135. Het woordenboek van geaccepteerde bullshit: normaal.doen.

Posted on 4 feb 2017 in Blog, Bullshit, Featured, Uncategorized

135. Het woordenboek van geaccepteerde bullshit: normaal.doen.

Vorige week maakte een advertentie-brief van Mark Rutte, gepubliceerd in alle grote dagbladen, veel los. De oproep van de premier om ‘normaal’ te doen leverde hem veel kritiek op. Volgens commentatoren was de brief een poging om PVV-gedachtegoed een tikkeltje vriendelijker te formuleren, om zo Wilders-stemmers te trekken zonder kiezers uit het midden af te schrikken.

De brief mocht beschouwd worden als een toelichting bij de VVD-slogan voor de komende verkiezingen: Normaal. Doen.

verkiezingsposters-1410x0-c-default

 

Een paar weken geleden besprak ik naar aanleiding van Meryl Streeps anti-Trump speech de Aristoteliaanse eisen aan een goede toespraak. Samengevat: een goede toespraak moet van een goede, betrouwbare spreker komen (ethos), een weloverwogen, logische inhoud hebben (logos) en aansluiten bij het gevoel van de luisteraars (pathos).

Als we kijken naar de ethos, pathos en logos van Rutte’s brief, dan zien we dat het met de eerste twee wel goed zit, maar dat de logos bijna geheel ontbreekt.
De ethos van de brief is geïmpliceerd, doordat de afzender de premier van Nederland is en de brief ‘Aan alle Nederlanders’ gericht is. Natuurlijk zijn er Rutte-haters, maar de meeste mensen zullen open staan voor wat onze minister-president te zeggen heeft.
Wat heeft hij te zeggen? Dat we normaal moeten doen. Je zou zeggen, heb je daar een hele brief voor nodig, maar het is duidelijk dat het ‘normaal’ van Rutte geen gewoon ‘normaal’ is: het is een poging om Nederland in tweeën te verdelen, terwijl de expliciete boodschap is dat Nederland één moet worden: “Laten we ervoor strijden dat we ons thuis blijven voelen in ons mooie land. Laten we duidelijk blijven maken wat hier normaal is en wat niet. Ik weet zeker dat we dit voor elkaar gaan krijgen. Dat we alles wat we met elkaar bereikt hebben samen overeind houden. U, ik, wij allemaal.”

‘Wij’ gaan dit voor elkaar krijgen. Met z’n allen. Want ‘wij’ zijn het met elkaar eens over wat normaal is, toch? Handen schudden. Gelijke behandeling. Van hulpverleners afblijven. Leraren respecteren. Mensen niet sarren met vlogjes. Uit Rutte’s opsomming blijkt natuurlijk precies het tegendeel van wat hij zegt: namelijk dat we het over deze dingen niet allemaal eens zijn – dat er mensen zijn die deze dingen niet doen.
Die mensen, zo blijkt uit Ruttes worden, zijn abnormaal. Waarbij hij alles op een hoop gooit wat een negatief gevoel uitlokt, of het nu tegen de wet is (discriminatie), enigszins ongebruikelijk (weigeren de handen te schudden) of ergerlijk, maar ‘normaal’ pubergedrag (mensen sarren).

‘Normaal’ werkt hier precies als het verdeel-en-heers-woord ‘volk’ – waar iedereen bij hoort, maar tegelijk ook weer niet, want het volk keert zich tegelijkertijd tegen een deel van zichzelf, de ‘elite’.

Door alles wat Telegraaf-lezers mishaagt op te sommen en als ‘abnormaal’ te bestempelen, doet Rutte twee dingen: hij zet mensen die zich aan dit gedrag bezondigen weg als buitenstaanders, freaks, verstorende krachten; en tegelijk suggereert hij dat er eigenlijk helemaal geen buitenstaanders zijn – we zijn immers allemaal Nederlanders, willen allemaal dat Nederland een supergaaf land blijft en gaan dit samen voor elkaar krijgen: u, ik, wij allemaal.

Het ene moment is Nederland een ‘supergaaf’ land, het andere moment “lijkt het alsof niemand meer normaal doet”. We kennen dit soort tegenstrijdige uitspraken ook van Donald Trump, voor wie Amerika tegelijk het beste land ter wereld is en een smeulende hoop as.
Niet normaal.

Het is het misbruik van het woord normaal, die Rutte een vermelding in het woordenboek van geaccepteerde bullshit oplevert. Door het woord elf keer te gebruiken en steeds op een net iets andere manier, zodat het steeds minder betekent; door te speculeren op het gevoel van ‘natuurlijk, over wat normaal is kunnen we het toch niet oneens zijn’, en dan discutabele dingen te zeggen over specifieke normen; door de term ‘Nederlanders’ de ene keer te gebruiken als een inclusieve term (wij allemaal) en dan als een exclusieve (als je uit het buitenland komt en onze normen niet deelt, moet je maar weggaan); door welbewust de begrippen immigrant en vluchteling door elkaar te halen; en last but not least, door de verbijsterende ironie van

“Dat je normaal naar elkaar luistert. In plaats van elkaar te overschreeuwen als je het ergens niet mee eens bent.”

afgezet tegen dit:

Dit leidt samen tot het volgende nieuwe lemma in ons woordenboek:

“Normaal: datgene wat iedereen vindt of doet, behalve degenen die dit niet vinden of doen; suggereert eenheid terwijl het verdeeldheid schept; zie ook: volk, verward.”