“Ik wil niet weten in wat voor universum u leeft”, zei kamerlid Jesse Klaver boos tegen president-commissaris Rik van Slingelandt. Die had daarop best kunnen antwoorden: in hetzelfde universum als u.
Bankiers en politici: ze staan regelmatig tegenover elkaar, maar hun werelden hebben veel met elkaar gemeen. In de ruim een week durende crisis rondom bed-bad-brood werd eens te meer duidelijk dat ons politieke systeem grote fouten bevat en dat politici gevangen zitten in dezelfde amorele structuren die Joris Luyendijk in zijn banken-blog heeft beschreven.
De belangrijkste overeenkomsten:
1. Het draait in beide werelden om de bottom line. Bij banken en verzekeringen om aandeelhouderswaarde, bij politieke partijen om kiezersgunst. Alles wat politici doen wordt tegenwoordig getoetst aan resultaten bij verkiezingen. Het doel heiligt daarbij de middelen. In verkiezingsdebatten wordt gelogen, vertekend en overdreven, als doelbewuste tactiek. In campagnes worden beloften gedaan die daarna net zo gemakkelijk weer worden gebroken.
En wat het ergste is: er wordt niet immoreel gehandeld voor een ‘groter goed’ zoals het landsbelang (als dat al een rechtvaardiging zou zijn), het gaat alleen om het belang van politicus en partij zelf. Ook als dat tegen een groter belang ingaat. Mocht het huidige kabinet vallen, dan is dat niet omdat VVD en PvdA het niet eens kunnen worden over een belangrijk beleidspunt, maar omdat ze garen denken te kunnen spinnen bij een kabinetscrisis. En als de regering blijft zitten is dat weer niet omdat ze het eens zijn geworden over een goede oplossing, maar omdat ze meer voordelen zien in het uitstellen van de volgende verkiezingen.
2. Het draait in financiën en politiek steeds meer om de korte termijn. Een ‘electronische kudde’ (Thomas Friedman) van investeerders jaagt voortdurend over de planeet, op zoek naar het hoogste rendemement. Met één klik op de knop worden miljarden verschoven. Maar niet alleen in de economie, ook in de politiek is de aarde plat geworden. Kiezers zweven niet eens meer, ze rennen van partij naar partij, op zoek naar het programma met de grootste beloften en de politicus met het beste imago. En net als in de zakenwereld regeert de korte termijn. Waar het bij bedrijven niet meer om jaarverslagen maar om kwartaalcijfers gaat, draait het in de politiek niet meer om verkiezingen maar om wekelijkse opiniepeilingen. Een virtueel zeteltje erbij of eraf: dat is de munteenheid waarmee in de politiek wordt betaald en waar het in de praktijk over gaat.
3. Zowel banken als politici handelen in gevaarlijke, te ingewikkelde producten. We weten allemaal van de woekerpolissen en credit default swaps, met hun onzichtbare kosten en risico’s – maar kijk eens naar de beleidsplannen waar politici in handelen! Decentralisering van de zorg, het leenstelsel, belastinghervormingen: politici nemen beslissingen met de pretentie dat ze de gevolgen ervan kunnen inschatten. Maar is dat ook zo? Elk jaar toont de ‘gehaktdag’ in mei weer aan dat de overheid heel goed is in het uitgeven van geld en heel slecht in het verantwoorden van die uitgaven. Vaak weten we van overheidsuitgaven niet eens of het geld naar het juiste doel is gegaan, laat staan of de gestelde doelen gerealiseerd zijn en er ‘value for money’ is geleverd. Behalve als het om ICT-projecten gaat, dan weten dat het geld in elk geval uit het raam is gesmeten.
En nog een punt van overeenkomst: als er een succesje wordt geboekt, staat elke politicus en elke partij voorop om dit op te eisen. Als het misgaat, zijn de kosten voor de samenleving.
4. Er bestaat een eenzijdige aandacht voor de toekomst, ten koste van het verleden. Zoals het bij banken om verwacht rendement gaat, draait de politiek om plannen voor toekomstig beleid. Politici worden niet gekozen op grond van prestaties in het verleden, maar vanwege ambities voor de toekomst. Op een mislukking in het verleden wordt bijna nooit iemand afgerekend. Wel op een bonnetje voor een fles wijn, of het onvolledig informeren van de kamer. Maar slecht en schadelijk beleid heeft nog nooit een minister de kop gekost.
5. In situaties waar kiezers, geholpen door media, nog wel kritische vragen proberen te stellen, worden moderne politici afgeschermd door een cordon van pr-adviseurs, spindoctors, communicatiedeskundigen en marketing professionals. Wat Joris Luyendijk schreef over topbankiers, dat ze liever hun moeder ombrengen dan zonder pr-begeleider naar een interview te gaan, geldt ook voor toppolitici. Dit heeft grote afbreuk gedaan aan het principe dat politici zich zo volledig mogelijk moeten verantwoorden.
Wat leidt tot het laatste punt.
6. Controle werkt niet meer in de politiek. Zoals de accountants en de ratings agencies in de financiële wereld vaak tekort schieten in het controleren van banken en hun producten, faalt tegenwoordig de controle van het regeringsbeleid door het parlement. De hoofdoorzaak hiervan is dezelfde als in de wereld van het geld: een te grote verstrengeling van de controlerende en de gecontroleerde partij. In Den Haag vindt dat zijn weerslag in het politiek bedrijven per regeerakkoord en in het sluiten van deals in achterkamertjes. Kijk hoe de juridisch specialisten van de VVD-fractie een dubbele rol speelden bij het aftreden van Opstelten en Teeven – alvorens hen op Justitie op te volgen!
Deugen politici dan niet, zijn het allemaal profiteurs en zakkenvullers? Nee, net als bankiers zijn het normale mensen – in een amoreel en schadelijk systeem. En net als bij de financiële sector helpt het niet om de huidige lichting eruit te gooien en een nieuwe regering te vormen, of een nieuw parlement te kiezen. Die 150 nieuwelingen zijn binnen de kortste keren net zo verpest als hun voorgangers, omdat het systeem niet deugt.
Bij de hervorming dáárvan dient onze aandacht te liggen.