124. De enige mogelijke respons is luisteren

Posted on 9 nov 2016 in Blog, Uncategorized

124. De enige mogelijke respons is luisteren

Net als veel Nederlanders was ik vanochtend redelijk verbijsterd door het nieuws dat Donald Trump is gekozen tot president van de Verenigde Staten. Vanuit Nederlands perspectief is het alsof Emile Ratelband vandaag een politieke partij op zou richten en in maart 2017 de meerderheid van de zetels in de Tweede Kamer zou winnen.

Natuurlijk zijn er belangrijke verschillen tussen Ratelband en Trump – maar het is betekenisvol dat ik vanzelf op een dergelijke vergelijking kom en dat veel Nederlanders zullen snappen waarom ik die maak.
En de betekenis is deze: dat ik kennelijk geen enkel idee heb hoe Trump zo ver heeft kunnen komen.

Wanneer je de reacties in Europese hoofdsteden hoort, lijkt het erop dat bijna niemand de nederlaag van Clinton heeft zien aankomen en dat niemand precies weet hoe de EU erop moet reageren. De Franse regering is bezorgd (Hollande: “De wereld gaat een periode van onzekerheid tegemoet”), net als de Duitse (BuZa minister Steinmeier: “Het resultaat is anders dan wat de meeste mensen in Duitsland hadden gehoopt, maar we moeten het accepteren”). De meeste partijen op het Binnenhof zijn verbijsterd (Jesse Klaver: “OMG. Trump president VS. Laten we zorgen dat zijn gedachtegoed van haat en verdeeldheid in NL niet wint.”). Brussel ziet de overwinning van Trump als een waarschuwing voor populisten op Europese bodem.

Er zijn ook partijen die victorie kraaien: de PVV, het Front National, UKIP, de AfD. Zij zien Trump als voorbeeld en voorbode van eigen electoraal succes. #MakeEuropeGreatAgain.

Ik geef toe: als je het gekraai van Wilders, Le Pen, Farage en Petry hoort/leest, heb je de neiging om je vol walging af te keren. En je voelt je verbonden met Amerikanen die vannacht vol onbegrip en woede hebben gereageerd en gisteren #HesNotMyPresident tot trending topic maakten.
Of, zoals actrice Ariel Winter (Modern Family) het formuleerde:

Dat leverde haar enkele duizenden retweets en hartjes op, maar ook veel reacties in de trant van “Pleur op, dan”.
Als je dergelijke uitwisselingen leest, lijkt het alsof de verkiezingscampagne nog gaande is.
Dat schiet niet op.

Een ander geluid
Kortom, wat de media ons vandaag voorspiegelen is oftewel een gehuil van triomf, oftewel een gehuil van pijn en woede.
Voor het meest verfrissende tegengeluid in deze kakofonie zorgde vannacht een rechtste commentator, Glenn Beck.
Om een en ander in perspectief te plaatsen:

Glenn Beck verdiende jarenlang zijn brood door haat te zaaien en de meest absurde samenzweringstheorieën te spuien. Dit deed hij door middel van radio- en tv-programma’s, boeken en protestacties. Hij werd voor deze dingen bespot en geparodieerd door Saturday Night Live, John Stewart, Stephen Colbert en South Park.
Beck voerde jarenlang een intensieve campagne tegen president Obama en diens beleid. Zo noemde hij Obama onder andere een racist die blanken haatte. Maar in een recent interview gaf hij toe dat hij zich ten onrechte druk had gemaakt over Obama:
“I did a lot of freaking out about Barack Obama.” En hij voegde toe:”Obama made me a better man.”
Beck zei het te betreuren dat Obama een racist had genoemd en gaf toe, “There are things unique to the African-American experience that I cannot relate to, I had to listen to them.”
Beck ondersteunt nu Black Lives Matter, de beweging tegen geweld en discriminatie jegens Afrikaanse Amerikanen.

Vannacht verscheen hij een een nieuwspanel van NBC News. Daar zei hij dat het probleem van Amerika erin schuilt dat “we niet naar elkaar luisteren en elkaar niet vertrouwen.”

“Ik denk dat we totaal niet naar elkaar geluisterd hebben, en ik weet dat ik daarin ook fout ben geweest”.

Als oprichter van een tv-station, The Blaze, wees hij er ook op dat mensen de media niet meer vertrouwen “omdat ze vinden dat wij neerbuigend spreken, orakelen, en niet naar hen luisteren.”

“Beide partijen moeten beseffen ‘We moeten echt weergeven wat de mensen denken en naar de mensen luisteren.’ Want de mensen hebben een staat bereikt waarin ze niet meer redelijk zijn. Ze luisteren niet. En als je zoveel angst en zoveel woede krijgt, reageert ons brein door de rede uit te schakelen en niet meer te luisteren – en we moeten een weg naar elkaar vinden.”
Beck zei dat hij in het komende jaar mensen wil ontmoeten met wie hij het meest van mening verschilt, en alleen maar wil luisteren.

“We moeten beginnen naar mensen te luisteren. Als we dat niet doen, hebben we een groot probleem.”

Een begin van een oplossing
Als de analyse van Beck juist is – en dat denk ik – dan bevinden wij ons in een luistercrisis (mooi woord van Bart Spijkerboer). Er zijn eenvoudigweg teveel mensen die niet luisteren en teveel mensen naar wie niet geluisterd wordt.
Trump-fans luisteren niet naar democraten. Clinton-aanhangers luisteren niet naar ‘deplorables’. Christenen luisteren niet naar moslims, atheïsten niet naar gelovigen, winnaars van de globalisering luisteren niet naar de verliezers – en andersom.
Het politieke spreken is schreeuwen geworden, en wie schreeuwt kan moeilijk horen wat de ander zegt.
Wie schreeuwt is boos en bang, zoals Beck zegt. Wie boos en bang is, kan niet meer rustig nadenken.

Dus. Om uit deze impasse te komen, is het niet voldoende om ‘de strijd aan te gaan’

of een bekrompen fanaticus te trotseren

Het klinkt mooi, vechten tegen een fanaticus, maar op dit moment lijkt het me urgenter om er achter te komen wat iemand tot een vooringenomen fanatiekeling maakt. En dat betekent: naar hem of haar luisteren. Echt luisteren. En niet, zoals links Amerika afgelopen jaar gedaan heeft, Trump-kiezers interviewen om te laten zien hoe dom ze zijn:

Ik geef toe, het is hilarisch, maar door mijn lachen vergeet ik me te verplaatsen in de ondervraagden en te begrijpen waarom ze denken zoals ze denken, spreken zoals ze spreken, stemmen zoals ze stemmen. En als ik ze afdoe met ‘idioten’ of ‘racisten’, vrouwenhaters of ‘deplorables’ – is dat niet even lui even funest als hun feitenvrije zekerheid dat Hillary de duivel is en Trump de messias?