De afgelopen keren heb ik geschreven over hoe verschillende relatiemodellen – waarin respectievelijk de groep, de heerser, het individu en de markt centraal staan – omgaan met corona (het virus) en Covid (de ziekte). Mijn voorlopige conclusie was dat aan de modellen Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid belangrijke nadelen kleven, vooral omdat ze vol zitten van morele ge- en verboden. Van het meer pragmatische Markt-model mogen we misschien meer verwachten.
Markt is natuurlijk de wereld van het geld. Van loon, investering en rendement. Het is een wereld van ingewikkelde en wisselende verhoudingen. Voor zus en zoveel van een bepaald product moet je zus en zoveel betalen – maar dat is afhankelijk van allerlei factoren, niet in het laatst van wat anderen ervoor willen geven. En voor zus en zoveel werk krijg je zus en zoveel salaris – opnieuw afhankelijk van een heleboel zaken (opleiding, ervaring, status, schaarste, monopolie, concurrentie, CAO’s etc.) die deze verhouding beïnvloeden en wijzigen.
Alles is dus een zaak van verhoudingen: je legt zoveel in (tijd, geld, moeite) en dan krijg je later, op een afgesproken moment, zoveel terug (salaris, dividend, uitkering, winst). Mensen dragen verschillende hoeveelheden bij en krijgen naar rato uitbetaald. En het gaat ook andersom, bijvoorbeeld bij belastingen: je hebt zoveel verdiend, dan word je ook naar verhouding aangeslagen (de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten).
Markt is ook een omgeving van goederen, die voor winst worden verkocht. En van marketing: iets actief aan de mens brengen, via overreding, associatie of beloning (korting, tijdelijk aanbod, extraatje).
Hoe wordt in een dergelijke omgeving met de pandemie omgegaan?
Neoviralisme
Een puur marktgerichte omgang met het virus is door de Franse filosoof Jean-Luc Nancy neoviralisme gedoopt, analoog aan neoliberalisme. Bij neoviralisme is het volgens hem ieder voor zich en het virus tegen ons allen.
In dat wereldbeeld is het beter geen lockdowns in te stellen, dat schaadt de economie maar en bevoordeelt de zwakken. Het is juist de bedoeling dat ouderen en zwakkeren ziek worden en overlijden, net zolang tot Covid is uitgeraast en we groepsimmuniteit hebben bereikt. Covid in een pure markt-situatie is een (ouderwets sociaal-darwinistische) survival of the fittest. En natuurlijk kun je die ‘fitheid’ ook kopen, met geld. Geneesmiddelen en IC-plekken gaan naar de hoogstbiedenden, vaccins naar de rijksten.
Neoviralisme staat voor virologisch laisser-faire: je geeft het virus vrij spel en ziet wel wat er van komt. Dat is volgens Nancy de strategie van de neoviralisten. Een aanpak die tot een ramp zal leiden, in zijn ogen – tot talloze doden. En voor die velen niet tot een ‘goede’ dood, een staat waarbij we de eindigheid van het leven accepteren en een ‘levende verhouding tot de dood’ vinden. Maar alleen een onbekende, onbeminde en onverwachte dood, die we dachten te hebben verdreven, maar ons nu weer op de hoek van de straat staat op te wachten. En dood waarmee we niet om kunnen gaan.
Op het eerste gezicht klinkt een dergelijke anti-markt kritiek overtuigend. Alleen: is hij niet gericht tegen een stroman?
De pandemie als een middel om de bevolking te verminderen en de controle door de ‘sterken’ te waarborgen: dat is een populaire samenzweringstheorie, die net als de kritiek van Nancy op een (beperkte) historische werkelijkheid gebaseerd is, namelijk de recente triomfen van globalisering en neoliberalisme. Zeker, op tal van terreinen is er een uitverkoop van publieke goederen geweest en leken ook de instituties die ons tegen die uitverkoop hadden moeten beschermen, bevangen door de ideologie van de markt.
Het is in dat licht niet zo raar om bij een pandemie wantrouwend te kijken hoe de grote spelers (naties, economische blokken, Big Tech, Big Pharma) zich opstellen. En het is zeker goed om te bewaken of ze het algemeen welzijn bevorderen.
Maar. Kritiek op een puur marktgerichte corona-bestrijding slaat om in een samenzweringstheorie wanneer miskend wordt dat een dergelijk neoviralisme nergens dominant is. Zelfs waar politieke leiders het virus bagatelliseren, zoals in Brazilië of de VS, zijn er allerlei tegenkrachten die de pandemie in bedwang houden – volgens de normen en waarden van Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid. En tegenover elke ‘sterke man’ die zijn volk laat stikken (Bolsonaro) staat er eentje die het volk tegen de klippen op beschermt (Li Xin Ping).
Zoals ik de vorige keer al schreef: de omgang met de pandemie is een meer of minder effectief mengsel van Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid. Van groeps-, elite- en individuele belangen. Want ondanks dat er zeker klassenverschillen terugkeerden in de effecten van corona, is het nergens zo geweest dat het ‘volk’ aan de ‘elite’ is opgeofferd. Rijke landen hebben meer geprofiteerd van medicijnen en vaccins dan arme landen, dat is waar. Maar binnen die rijke landen hebben miljardairs en miljonairs geen voorrang gekregen voor IC-plekken of vaccins, een enkele voordringer daargelaten. En dat de bestrijding van de pandemie per land georganiseerd werd is juist een voorbeeld van een Gemeenschaps-waarde als uitgangspunt. Niet van Markt.
Waar, op de basis van Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid, de corona-aanpak wat Markt-regels meekreeg, leidde dat alleen maar tot grotere efficiëntie en, zo denk ik, ook tot grotere rechtvaardigheid.
Neem bijvoorbeeld de uitdeling van vaccins, die in de meeste landen begon bij de meest kwetsbaren en dan naar andere burgers werd uitgebreid. Uitgangspunt was hier de grootste gezondheidswinst voor het grootst aantal mensen – een overweging van Markt en van verhoudingen. Wie liep de grootste kans de meeste schade op te lopen door corona? Ouderen en mensen met een aandoening, die de kans liepen er het leven bij in te schieten. Dus die werden het eerst gevaccineerd. Pure marktberekening die tegelijk de grootste mate van solidariteit vergde – en toonde.
Steeds werd ook bij beleid uitgegaan van het effect van maatregelen op de uitbreiding of inkrimping (het reproductiegetal) van de pandemie – een index zoals nationale economische groei of AEX.
Niet: wat is voor een bepaalde groep het beste, of wat komt de machthebbers het beste uit, of hoe kunnen we de lasten gelijkelijk verdelen (hoewel die zaken allemaal in de politieke afweging meespeelden), maar: wat werkt het beste om corona onder controle te krijgen?
Misschien dat soms markt-overwegingen nog wel een grotere rol hadden mogen spelen. Als (bijna) iedereen het erover eens is dat de vaccinatiegraad zo hoog mogelijk moet zijn, dan kun je bij de marketing van dat beleid kiezen voor overreding en emotionele associaties (postbus 51-spotjes, zeg maar), maar je zou ook kunnen kiezen voor een honorarium of een cadeautje bij elke prik. Als het maar werkt (en betaalbaar is – maar dat is het al gauw, gegeven de kosten van meer besmettingen en beperkende maatregelen).
(Natuurlijk moet je hierbij oppassen voor een vervelende feedback-loop, bijvoorbeeld door alleen mensen te belonen die in de eerste ronde verstek hebben laten gaan; dan wacht de volgende keer iedereen de tweede ronde af.)
En nog een manier waarop de markt-invloed kan worden uitgebreid en ten goede aangewend: door modellen te ontwikkelen waarin meer risico’s tegen elkaar kunnen worden afgezet: niet alleen de kansen op stijging van R-getal en bezetting van de IC, maar ook op leerachterstanden, depressies, faillissementen, eenzaamheid, non-Covid doden etcetera etcetera. Hoe meer van die variabelen mee worden gewogen in de RIVM-modellen, hoe beter we kunnen calculeren welke risico’s en kosten acceptabel zijn.
Dus. Samengevat. Onze omgang met corona wordt voor een groot deel bepaald door de waarden en normen van Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid, en dat is onvermijdelijk. Deze modellen zitten in ons bloed of zijn ons met de paplepel ingegoten. Gemeenschap, Rang en Wederkerigheid hebben echter allemaal hun beperkingen – en suggereren vaak een tegengestelde aanpak. Daarbij hanteren ze de taal van gebod en verbod, van heilig en taboe – wat een vergelijk er niet gemakkelijker op maakt.
Het is daarom goed als de drie modellen bij de aanpak van praktische problemen worden aangevuld met de instrumenten van Markt.
En dan nog dit. Ik denk dat de berekeningen van Markt noodzakelijk zijn om tot een vijfde model te komen, een model waarbij het ecosysteem centraal staat. In dit model, Ecologie, zouden misschien elementen van de vier oude modellen kunnen worden samengevoegd – om zo beter om te gaan bij ‘nieuwe’ problemen die vooral het ecosysteem betreffen. Pandemieën, klimaatverandering, verlies biodiversiteit, identiteitsproblematiek, economische ongelijkheid.
Dit Ecologie-model staat nog maar in de kinderschoenen, al hebben we de laatste decennia talloze bijdragen gezien van filosofen, biologen, economen, antropologen en andere wetenschappers die voortbouwen op inzichten van Alexander von Humboldt, Charles Darwin, Norbert Wiener, Gregory Bateson, Jane Jacobs en vele anderen.
In die richting moeten we verder. Dan is neoviralisme geen gevaar meer – en hoeft het ook geen spookbeeld of samenzweringstheorie meer te zijn.