132. Over het verschil tussen overreding en propaganda

Posted on 12 jan 2017 in Blog, Featured, Uncategorized

132. Over het verschil tussen overreding en propaganda

Afgelopen zondag was de uitreiking van de Amerikaanse Golden Globes, prijzen voor de beste prestaties in film en tv van het vorig jaar. De show werd bij deze gelegenheid niet gestolen door een verrassende winnaar, een onthullende jurk of een emotioneel dankwoord, maar door een politieke toespraak van Meryl Streep bij het accepteren van haar Lifetime Achievement Award.

Beluister de toespraak zelf:

Voordat we de (fascinerende) details gaan bekijken, wil ik de bespreking inleiden met de reacties op Streeps woorden. Waar ze in de zaal een ovatie krijgt, reageerde haar doelwit, Donald Trump, op zijn bekende kinderachtige manier door Streep een overschatte actrice te noemen – nogal opmerkelijk, aangezien haar status als acteericoon onomstreden is (en mensen excellentie in andere sectoren wel karakteriseren door iemand de ‘Meryl Streep’ van de betreffende activiteit te noemen).

Voor de supporters van Trump was Streeps toespraak een slag in een politieke oorlog, en massaal sloegen ze terug:

Samengevat luidde de kritiek: Streep is onderdeel van de ‘Hollywood’-elite, een Democraat en een slechte verliezer, ze weet niet wat er speelt, ze kijkt neer op gewone Amerikanen; waarop ze Trump aanvalt (het bespoten van een gehandicapte journalist) is helemaal niet gebeurd, of als het wel is gebeurd, dan is kritiek op hem niet de juiste manier om voor gehandicapten op te komen. Of de kritiek is irrelevant in het kader van Trumps politieke plannen.

Wat bij al deze reacties opvalt: ze gaan volledig voorbij aan de moraal van Streeps verhaal – dat een presidentskandidaat niet voor een welwillend gehoor van zijn supporters een kwetsbare tegenpartij moet aanvallen en belachelijk maken. Dat een dergelijk gedrag een soort goedkeuring van vernederen betekent. Dat disrespect disrespect uitlokt, en geweld geweld. En dat wanneer de machtigen hun positie gebruiken om andere te koeioneren, we allemaal verliezers zijn.
Haar tweede punt: mensen die doelwit zijn van Trumps aanvallen – kunstenaars, buitenlanders en journalisten – moeten elkaar steunen. Vooral de pers verdient steun, omdat die een essentieel onderdeel is van een werkende democratie.

In plaats van op deze zaken in te gaan, speelden de reageerders op de persoon (overschat, Hollywood-elite, Hillary-hulpje), deden de toespraak af als ineffectief (dit helpt gehandicapten niet), irrelevant (terwijl dit gezegd wordt is Trump bezig Amerika weer groot te maken) of zelfs averechts werkend (hypocriete toespraak die Amerika verdeelt).
Geen van de criticasters ging dus in op Streeps woorden zelf, behalve Trump, waar hij ontkende de reporter te hebben bespot. Alle Twitter-reacties hadden tot doel het debat te stoppen. Op haar argumenten volgden geen tegenargumenten, maar bespotting, verdachtmaking en ontkenning.
Dit, denk ik, is precies waar overreden – wat iedereen in een debat probeert te doen – overgaat in propaganda.

Overreding versus propaganda
Iedereen die iets te melden heeft in een debat zal proberen mensen van een punt te overtuigen. De manieren waarop dat overtuigen gebeurt, kunnen gerangschikt worden langs een spectrum. Aan de ene kant staat het puur logisch beredeneren, zoals in een wiskundig bewijs. Aan de andere kant staat het spelen op de emoties, met het voorbijgaan aan logische argumenten.
Wanneer de wijze van overtuigen meer op de argumenten is gericht, kunnen we spreken van overreden. Wanneer er meer op de emoties wordt gespeeld, is er sprake van propaganda.

Natuurlijk is het meeste overtuigen een mengsel van emoties en argumenten Dat zien we ook in de toespraak van Streep.

Aristoteles analyseerde al hoe overtuiging drie belangrijke elementen heeft, die alledrie nodig zijn om een gehoor aan te spreken.
1. De spreker moet zichzelf verkopen als een betrouwbare bron, een autoriteit – hij of zij moet geloofwaardig en sympathiek overkomen (ethos).
2. De boodschap moet helder en duidelijk zijn (logos).
3. De toespraak moet een emotie opwekken, die door de voorgestelde actie wordt bevredigd (pathos).
(Lees hier voor ’toespraak’ ook: reclamefilmpje, politieke poster, slogan, etc.)

Hoe werken deze elementen bij Streep?
Allereerst de ethos.
Streep wordt bij deze gelegenheid gehuldigd voor haar werk als actrice. Ze is ingeleid door actrice Viola Davis, die haar net de hemel heeft ingeprezen. Als ze het podium op komt, krijgt ze al een staande ovatie. Haar autoriteit is dus maximaal: iedereen in de zaal hangt aan haar lippen en is bereid om alles wat ze te melden heeft, van haar aan te nemen.
In de zaal, niet daarbuiten – dat zien we aan de reacties. Voor veel kijkers is alles wat een bevoorrechte filmster voor een gehoor van linkse culturele miljonairs te zeggen heeft, al bij voorbaat verdacht. Streep doet duidelijk nog wel een poging dit deel van het publiek aan haar kant te krijgen, door eerst te beklemtonen dat ze haar stem verloren heeft (dat moet sympathie wekken) en vervolgens heel Hollywood te definiëren als een verzameling van kwetsbare buitenstaanders – mensen die van elders komen. Dat werkt echter alleen in de zaal, omdat ze eerst de tegenstelling tussen de aanwezigen en de Trumpisten daarbuiten heeft aangestipt. Je kunt niet eerst een wij-tegen-zij creëren en dan de zij ervan overtuigen dat ‘zij’ ook bij de ‘wij’ horen (of de ‘wij’ bij de ‘zij’). Haar rondgang langs individuele sterren, allen geboren in het buitenland, werkt even om de aanwezigen in de ogen van Trump-fans te ‘humaniseren’ – maar ze doet dat effect meteen weer teniet door het werk van deze mensen tegenover football en vechtsporten te zetten, waarmee ze miljoenen liefhebbers van deze zaken afstoot.
Op dat moment werkt ook het gejoel en geklap van het publiek tegen haar appèl, omdat football-fans zich daardoor bespot voelen. Waarschijnlijk is in dit stadium van de speech, als haar boodschap nog over het voetlicht gebracht moet worden, het grootste deel van Trumps aanhang al afgehaakt.

Dan de logos.
Streep definieert eerst de (enige) taak van een acteur: de opdracht om zich in te leven in iemand anders, en ons te laten voelen hoe het is om die persoon te zijn. Ze roemt vervolgens vele geweldige optredens in het afgelopen jaar, die dat bij uitstek hebben belichaamd. En ze contrasteert dit met een optreden dat haar geraakt heeft, meer dan enig ander, niet omdat het goed was maar omdat het zo effectief was. “Het maakte het publiek aan het lachen en liet hen hun tanden tonen.”
Streep boodschap hier is glashelder: Trump (die ze niet bij name noemt, maar omschrijft als iemand die op de belangrijkste zetel van het land wil zitten) acteerde de handicap van een kritische journalist niet om zich in te leven en anderen te laten voelen hoe het was om gehandicapt te zijn, maar om het publiek tegen hem op te hitsen, in een misselijk makend vertoon van pesten. Ze memoreert het verschil in macht tussen Trump en zijn doelwit en beklemtoont dat de machtigen hun positie niet moeten misbruiken om anderen te koeioneren.

Vervolgens komt ze op de journalistiek als geheel.
Haar argument is dit: we hebben een sterke pers nodig om de machtigen te bekritiseren wanneer ze zich aan (dergelijk) wangedrag schuldig maken. Iedereen moet de pers ondersteunen: wij hebben hen nodig om kritisch onderzoek te doen, en de pers heeft ons nodig om hen rugdekking te geven.
Dit is op zich een goede boodschap, waar je het moeilijk mee oneens kunt zijn. Behalve natuurlijk als je een Republikeinse kiezer in Amerika bent en je al dertig jaar bent platgegooid door verwijzingen naar de oneerlijke media (een uitdrukking die Trump in de mond bestorven ligt). Dan is een oproep tot kritische journalistiek in jouw ogen een oproep tot anti-Trumpiaanse, linkse partijdigheid. Dan is het zelf weer een tactische zet in de propaganda-oorlog die het betoog juist tracht te ontkennen.
Tot slot van deze paragraaf nog één klein ding: om Trumps interpretatie van een gehandicapte journalist tegenover de gelauwerde uitbeeldingen van personen door acteurs te zetten, situeert Streep al deze optredens in 2016. Het probleem daarbij is: Trumps bijeenkomst, waarop hij de imitatie deed, was in november 2015. Wist Meryl Streep dit, maar negeerde ze het omdat het retorisch sterker is om te spreken over ‘optredens in het afgelopen jaar’? Dan zou het haar toespraak meer in de richting van propaganda hebben geschoven.
Waarmee we bij de pathos van het geheel komen – het spelen op het gemoed.

Zoals gezegd: elke poging om te overtuigen maakt gebruik van emoties, misschien met uitzondering van wiskundige bewijzen. En daarmee is op zich niks mis. Als een politicus (zoals Obama) of een therapeut een gevoel van ontevredenheid, van ‘dit-moet-beter-kunnen’ opwekt, kan dat een positieve uitwerking hebben en de argumenten voor verbetering onderstrepen en versterken.
De beroemdste speech uit de Amerikaanse geschiedenis, die van Abraham Lincoln na de slag bij Gettysburg in de Amerikaanse burgeroorlog, had als doel dat Amerikanen die voor het Zuiden vochten zich hypocriet zouden voelen – omdat ze zowel het principe van gelijkheid als dat van slavernij omhelsden, en beide posities elkaar uitsluiten.

Meryl Streep probeert in het centrale deel van haar toespraak ook een emotie op te wekken: plaatsvervangende schaamte bij het idee van een president die zijn macht gebruikt om zwakkeren te bespotten. En ze biedt een actie die het onaangename gevoel weer wegwerkt: het steunen van kritische journalisten die dit soort gedrag aan de kaak stellen.
Ik denk dat het opwekken van deze emotie een zeer effectieve zet is – en ook geen vorm van propaganda, omdat Streep ons aan het denken zet. Ze maakt Trump niet belachelijk, ze scheldt hem niet uit – ze wijst alleen op de gevolgen als machtigen zich op deze wijze gedragen ten opzichte van machtelozen. En ze betoogt dat de machtelozen een sterke pers nodig hebben om hen te beschermen.
Samen met de begeleidende emotie is dit een sterk betoog – en het wordt nog sterker door de emoties die ze eerder heeft opgeroepen: door naar haar stemverlies te verwijzen; door te zeggen dat ze niet ins staat is haar toespraak uit het hoofd te doen maar hem moet voorlezen (terwijl ze daarna niet meer op haar blaadje kijk!); door te wijzen op de nederige, vaak buitenlandse afkomst van Amerika’s grootste sterren; door op het moment dat ze het over een Ierse opvoeding heeft, met een Iers accent te gaan praten; door haar stem te laten breken op de emotionele momenten; door te eindigen met een anekdote die haar eigen privilege benadrukt en haar moet verbinden met de mensen zonder dat privilege.
Meryl Streep is een geweldige actrice, dat zie je maar weer aan deze toespraak.

Is overreding nog mogelijk?
Streep toespraak is, anders dan de toespraken van Trump of de ‘spin’ van zijn volgers, geen voorbeeld van propaganda. Hoewel ze de toehoorders tot op zekere hoogte manipuleert, nodigt Streep ons desalniettemin uit tot nadenken – niet alleen tot voelen. Ze wijst Trump niet af, ze delegitimeert hem niet – ze stelt alleen voor dat hij zich aan een bepaalde maatstaf van presidentieel gedrag houdt, en dat wij de mensen steunen die daar op toezien.
Zoals gezegd: op die logos valt weinig aan te merken, en op de verpakking in pathos ook niet. Waar het misgaat (en niet alleen bij deze toespraak, maar in het hele Amerikaanse politieke debat) is bij de ethos. Momenteel lijkt niemand in Amerika in staat om een positie van geloofwaardigheid te creëren waarin algemeen geldige uitspraken worden gedaan. En veel mensen proberen dat niet eens meer, omdat zij hun positie te danken hebben aan het ondergraven van die geloofwaardigheid. Aan het creëren van wantrouwen en partijdigheid en het ondermijnen van elke mogelijke ethos.

Op zich is het jammer dat een alom gerespecteerde actrice, wier werk door miljoenen wordt bewonderd, geen effectievere poging heeft gedaan die algemene autoriteit te bewerkstelligen, maar te spelen op de adoratie van haar selectieve publiek. Dat levert een staande ovatie op, maar alleen van mensen die het toch al met haar eens waren.
Politiek gezien is haar toespraak daarmee een losse flodder.

Is het in het huidige klimaat überhaupt nog mogelijk ethos op te bouwen, waarop logos kan worden gefundeerd – zodat we niet alleen pathos overhouden. Is het nog mogelijk te overreden, in plaats van te propaganderen?

Je zou haast zeggen van niet. Maar ik denk: het is onmogelijk tot iemand het gewoon doet – en zo laat zien dat het mogelijk is.
Een nieuwe Lincoln.
Natuurlijk, het is niet gezegd dat er nieuwe Lincolns rondlopen, in Amerika of elders ter wereld. Maar er kan ook morgen een nieuwe inspirerende en verbindende figuur opstaan, die doet wat nu even onmogelijk lijkt als het werk van Gandhi of Mandela dertig of honderd jaar geleden.
Het kan morgen gebeuren.