331. Wees niet bang voor paradoxale maatregelen

Posted on 9 apr 2021 in Blog, Featured, Uncategorized

331. Wees niet bang voor paradoxale maatregelen

De vorige keer heb ik op deze plek onze corona-maatregelen besproken en geconcludeerd dat deze niet werkelijk intelligent zijn. Waar mensen, als levende wezens, zich door (kwalitatieve) informatie laten leiden, wordt in onze recente corona-beperkingen puur (kwantitatieve) dwang uitgeoefend. Alsof we biljartballen zijn, die uit elkaar moeten worden gehouden.

In het laatste artikel heb ik uiteengezet waarom die kwantitatieve, je zou ook kunnen zeggen, oorzakelijke, aanpak vaak niet werkt. Waarom automobilisten zich niet als vloeistofmoleculen gedragen, anorexia-patiënten geen calorie-sommen zijn en bewoners van rampgebieden niet als willoze stukken hout ‘op drift raken’.

De fout bij alle besproken – en mislukte – vormen van aanpak is dezelfde: men miskent dat mensen (zoals alle levende wezens) reageren op signalen en die op verschillende wijze interpreteren.

Betekenis
Levende wezens reageren niet zoals biljartballen op de stoot van een keu (of een andere biljartbal), ze richten zich naar de betekenis van een gebeurtenis. Er is dus geen eenduidige oorzaak-gevolg relatie tussen een prikkel en een reactie – de relatie wordt altijd bepaald door de manier waarop het betreffende organisme (of orgaan, of zelfs de individuele cel) de prikkel opvat.

We zien dat bijvoorbeeld in de reactie van ons lichaam op een infectie – zoals met SARS-CoV-2. Elk lichaam reageert daar anders op. Het ene lichaam vertoont helemaal geen symptomen, hoewel een test aantoont dat het virus rijkelijk aanwezig is. Een ander lichaam ontwikkelt milde klachten. Weer een ander krijgt grote problemen, soms zelfs leidend tot de dood. En steeds is de respons afhankelijk van hoe ons immuunsysteem, in al zijn verbijsterende verscheidenheid (aangeboren en verworven deel, humorale en cellulaire componenten, fagocyten en lymfocyten, NK-cellen, granulocyten, dendritische cellen, monocyten, mestcellen…) de ‘indringers’ en hun acties interpreteert.

Een ander voorbeeld uit de medische hoek, de werking van placebo’s, laat dezelfde dominantie van betekenis zien.
Mensen vragen zich vaak af hoe een placebo hetzelfde effect kan hebben als een stof waarvan de oorzakelijke werking bekend is. Hoe kan een suikerpil net zo goed de pijn stillen als een paracetamol of aspirine, terwijl er geen ‘werkzame’ stof in zit?
Het antwoord is (in zekere zin…) heel simpel: omdat ze hetzelfde werken. Zowel ‘werkzame stof’ als de ‘gebaren’ van genezing (witte jas, geruststellend voorkomen van de arts, hoge prijs van het medicijn) zijn signalen voor ons en lokken een proces van genezing uit in het organisme. Zowel suikerpil als aspirine ‘zeggen’ tegen het organisme: wordt beter! en daarna treden de eigen heilzame processen in werking.

Eigenlijk is, omdat het over interpretatie en betekenis gaat, elk proces waarin een levend wezen een rol speelt, een communicatieproces. En communicatie kan natuurlijk op allerlei manieren mis gaan.

Kern van de problemen bij het corona-beleid – en dus bij de corona-communicatie – is denk ik de veronachtzaming van de wijze hoe maatregelen bij de bevolking ‘binnenkomen’, met andere woorden: hoe de succesvolle naleving (en daardoor effectiviteit) van de regels afhangt van de interpretatie door het publiek.

Een voorbeeld.
De avondklok is misschien wel de meest omstreden maatregel van het laatste jaar geweest, naar zeggen van premier Rutte een ‘rotmaatregel’ die hij het liefst zo snel mogelijk weer zou afschaffen. Al bij invoering van de maatregel was er weinig draagvlak voor, waardoor al snel de protesten oplaaiden. Een behoorlijk deel van de bevolking zag de noodzaak van de avondklok niet in en kwam er tegen in verzet, sommigen op gewelddadige wijze. Er leefde een gevoel van ‘dit is buiten proportie’ en ‘dit doet aan de bezetting denken’.
De regering – die de maatregel zelf bekritiseerde als een paardenmiddel! – ging vervolgens over tot harde handhaving, wat de tegenstanders van de avondklok alleen maar sterkte in hun overtuiging: zie je wel, we leven in een corona-dictatuur. En dat idee werd nog sterker toen de avondklok meerdere malen niet als eerste maatregel weer werd afgeschaft, maar tot drie maanden verlengd.
Met woorden zei de regering: we begrijpen jullie verzet, jullie protesten zijn redelijk. Met daden zei de regering: bek houden, wij zijn hier de baas!
Inhoud van de boodschap was in strijd met de vorm ervan.

Paradoxen
Mensen – levende wezens – die met elkaar kunnen communiceren kunnen met elkaar komen vast te zitten in een vicieuze cirkel van onbegrip. Dit kan komen doordat ze zich verkijken op de vijf axioma’s van communicatie, zoals geformuleerd door Paul Watzlawick, waarvan mij in dit kader vooral de eerste drie interesseren:

1. Je kunt niet niet communiceren. Wanneer de overheid zwijgt over iets, bijvoorbeeld over bijwerkingen van een vaccin, geeft ze daarmee ook een boodschap af.
2. Elke vorm van communicatie heeft twee aspecten: inhoud en betrekking (tussen zender en ontvanger). Wanneer beide aspecten met elkaar in strijd zijn (zoals bij de avondklok) leidt dat tot miscommunicatie.
3. De natuur van de relatie zender-ontvanger wordt door de ‘interpunctie’ bepaald, dat wil zeggen waar de partners het begin en het einde van een communicatie plaatsten. Wat was er eerst: mensen die zich niet genoeg aan de afstandsregels hielden of de strengere beperkingen? De overheid zal op het eerste wijzen, de virus-scepticus op het tweede.

Bij de kloof tussen overheid en een deel van de bevolking ligt de ‘fout’ natuurlijk nooit louter bij de ene partij. Waar tegenstanders van het coronabeleid verstard zijn in wantrouwen en bij voorbaat al niet willen luisteren naar wat deskundigen of bestuurders te zeggen hebben, ligt het voornaamste probleem (en de gemakkelijkste oplossing) bij hen.

De overheid bevindt zich echter in de positie van dokter: wij kijken naar haar als degene die het probleem moet oplossen.
Welke interventies staan haar ter beschikking, behalve de vaak averechts werkende dwangmaatregelen?

Ik denk dat we hiervoor inspiratie kunnen opdoen bij de psychotherapeutische traditie van ‘oplossingen van de tweede orde’.
Wat betekent ’tweede orde’?

Veranderingen kunnen zich binnen een systeem afspelen, waarbij het systeem ongewijzigd blijft. Dan zijn ze van de eerste orde. Voorbeelden zijn zowel de corona-beperkingen (sluiting van horeca, avondklok, verbieden van evenementen) en de reactie van de bevolking daarop (thuisblijven, regels ontduiken, protesteren). En er zijn veranderingen van de tweede orde, waarbij het systeem zelf ook verandert.

Oplossingen van de tweede orde
– worden toegepast op oplossingen van de eerste orde wanneer die niet werken en zelf eerder het probleem vormen (voortdurende aanpassingen van de vaccinatiestrategie; wekelijkse, rituele protesten);
– zijn verrassend en paradoxaal, strijdig met wat in de eerste orde als gezond verstand overkomt;
– pakken problemen hier en nu aan, zonder naar oorzaken (en schuldigen) te zoeken;
– plaatsen problemen in een nieuw en ruimer kader.

Wat zouden nu dergelijke ’tweede orde’-interventies kunnen zijn?
Ik noem een paar voorbeelden – niet om ze meteen aan te bevelen, maar om duidelijk te maken hoe deze manier van denken werkt en welke hoek de oplossingen gezocht moeten worden.

1. Aangezien jongeren hele veel moeite hebben zich aan de beperkingen te houden en zelf geen groot risico lopen door ze te overtreden, moet die overtreding misschien tot gebod wordt gemaakt. Je zou dan kunnen zeggen tegen mensen van onder de dertig: probeer binnen een paar weken besmet te raken en zo immuniteit op te bouwen. In die periode moet je wel het gezelschap van dertig-plussers mijden, net zolang tot je over je klachten heen bent of achtereenvolgens positief en negatief getest bent.
2. Als mensen zich niet laten testen in hun dagelijkse leven, dan moeten we misschien niet-alledaagse omstandigheden scheppen waarin dat testen wel aantrekkelijk wordt gemaakt: zoals een gratis feest dat je kunt bezoeken als je negatief getest bent. Ik bedoel dan net zo iets als de recente field labs, maar dan op veel grotere schaal: heel Nederland één groot permanent field lab.
3. Maatregelen als de avondklok en het beperken van bezoek moeten niet als vormen van dwang worden gekenmerkt, maar als vormen van vrije keuze worden beschouwd. Niet: ik mag geen bezoek ontvangen, maar: ik kies ervoor om mijn bezoek te beperken. Dezelfde werkelijkheid, andere interpretatie.
4. Laat mensen zo massaal en zolang protesteren als ze willen – maar dan alleen op het Museumplein in Amsterdam en met een koffiekopje in de hand. Of organiseer feesten (zie ook punt 2) en noem het demonstraties (in plaats van demonstraties die als feesten worden bestempeld).
5. Maak van allerlei zaken wedstrijdjes tussen dorpen, steden, provincies en landen: het volgen van de maatregelen, het vaccineren, de bereikte groepsimmuniteit, de zo laag mogelijke cijfers in ziekenhuizen en op IC’s. Wakker corona-chauvinisme aan.
6. Laat mensen een contract tekenen waarin staat dat ze meer contacten mogen leggen, wanneer ze de verantwoordelijkheid voor de gevolgen ook accepteren: een contact dat tot een besmetting leidt verplicht tot quarantaine; een contact dat tot ziekte leidt wordt bestraft met quarantaine zonder telefoon, computer of tv; een contact dat tot een sterfgeval leidt (tenzij dit een naaste betreft, dat is al erg genoeg) voert tot gevangenisstraf. Waarschijnlijk zal niemand dit contract willen tekenen, maar het zal tot reflectie dwingen.
7. Laat ‘viruswappies’ doen wat ze willen – op een afgescheiden locatie (zoals een eiland of een vakantiepark) waar ze moeten blijven tot de laatste deelnemer ‘virusvrij’ is (of dood). ‘Expeditie Corona Robinson’.
8. Laat beperkingen in de cultuur zoveel mogelijk los (met inachtneming van de 1,5 meter). Cultuur is instrument nummer 1 om de samenleving ’tweede orde’-oplossingen te tonen.
9. Humor. Humor. Humor. Een grap is zelf altijd al een tweede orde-oplossing en als zodanig heilzaam.

Voorop staat bij elke ‘oplossing’ dat mensen een signaal krijgen dat hen aan het denken zet over hun eigen ‘eerste orde’-gedrag.

In het algemeen valt van het overheidsbeleid te zeggen dat het zich heeft beperkt tot enerzijds het geven van informatie over veilig gedrag en anderzijds het afdwingen van dat gedrag toen mensen het niet uit zichzelf deden.
Ik geloof niet dat echt is geprobeerd het publiek te verleiden, te verrassen, te overreden of te schokken. Er is geen gebruik gemaakt van ironie, sarcasme, absurditeiten of paradoxen – kortom van allerlei instrumenten waarvan een goede therapeut (of leraar!) gebruik maakt.
Mark Rutte vond zichzelf geen schoolmeester die ons in het gareel moest houden, maar toen we ons niet aan zijn tegels hielden stond hij met de liniaal te zwaaien.

Echt les geven houdt echter meer in.