115. Een ridder maakt rare sprongen
Ruim dertig jaar geleden, ik weet niet meer precies in welk jaar, bezocht ik op de Nijmeegse universiteit een lezing van Douglas Hofstadter. In die tijd, het begin van de jaren ’80, was een groot deel van de Nijmeegse filosofiefaculteit waar ik studeerde, in de ban van zijn boek Gödel, Escher, Bach: an eternal golden braid. Voor dit werk over denkprocessen, geïllustreerd met voorbeelden uit muziek, beeldende kunst, wiskunde, biologie, psychologie, natuurkunde en linguïstiek, had Hofstadter in 1980 de Pulitzer Prijs gewonnen. Het was nota bene zijn eerste boek. In zijn lezing toonde...
Read More114. Terug naar de middeleeuwen
Het idee van de ridder en van de ridderlijke code kwam op in de tijd van de grote kruistochten in de twaalfde eeuw, toen denkers binnen de kerk een manier zochten om het geweld van edelen te harnassen voor het geloof. Terwijl theologen werkten aan het idee van nobele ridders die hun zwaard in dienst zouden stellen van rechtvaardigheid, vroomheid, de kerk, weduwen en wezen, begingen geharnaste strijders te paard de grootst mogelijke onrechtvaardigheid jegens iedereen die niet ook een ridder was. Geroemd als kampioenen van de onderdrukten, waren ze in feite zelf de onderdrukkers. Deze kloof...
Read More113. Noem me Don Quichot
Wanneer wij iemand kenschetsen als een Don Quichot, hebben we daar meestal het beeld bij van iemand die met windmolens vecht. We zien voor ons een sjofel geharnaste ridder op een uitgemergeld paard, die met geheven lans op de draaiende wieken van een molen af stormt. Het beeld komt uit het achtste hoofdstuk van het eerste deel van “De Vernuftige Ridder Don Quichot Van La Mancha” van Miguel de Cervantes Saavedra, uit 1605: Hij had het nauwelijks gezegd, of hij gaf het paard Rocinante de sporen, zonder zich te bekommeren om het geroep van zijn schildknaap, dat het geen reuzen...
Read More112. Uit en in de grot
Vorige keer besprak ik de verwisseling van het echte en het beeld (het werkelijke en het denkbeeldige) in afgoderij of idolatrie. Ik moest, terwijl ik het stuk schreef, denken aan de allegorie van de grot, van Plato, waarin eenzelfde verwisseling wordt geïllustreerd. Deze week herlas ik de relevante passages uit Plato’s werk De Staat (Politeia) – niet alleen de allegorie van de grot, maar ook de eerdere vergelijking van de lijn, waarvan de grot-vergelijking een uitwerking is. Plato’s betoog over de lijn koppelt verschillende vormen van kennis (die corresponderen met...
Read More111. Selfie with pope
Deze bijdrage is een soort ‘afterthought’, zoals het in het Engels heet, bij mijn vorige twee artikelen, over idolatrie en Rembrandts zelfportretten. In het laatste artikel vermeldde ik de kunsthistorische theorie dat Rembrandt zelfportretten schilderde en verkocht om zijn faam te vergroten, zoals moderne beroemdheden selfies publiceren op sociale media. Terwijl ik dat schreef, moest ik denken aan de verwisseling van origineel en kopie, die de kern vormt van idolatrie. Aan het onvervangbare dat wordt vervangen en het onverwisselbare dat wordt uitgewisseld. En ik besefte dat ik de...
Read More110. Schilderen als reflectieve activiteit
In een eerder artikel betoogde ik dat filosofie, in zijn westerse traditie, altijd een reflectieve activiteit is. Een filosoof reflecteert op – de wijsheid in het denken van de samenleving – de filosofie als streven naar wijsheid – het leven van de filosoof zelf als praktische vorm van wijsheid. Hoewel filosofie, uiteraard, altijd een talige activiteit is, geloof ik niet dat bovenstaande drievoudige vorm van reflectie voorbehouden is aan talige activiteiten. Integendeel, ik denk dat er vormen van bespiegeling zijn die buiten taal om gaan, maar daarom niet minder onthullend...
Read More