Vorige week besprak ik hoe verschillende maatschappelijke tendensen – oppervlakkige analogieën, een melodramatisch wereldbeeld, de verspreiding van bullshit en schijngebeurtenissen, een groei van ressentiment – onder druk van de corona-pandemie zijn versterkt en elkaar wederzijds tot grote hoogte hebben opgezweept. Een volmaakte storm van deze invloeden zou kunnen leiden tot een burgeroorlog en dictatuur – nu nog vormen van beeldspraak, maar straks misschien (zelf) vervulde profetieën.
In het laatste artikel behandelde ik de invloed van twee dominerende analogieën: dat we in oorlog zijn met het virus en dat de maatregelen tegen corona dictatoriaal zijn. Ik beschreef daarbij hoe vergelijkingen met oorlog en dictatuur in onze samenleving de al aanwezige tendensen van melodrama, bullshit, schijngebeurtenissen en ressentiment versterken.
Vandaag wil ik kijken hoe ons alomtegenwoordige melodramatische wereldbeeld de andere tendensen beïnvloedt. Hoe het oppervlakkige analogieën bevordert, bullshit en schijngebeurtenissen uitlokt en ressentiment schept.
Allereerst de invloed op vergelijkingen.
Oorlogstaal
Het melodramatische wereldbeeld is er eentje van protagonist en antagonist – held tegenover schurk, zeg maar. Van een conflict met begin en einde. Van duidelijke overwinning of nederlaag. In een dergelijk beeld past het metaforische denkschema EEN PROBLEEM IS EEN TEGENSTANDER (DIE VERSLAGEN KAN WORDEN).
Vanzelf leidt dit denkschema tot de heersende metafoor van de pandemie als oorlog – een beeldspraak die even werkt, aan het begin van een crisis, om alle krachten te mobiliseren, maar die al gauw averechtse gevolgen krijgt. De vergelijking is helaas te oppervlakkig (en zelfs over het kernpunt, dat het corona-virus een tegenstander is, kun je twisten).
De beeldspraak van een oorlog tegen het virus is net zo inzichtelijk en effectief als een oorlog tegen de Zuidenwind, zoals Herodotos optekent in zijn Historias:
De buren van de Nasamones zijn de Psylli – hoewel ze niet langer bestaan. Er is een verhaal dat de Libiërs vertellen (en ik herhaal het hier) dat de zuidenwind het water in hun voorraadtanks had opgedroogd, zodat ze niets meer over hadden, omdat hun gebied volledig binnen de Syrtis woestijn ligt. Daarop hielden ze een vergadering en besloten ze unaniem de oorlog te verklaren aan de zuidenwind. Ze trokken de woestijn in, waar de zuidenwind blies en hen in het zand begroef. De gehele stam werd uitgeroeid en de Nasamones namen hun domein over.
Een andere melodramatische vergelijking: de regering is een gezondheidsdictatuur (met als logische uitwerking ‘de QR-code is een Jodenster’ of ‘ongevaccineerden zijn de nieuwe Joden’). Dit is helaas ook een erg oppervlakkige analogie, die een enkele overeenkomst (mensen moeten voor toegang tot bepaalde zaken een pas tonen) tussen de Bezetting en het corona-nu naar voren haalt – en talloze verschillen negeert.
Opnieuw: deze oppervlakkigheid wordt uitgelokt en gelegitimeerd door het het melodramatische schema EEN PROBLEEM IS EEN TEGENSTANDER.
Meningen noch feiten
Omdat melodrama voor alles om winnen draait, schept het een sterke motivatie om bullshit en schijngebeurtenissen te creëren. Zoals ik al vaker heb beschreven, maakt de bullshit-analyse van Harry Frankfurt duidelijk dat ‘stierenstront’ als doel heeft de grens tussen waarheid en leugen uit te wissen. Waar een leugenaar het ene (juiste) feit verruilt voor het andere (onjuiste) feit, een ware gebeurtenis voor een onware, negeert de bullshitter dit hele onderscheid. In bullshit wordt niet zorgvuldig één onware streng in een verder waarheidsgetrouw net geknoopt, maar wordt een heel netwerk van onzin, overdrijvingen, aanvallen, vaagheden, ontkenningen en afleidingen geschapen waarin geen waarheid of onwaarheid meer te vinden valt.
Onwaarheid en waarheid (of tegenstrijdigheid en consistentie) vormen ‘objectieve’ maatstaven die de overwinning afhankelijk maken van externe omstandigheden: van een blik op de werkelijkheid (die dan wel of niet correspondeert met de uitspraak) of een kijk op de logische samenhang van het betoog (die aanwezig is of ontbreekt).
Een dergelijke toets is iets wat de bullshitter het liefst wil ontlopen. Hij wil namelijk een discussie winnen ten koste van alles – ook als de prijs logica of waarheid is.
Bullshit ‘blinkt daarom uit’ in vaagheden, zijsprongen, ontkenningen of tegenaanvallen: alles om maar niet op een uitspraak vastgepind te kunnen worden.
In de beste bullshit kun je geen feit en zelfs geen mening ontwaren. Nooit staat het water stil genoeg om er doorheen te kijken, voortdurend wordt erin geroerd om de ondoorzichtigheid te continueren.
Bullshit is er om (de winst van) het ego te beschermen. Het richt zich daarom ook niet alleen naar buiten, tegen externe tegenstanders, maar ook tegen de interne criticus. Bullshit is het middel waarmee ons geheugen het verleden herschrijft: alles ter eer en glorie van het ego.
Het geheugen ‘schrijft’ een ons welgevallige biografie. Het haalt de scherpe kantjes van onze fouten af, het versluiert aansprakelijkheid, het verkleint negatieve en vergroot positieve gevolgen van ons handelen. Zo geeft het ons de mogelijkheid om tegen onszelf te liegen, wat iets heel anders – en iets veel gevaarlijkers – is dan tegen je omgeving liegen. In dat geval weet je nog wat de waarheid is, maar kiest ervoor die niet te spreken. Bij zelfbedrog weet je helemaal niet meer wat de waarheid is.
Bioloog Robert Trivers heeft ooit betoogd dat zelfbedrog de beste manier is om anderen te bedriegen: als je zelf gelooft wat je verkondigt kun je nooit op een bewuste leugen betrapt worden. Ik denk dat zijn analyse echter niet diep genoeg gaat en dat er nog een betere verdediging tegen ontmaskering is: helemaal geen standpunt meer hebben. Wanneer je jezelf nooit vastlegt op een bepaalde mening of een bepaald feit, maar elke vraag ernaar onder bullshit bedelft, dan maakt dat je in zekere zin onkwetsbaar. En nog veiliger ben je wanneer je niet door bullshit een bepaalde mening of feitelijke uitspraak tracht te verbergen, maar wanneer je eigen denken louter nog uit bullshit bestaat: drogredeneringen die samen één onontwarbare kluwen van uitlatingen vormen, een gordiaanse knoop die door geen zwaard meer valt te klieven.
Schijngebeurtenissen, evenementen die speciaal worden georganiseerd om via media verspreid te worden, worden ook grotendeels door de melodramatische drang tot winnen aangedreven. De dominante schijngebeurtenissen in de coronatijd, personferenties en demonstraties, draaien vooral om wat in de politiek ‘spin’ is gaan heten: het manipuleren van de interpretatie van gebeurtenissen en trends. Deze manipulatie is natuurlijk het gemakkelijkst wanneer de gebeurtenis zelf wordt ‘opgevoerd’, zodat de uitleg al een bepaalde kant op kan worden gestuurd. Zelf de regie houden over alle communicatie, dat is iets wat elke ‘spindoctor’ zal aanraden. Een persconferentie is daarom beter dan een interview, een demonstratie beter dan een debat.
De ware bullshitter heeft het liefst een kritiekloos interview, waarin de vragen slechts opzetjes zijn om eigen tirades af te steken. Dit is daarom ook precies het soort interviews dat Donald Trump tegenwoordig aan rechtse Amerikaanse nieuwszenders geeft.
En waar een bullshitter een keer voor de rechter wordt gedaagd, is de tactiek steevast van de rechtszitting een schijngebeurtenis te maken – eentje waarin het niet om de wet draait, maar om de publieke opinie. De rechtbank een nep-rechtbank noemen en te onpas rechters wraken zijn ook vaste zetten in dit repertoire.
En als je een rechtszaak verliest, dan leg je jezelf daar natuurlijk niet bij neer, maar gebruik je dat verlies om je standpunt nogmaals te herhalen en om steun te vragen:
Dus historische vergelijkingen in het kader van de Coronaregels zijn vandaag door een Amsterdamse rechter verboden.
Krankzinnig, onbegrijpelijk vonnis. Wij zijn verbolgen en strijdbaar. En we gaan uiteraard in hoger beroep.
Steun ons! #FVD https://t.co/wkUs8teXpd pic.twitter.com/dMNRoNTj7A
— Thierry Baudet (@thierrybaudet) December 15, 2021
Ressentiment
Er zijn twee stromen die vanuit melodramatische beginselen naar ressentiment voeren. De ene heb ik vorige week al besproken: hoe een verlies in een melodramatische strijd vaak als oneerlijk wordt ervaren en hoe daar woede en verontwaardiging door worden opgewekt.
Ressentiment is het gevoel dat je statusangst (voor het afglijden of niet hoger klimmen op de maatschappelijke ladder) de schuld is van anderen, die het spel niet eerlijk spelen. (Een voedende zijstroom is hier ook het boven vermelde herschrijven van ons geheugen, dat elk verlies wegpoetst of aan anderen toeschrijft.)
Melodrama bevordert ressentiment echter nog op een andere manier.
In onze samenleving, waarin melodrama de fabrieksinstelling is, heerst de overtuiging dat uiteindelijk alles goed zal komen. We kunnen een veldslag verliezen, maar niet de oorlog. Soms zetten we een stap achteruit, maar dan volgen er weer twee voorwaarts.
Melodrama zegt
– dat lijden begrijpelijk is (op een gegeven moment wordt duidelijk waarom iets is misgegaan);
– dat lijden vermijdbaar is (in die zin dat we het kunnen voorkomen als we tijdig een analyse maken);
– dat lijden – op de langere duur, in het grotere geheel – tot iets goeds voert;
– dat op de langere termijn, in het grotere geheel, het leven tot geluk zal leiden.
Wanneer melodramatische mensen (en dat zijn we allemaal) een crisis als een pandemie ingaan, zijn ze aanvankelijk bereid hun al hun krachten in te zetten, in de zekerheid dat de overwinning aanstaande is. Misschien niet direct, via één lockdown, maar dan toch vrij snel, via vaccinatie.
Wanneer dan de overwinning uitblijft, sterker nog: wanneer een mogelijke overwinning langzaam achter de horizon verdwijnt, door het evolueren van nieuwe varianten, het ontstaan van nieuwe besmettingsgolven en het invoeren van nieuwe lockdowns, dan raakt de melodramatische mens vermoeid en gefrustreerd. Hoezo weer geen feestelijke kerst, hoezo weer geen carnaval?
Op dat moment ontstaat het idee dat we zijn bedrogen door mensen die ons de maakbaarheid van de maatschappij en de ‘oplossing’ van de pandemie hebben voorgespiegeld. We laten vervolgens niet het hele melodramatische schema (EEN PROBLEEM IS EEN TEGENSTANDER DIE VERSLAGEN KAN WORDEN) los, maar ruilen de ene melodramatische metafoor (we zijn in oorlog met het virus) in voor een andere: de elite die ons zou moeten leiden, heeft ons verraden (en de hele crisis is alleen een manier om hun macht uit te breiden). De pandemie is dan ineens nep en de strijd ertegen een voorwendsel om een dictatuur te stichten.
Het resultaat is een enorm gegroeid ressentiment.
Moderne mensen willen best, voor even, hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan deskundigen overdragen. Maar die deskundigen moeten dan wel, en meteen, leveren. Ze moeten onfeilbaar zijn en ons de overwinning bezorgen. Anders pakken we niet alleen onze ‘macht’ terug, maar beschuldigen we de ‘machthebbers’ van incompetentie, kwade wil, onderdrukking en verraad.
We zouden ook ons melodramatische schema kunnen laten varen en ons verzoenen met corona als een permanente uitdaging die alleen tijdelijk, voor even, verminderd, kan worden. Zoals alle problemen van het leven. We zouden kunnen begrijpen dat het probleem niet bij het virus zit, en niet bij de politici of de dokters of het RIVM, maar bij onze omgang met hindernissen en tegenslagen.
Maar dat is in de huidige storm, waarbij de wind nadrukkelijk uit de melodramatische hoek waait, bijna niet mogelijk.
Volgende week de invloed van bullshit en schijngebeurtenissen op de andere tendensen!