In onze bull-schijn samenleving speelt het Internet een belangrijke rol. Natuurlijk, een zo omvattend fenomeen als het wereldwijde web, gekoppeld aan de moderne telecommunicatie, kan niet in één, alomvattend oordeel worden gevat. (Daarom kun je in mijn ogen ook niet ‘vóór Europa’ of ’tegen Europa’ zijn.)
Ik wil hier dus ook geen anti-Internet tirade afsteken.
Wel wil ik betogen dat Internet, op de manier waar het nu werkt, bubbels creëert, in twee verschillende betekenissen van dit woord. En dat deze betekenissen nauw in verband staan met wat ik eerder, in deze artikelserie, bullshit en schijngebeurtenis heb genoemd.
Bubbel als echokamer van bullshit
Al door velen is geconstateerd dat mensen die hun nieuws voornamelijk van internet krijgen, hun eigen mening doorgaans weerspiegeld zien. Het Internet heeft gezorgd voor een enorme fragmentatie, waarbij iedereen zijn eigen niche opzoekt en zich bijna niet meer blootstelt aan tegengestelde geluiden. Waar eerder ook radio on bescheiden wijze dergelijke niches creëerde – nieuwsradio, Top 40, klassiek FM – bleven veel mensen tegelijk nog wel hun nieuws halen van ‘gemengde’ kanalen als tv-journaals en kranten – waar ruimte bestond voor verschillende standpunten, voor hoor en wederhoor. Natuurlijk was er een zekere mate van politieke kleuring in de verslaggeving – de linkse Volkskrant en VARA, de rechtse Telegraaf en TROS – maar in grote lijnen kreeg het publiek dezelfde informatie, in elk geval hetzelfde overzicht van feiten.
Dat is nu anders. Internet, en vooral de sociale media, hebben het publiek opgedeeld in duizenden segmenten die nauwelijks nog met elkaar verbonden zijn. Sociale media zijn nauwelijks ‘sociaal’ te noemen, ze verdelen eerder dan dat ze verbinden. Facebook, Twitter, Instagram: ze delen een ideologie van verbinding, van connection, maar die verbinding is grotendeels een illusie. Deze internet-toepassingen creëren geen nationale, laat staan globale, conversatie – ze versplinteren onze gemeenschappen in miljoenen individuen die geen gezamenlijk gesprek meer kunnen voeren. Of willen voeren.
Wat deze individuen op het internet zoeken is niet een feit of argument van een ander waarvan je iets zou kunnen leren, maar de weerspiegeling en bevestiging van het eigen gelijk. Hun virtuele leven speelt zich af in een bubbel, waartoe geen werkelijkheid kan doordringen. En de bubbel wordt niet gevormd door onweerlegbare feiten of logische argumenten, maar door bullshit – uitingen die als enige doel hebben de bubbel te vergroten en te verstevigen.
Mensen die hun nieuws van Facebook halen, klikken op iets wat ze herkennen – iets wat aansluit bij en bevestigt wat ze al dachten. Een samenzweringstheorie hier. Een aanval ad hominem daar. En net als bij de bullshit van politicus of manager, dient dit alles ertoe om de ware motieven van de bullshitters te verhullen: dat het ze puur om het verspreiden van bullshit gaat – in hun geval om het aantal klikken, dat in advertenties en, vervolgens, in inkomen kan worden omgezet.
Er zijn in Nederland ongeveer vijftig websites die het proces tot zijn logische einde voeren en volledig gevuld worden met nep-nieuws. Sites als Wanttoknow.nl, of Ninefornews.nl. Bezoekers kunnen er lezen dat Pokémon Go een overheidscomplot is om ons in de gaten te houden, of dat de VS het toestel MH-17 hebben neergehaald om Poetin in een kwaad daglicht te stellen. Nooit worden dergelijke beweringen gestaafd door bewijs, dat vinden de auteurs ook niet hun taak. Zij pretenderen slechts het ‘andere geluid’ te vertegenwoordigen, dat in reguliere media niet aan de bak komt. En als ze met ‘ander geluid’ bedoelen: ‘verhalen die niet gecheckt zijn’ en die nauwelijks te onderscheiden vallen van pure propaganda – dan hebben ze gelijk. Dan laten zij inderdaad een ‘ander geluid’ horen.
Bubbel als groeiende zeepbel
Al in bovenstaande voorbeelden blijkt veel internet-content aan de definitie van schijngebeurtenis te voldoen: een gebeurtenis die slechts wordt gecreëerd om te worden gedeeld via media, die als een soort toneelstuk wordt ‘opgevoerd’ en die als doel heeft zo wijd mogelijk verspreid te worden.
Maar er is nog een diepere zin waarin veel internet-fenomenen schijngebeurtenissen zijn. Wat ik daarmee wil zeggen is dit: veel internet-zaken bestaan alleen als ze door veel mensen worden gedeeld; tot dat het geval is ‘bestaan’ ze niet echt.
Groei is daarmee hun doel, hun bestaansrecht en hun levensbloed.
Denk aan apps, die alleen functioneren als er heel veel mensen gebruik van maken. ‘Bemiddeling-apps’ als Uber en AirBnB die diensten en klanten bij elkaar moeten brengen. Vergelijkings-sites als Elizawashere of Kieskeurig die bij elke dienst en elk product de publieke opinie moeten leveren. Deze toepassingen werken niet als er maar weinig mensen aan meedoen. Als er in Nederland vijf Uber-chauffeurs zouden rondrijden en vier Uber-passagiers een rit zouden boeken, zouden chauffeur en passagier elkaar niet kunnen vinden.
Vele apps en websites, en eigenlijk alle sociale media hebben een bepaalde grootte nodig om überhaupt te kunnen functioneren. En een bepaalde groei. Vertonen ze die groei niet, dan storten ze op een een gegeven moment in elkaar. Dat kan een haperende start up gebeuren, maar ook een groot bestaand netwerk als Hyves.
Veel apps en websites hebben als doel een self fulfilling prophecy te zijn, een zeepbel die zijn eigen groei aankondigt. Die groei is wat hen waardevol maakt in de ogen van investeerders – niet wat ze voor hun klanten ‘doen’. En in zekere zin doet het er ook niet toe wat Facebook of Snapchat precies doet – over een paar jaar zijn ze ingehaald door nieuwe aanbieders. (Een feilloze voorspeller van dergelijke ontwikkelingen is het wanneer een bedrijf zijn groei probeert te kopen, door het overnemen van concurrenten. Dat kan nooit lang goed gaan.)
Boom and bust: dat is de cyclus van onze kapitalistische economie – maar daar zitten stabielere lagen onder. Beurzen schommelen, banken vallen om, lokale economieën belanden in een crisis; maar daar onder wordt nog steeds voedsel verbouwd, gaan nog steeds kinderen naar school, worden nog steeds auto’s en wasmachines geproduceerd.
Onder een internet-bubbel zit niet een soortgelijke laag van ‘subsistentie’. Als een internet-bubbel barst, blijft er niet meer over dan een restje sop.
Dus. Als Internet voor een groot deel een bubbel is. En daarmee een vehikel van bullshit en een producent van schijngebeurtenissen – dan is internet een wapen van bullshit politici en bullshit managers, van marketing en propaganda. En geen verdediging daartegen, ook niet waar het expliciet in dienst van waarheid en echtheid staat.
Voor het grootste deel ondergraven internet-toepassingen namelijk waarheid en echtheid.
What to do?
Wanneer, zoals ik de laatste maand heb betoogd, onze maatschappij grotendeels een bullshit maatschappij is, en wanneer dat de reden is van
de opkomst van Donald Trump
de heerschappij van ‘management’
de teloorgang van sport en spel
de dominantie van schijn op internet
Wat moeten we dan doen?
Ik heb hiervoor ook geen pasklare oplossing, die zijn er volgens mij ook niet. Maar ik heb wel een paar ideeën. Die zal ik, als het slot van deze reeks, de volgende keer bespreken!