensen moeten we altijd het onverwachte verwachten. Ze kunnen altijd iets nieuws beginnen, een initiatief nemen, iets starten dat niet voorzien was – niet door anderen en niet door henzelf. Want geen mens kent zichzelf goed genoeg om uit te kunnen sluiten dat hij of zij het volgende moment iets zal beginnen. En we weten al helemaal niet wát dat nieuwe zal zijn.
In die nieuwe, spontane actie toont zich de handelende persoon – en wordt die geopenbaard als een uniek en onderscheiden mens. Omdat de persoon niet weet wát er gaat gebeuren, voordat de actie begint, weet hij of zij ook niet wélke persoon er precies in die actie getoond zal worden. Daarom zit er aan een spontane daad ook altijd een risico.

Veel mensen houden niet zo van risico’s. Zij prefereren veiligheid – de zekerheid van de SMART-wereld. Het nadeel van deze aanpak is dat ze miskent hoe mensen op het meest fundamentele niveau in elkaar zitten. En hoe de wereld werkt. Want de wereld is geen objectief iets – van ons gescheiden, vaststaand, meetbaar.
De wereld is in een vorm van interactie.

Bij echte interactie start iemand iets – zegt iets, doet iets – dat wordt opgenomen in het grote web van menselijke handelingen en verhoudingen. En daar verandert het in iets dat door niemand, laat staan de starter, kon worden voorzien. Het lijkt op de vleugelslag van de vlinder die een storm veroorzaakt aan de andere kant van de oceaan.
Een student in Belgrado schiet een man en vrouw neer in een auto – en een maand later breekt de eerste wereldoorlog uit.
IBM laat een kleine leverancier een besturingssysteem voor hun computers houden – en die leverancier start met dit systeem het grootste softwarebedrijf van de wereld, Microsoft.
Een zeevaarder zoekt een kortere weg naar Indië en vier eeuwen later worden de Verenigde Staten van Amerika gesticht.
Het onvoorzienbare van interactie schuilt in de vrijheid van de mensen die het initiatief overnemen en daarin hun eigen keuzes maken. Die keuzes kunnen misschien worden beïnvloed, maar nooit gestuurd. Ze kunnen misschien statistisch worden ingeschat, maar nooit met zekerheid voorspeld.

Alle interactie is gelijkwaardig en wederkerig. Ik start iets, maar ik schrijf niet voor wat jij met mijn actie doet. Ja, eigenlijk weet ik pas wat ik ben begonnen, als ik zie hoe jij, en vervolgens anderen, ermee aan de slag gaan. Eerder is mijn actie maar een slag in het luchtledige geweest. Pas als ik zie hoe jij mij begrepen heb, weet ik zelf wat ik bedoeld heb.
In isolement is er geen actie, met andere woorden: alle actie is interactie. De notie dat ik iets in de wereld kan brengen dat niet door anderen wordt opgepakt en veranderd, is een illusie.
Een leider is iemand die iets in beweging brengt, iets in gang zet. En daarmee houdt leidinggeven meteen ook op. Alle pogingen om het in gang gezette vervolgens ook te beheersen (managen), zijn tot mislukken gedoemd. We maken onszelf wijs dat het mogelijk is, omdat we niet met de fundamentele onzekerheid van interactie kunnen leven. En omdat we graag resultaten aan iemand toeschrijven, omdat we graag een winnaar willen aanwijzen. We willen herkenbaarheid, in een internetwoord: vindbaarheid. We zijn afkerig van de anonimiteit die een paradoxaal en ongewenst gevolg van interactie is.

Die anonimiteit van interactie heeft ook weer met vrijheid en onvoorspelbaarheid te maken. Ik zet iets in gang en door dat begin openbaar ik mijzelf. Maar wie ik ben, blijkt pas als anderen mijn actie hebben overgenomen en tot interactie hebben gemaakt. Dat is beangstigend. Liever wil ik dat anderen voorspelbaar handelen, volgens een script, zodat ik controle houd over wat ik van mijzelf blootgeef. En wie – of wat – ik ben.

Vanuit die angst voor onvoorspelbaarheid, voor anonimiteit, voor openheid, voor echte vrijheid, trachten wij een wereld te bouwen die aan simpele regels beantwoordt, die op eenvoudige wijze te omschrijven en te duiden valt. Waar de toekomst een berekenbare uitwerking van het verleden is, in plaats van een verrassende opening van nieuwe mogelijkheden. Waar de tijd wordt gemeten, in plaats van geleefd. Waar tijd wordt besteed, gevuld, gedood – kortom, geconsumeerd. Niet geproduceerd.

Op een diep, metafysisch niveau, is dit een hopeloze onderneming, volgens mij. Maar zelfs als je niet in die diepe werkelijkheid gelooft, bestaat de open, mogelijkheden scheppende tijdsbeleving nog altijd als menselijke keuze. Een keuze die om tal van redenen te verkiezen valt boven de gesloten, mogelijkheden beperkende tijdsbeleving van de zandloper, de agenda, het rooster en de kalender. En wij hebben altijd de optie om ons leven minder vorm te geven middels het ‘objectieve’ chronologische tijdsbesef dat onze samenleving bepaalt. Om de zandloper weg te gooien, de roltrap links te laten liggen, van de snelweg af te gaan. De agenda leeg te laten.

Elke keer dat we handelen op een manier die vrijheid, en daarmee tijd schept, maken we meteen de wereld een beetje beter. Want elk begin draagt ontelbare mogelijkheden in zich, die weer meer beginnen mogelijk maken. En met elke vrije handeling nemen de nieuwe opties toe, en daarmee de totale vrijheid. Dat is de ware kern van de uitspraak ‘verbeter de wereld: begin bij jezelf’ – die eigenlijk zou moeten luiden: ‘verbeter de wereld: begin’.
In die zin is ook onthaasting in de vorm van yoga of meditatie, onthaasten als ‘een moment voor jezelf’ altijd een bescheiden stap in de goede richting – de creatie van een nieuwe opening, een nieuw begin. En onthaasting als ’time management’ – waardoor je in elk geval voor eventjes uit de ratrace stapt en meer ruimte schept voor nieuwe beginnen – kan ook z’n waarde hebben, als eerste daad van protest in wat misschien wel tot een tijdsrevolutie kan uitgroeien. Want in elke handeling zit vrijheid, onvoorspelbaarheid, vernieuwing. En elke oogopslag opent een horizon.

Dus:

Onthaast, voortdravenden der aarde!
Onthaast, en dorst toch niet naar meer!
Vrij willen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Leeft, gij oude vormen en gedachten!
Slaapgeboornen, ontwaakt, ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten,
Vrijheid heeft ons aangeraakt!

Makkers, ten eersten male,
Tot de vrede ons geschaard,
en tijdloze interactie
Zal morgen heersen op aard.