252. Overlevenscantate

Posted on 30 jul 2019 in Blog, Cantate, Featured, Overlevenskunsten, Uncategorized

252. Overlevenscantate

Vorige week bepleitte ik de introductie van kleine erediensten, gevormd door een reeks van ‘overlevenskunsten’: poëzie, filosofie, muziek, mindfulness, kleine rituelen… Samen zouden deze onderdelen een levensbeschouwelijk thema in 15-20 minuten van verschillende zijden moeten belichten. Inspiratie voor deze bijeenkomsten vormen de cantates van Johann Sebastian Bach – daarom zou ik ze overlevenscantates willen noemen.

Als voorbeeld van een mogelijke liturgie voor een dergelijke bijeenkomst wil ik een voorstel doen voor een ontmoeting rondom het thema ‘Beginnen’.

1. Nadat iedereen plaats heeft genomen staat een aangewezen persoon op een ontsteekt een kaars op, naast of voor het podium.

2. Een andere persoon neemt plaats achter een lessenaar en leest de volgende vertaling voor van het gedicht ‘Begin’ van Brendan Kennelly:

Begin opnieuw bij de wenkende vogels
bij het zien van het licht bij het raam
begin bij het razen van ochtendverkeer
langs de hele Pembroke Road.
Ieder begin is een belofte
geboren in licht, stervend in duistere
vastberadenheid en opwinding van lente
bloesems op weg naar werk.
Begin bij het schouwspel van wachtende meisjes
de arrogante eenzaamheid van zwanen in de gracht
bruggen die verleden en toekomst verbinden
oude vrienden die verscheiden maar toch bij ons zijn.
Begin bij eenzaamheid die niet kan eindigen
omdat zij het misschien is die ons doet beginnen,
begin jezelf te verwonderen bij onbekende gezichten
bij schreeuwende vogels in de plotselinge regen
bij naakte takken in het bereidwillige zonlicht
bij meeuwen die brood zoeken
bij stellen die een zonnig geheim delen
samen alleen terwijl ze het goed hebben.
Al leven we in een wereld die van het einde droomt
die altijd op het punt staat op te geven
iets dat eindes niet erkent
eist dat we altijd beginnen.

3. Er wordt een korte bezinning uitgesproken in het licht van Kennelly’s gedicht. Als ik het zou doen, zou dat het volgende kunnen zijn:

Het gedicht Begin van de Ierse dichter Brendan Kennelly laat zien hoe we elke dag een nieuw begin maken, beter nog, dat we elke dag ontelbare nieuwe beginnetjes maken. De dag lonkt, wenkt en wij reageren daarop door een nieuwe start te maken.
Het succes van dat nieuwe begin is bepaald niet vanzelfsprekend – integendeel, zegt Kennelly:

Ieder begin is een belofte
geboren in licht, stervend in duistere
vastberadenheid en opwinding van lente
bloesems op weg naar werk.

En we weten dat natuurlijk wel, we weten dat niet elk project in succes kan eindigen, elke wedstrijd in een overwinning. Life gets in the way. Maar toch beginnen we eraan. Misschien uit eenzaamheid – niet de arrogante eenzaamheid van zwanen, maar de behoeftige eenzaamheid van mensen die ergens op wachten, die verbinding zoeken, die oude vrienden missen (maar nog steeds naast zich voelen). Een eenzaamheid waarvan we weten (of althans vermoeden, misschien vrezen) dat die nooit helemaal kan worden opgeheven, maar we willen het toch proberen.
Probeert het! zegt Kennelly – geloof dat je in elk onbekend gezicht kunt vinden wat je zocht; dat elke roep van een vogel het antwoord kan zijn op een ongestelde vraag; dat elk stel een zonnig geheim deelt dat je zou kunnen doorgronden, namelijk het geheim om alleen toch samen te zijn, om die eenzaamheid te kunnen delen.

En al is er in de wereld iets dat die nieuwe beginnen wil ontmoedigen, dat alle pogingen wil staken, dat elk experiment wil opgeven – net zo goed zit er in ons een element dat zegt niet op te geven; sterker nog, dat ons zegt niet te geloven in een definitief einde, een onomstotelijke conclusie – alleen in een nieuw begin. Omdat de mens bij uitstek dat is: de homo initiator, de beginnende mens, de mens die iets nieuws initieert.
Hannah Arendt heeft ons er al op gewezen: mensen zijn wezens die op elk moment iets nieuws kunnen beginnen, die zichzelf en elkaar kunnen verrassen. Van mensen moet je altijd het onverwachte verwachten. Het nieuwe. Een nieuw begin.

4. Een aangewezen persoon slaat op een klok. Twee minuten verstrijken in stilte, zodat iedereen kan reflecteren op het voorafgaande.

Daarna wordt opnieuw op de klok geslagen.

5. Er wordt de volgende muziek afgespeeld:

6. De kaars wordt uitgeblazen door de persoon die hem ook heeft aangestoken.

Einde