Ik heb op deze plek vaker geschreven over bullshit, en hoe onze maatschappij steeds meer door dit verschijnsel wordt overheerst. Daarom begon ik ook het zogenaamde woordenboek van geaccepteerde bullshit, ruim twee jaar gelden, om de verleiding van het verschijnsel in kaart te brengen.
Als ik even mag teruggrijpen op eerdere uiteenzettingen:
De beste analyse van het fenomeen bullshit komt uit het populaire essay ‘On Bullshit’ van de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt. Frankfurt beschrijft hierin het verschil tussen bullshit en het verwante begrip leugen.
Allereerst is een leugen een gerichte uitspraak, een leugen heeft een focus. De leugen probeert op een specifieke plek in een web van overtuigingen een onwaarheid te plaatsen, omdat de leugenaar een voordeel heeft bij deze specifieke onwaarheid (of de waarheid hem zou schaden).
Een leugen is een ‘zet’ in een spel dat om waarheid draait. De leugenaar weet wat waar is, of denkt dat in elk geval te weten, maar kiest ervoor iets te zeggen dat onwaar is – met de pretentie dat het waar is.
Bullshit werkt heel anders. Allereerst heeft het geen focus: bullshit komt niet in enkelvoudige vorm, als een bepaalde uitspraak – je verspreidt het, als mest (waar de metafoor ook vandaan komt). En bullshit is geen zorgvuldige poging om in een web van waarheden een specifieke onwaarheid aan te brengen – een bullshitter is bereid de gehele context te verzinnen, als dat nodig is.
Het gaat een bullshit-kunstenaar er niet om de feiten, of zijn overtuigingen, misleidend weer te geven. Dat is wat een leugenaar doet.
De bullshitter misleidt ons niet – en wil ons niet misleiden – over de feiten, of over wat hij als feiten beschouwt. Waar hij ons wel over moet proberen te misleiden is zijn onderneming. Zijn enige onmisbare kenmerkende karakteristiek is dat hij op een bepaalde manier vertekent wat hij van plan is.
Zowel leugenaar als bullshitter verbergen iets. Maar waar de leugenaar verbergt dat hij ons probeert weg te voeren van de waarheid, van wat hij zelf als waarheid ziet, daar probeert de bullshitter te verbergen dat waarheid hem helemaal niet interesseert – dat hij de waarheid probeert te tonen noch te verstoppen.
Een waarachtig mens zegt wat hij of zij als eerlijk en waar beschouwt. Een leugenachtig mens wat hij of zij als oneerlijk en onwaar ziet. Een bullshitter maalt niet om waar- of onwaarheid, maar roept gewoon wat, als het maar in zijn of haar kraam te pas komt.
Bullshit, zegt Frankfurt, is op een bepaalde manier schadelijker dan leugens. Wie op een bepaald moment in een bepaalde situatie liegt, is op een ander moment, in een andere situatie, heel goed in staat de waarheid te spreken. Bullshit daarentegen, als het doen van uitspraken zonder op iets anders te letten dan of het ‘zo uitkomt’, ondergraaft de gewoonte om rekening te houden met hoe het echt zit.
De waarachtige en de leugenachtige mens geloven allebei in waarheid als een maatstaf – alleen probeert de waarachtige hieraan te voldoen en de leugenaar niet. De bullshitter ontkent het hele bestaan van die maatstaf, en van de mogelijkheid om ware of onware uitspraken te doen. Daarmee is bullshit funester dan leugens.
Voor zover mijn eerdere samenvatting.
Ik begon mijn analyse van en onderzoek naar bullshit in 2016, toen de verkiezingscampagne van Donald Trump duidelijk maakte dat we hier met een ongeëvenaarde bullshit artist te maken hadden. Trump verspreidt, in zijn toespraken, interviews en tweets een onontwarbare kluwen van leugens, overdrijvingen, aanvallen, ontkenningen, geruchten, samenzweringstheorieën, beschuldigingen en soms raadselachtige non sequiturs die kritiek en weerlegging bijna onmogelijk maken (een individuele sneeuwbal valt aan te pakken, een lawine niet).
Wat ik tot nu toe nog niet aan de orde heb gesteld, is hoe de invloed van een individuele bullshit artist een hele politieke partij en zelfs een totale politieke stroming kan veranderen in iets dat dichter bij een totalitaire beweging dan bij een democratische organisatie staat.
Kijk naar wat er de laatste weken gebeurde bij de impeachment-verhoren in het Amerikaanse congres.
Nadat een klokkenluider uit de Amerikaanse inlichtingendienst via een interne procedure melding had gemaakt van een ongepaste poging van Trump en co. om Oekraïne te betrekken in een afrekening met Democraat Joe Biden, wilden mensen in het Witte Huis hun verdediging coördineren met Republikeinse senatoren en afgevaardigden.
Dat is een standaardpraktijk in de politiek, wanneer een boegbeeld van jouw partij in diskrediet is geraakt.
Trump maakte het zijn verdedigers echter niet gemakkelijk.
Een logische uitweg voor Republikeinen zou geweest zijn om toe te geven dat wat Trump had gedaan, niet fraai was, maar dat andere presidenten wel ergere dingen hebben gedaan en dat deze kleine misdraging geen afzettingsprocedure waard was. Een dergelijke tactiek, begeleid door wat ondersteunende opiniepeilingen, zou de Democraten (hun voorzichtige leider Nancy Pelosi voorop) wellicht hebben afgeschrikt om het impeachment-wapen in te zetten.
Trump sneed deze uitweg echter af door vanaf het begin te spreken over een ‘perfect gesprek’ met de Oekraïense president – en door de verdachtmakingen jegens Joe Biden en diens zoon te herhalen als bewezen hypotheses.
En terwijl de onderzoeken in het congres vorderden, koos Trump elke dag voor een nieuwe verdedigingslinie. Er was geen voor-wat-hoort-wat. Joe en Hunter Biden waren door en door corrupt. Het draaide allemaal om corruptiebestrijding. De onderzoeken waren geheim. Er was geen hoor en wederhoor. Het hele schandaal berustte op informatie uit tweede en derde hand. De democraten waren gek, onbetrouwbaar, leden aan Trump-syndroom, verzuimden aan echte wetgeving te werken. Hoofd aanklager Adam Schiff was een ‘zieke puppy’, Nancy Pelosi ‘gek als een bedwants’. Het onderzoek was partijdig, ongrondwettelijk, oneerlijk. Een coup. De getuigen waren onpatriottisch, incompetent, anti-Trump (ook als ze door Trump waren benoemd). De beschuldigingen zouden Trump juist vrij pleiten, de meest dodelijke feiten waren een triomfantelijk bewijs van onschuld.
En elke keer als Trump een nieuwe beschuldiging of nieuw gerucht uit de hoge hoed toverde, haastten zijn Republikeinse vazallen of zijn vrienden in de rechtse media zich om de president te steunen, al was het duidelijk dat wat hij zei, gelogen of zelfs geheel onzinnig was.
Trump’s bullshit was hun doublethink geworden.
Doublethink is een term uit George Orwell’s Nineteen Eighty-Four, waar het staat voor de wijze waarop partijleden de ‘waarheid’ van de Leider en zijn almachtige Partij proberen te combineren met de werkelijkheid.
In dit proces staat centraal dat nooit een fout, leugen of zwakte kan worden toegegeven. De Partij is alwetend, alziend, almachtig. De Leider is feilloos.
Natuurlijk bestaan er toch momenten dat de Partij genoodzaakt is de geschiedenis te herschrijven, maar die herschrijving zelf wordt weer ontkend en onzichtbaar gemaakt.
Voor een partijlid is het daarom nodig een flexibele geest te hebben die opzettelijk in onwaarheid kan geloven en die opzet ook weer kan vergeten:
Om opzettelijke leugens te vertellen terwijl je ze oprecht gelooft, om elk onwelgevallig geworden feit te vergeten, en dan als het weer nodig is, het uit de vergetelheid terug te halen zolang als het gebruikt kan worden, om het bestaan van de objectieve werkelijkheid te ontkennen en toch rekening te houden met de werkelijkheid die je ontkent – dit is allemaal onmisbaar en noodzakelijk. Zelfs in het gebruik van het woord dubbeldenk is het nodig dubbeldenk te gebruiken. Want door het woord te gebruiken geef je toe dat je de werkelijkheid manipuleert; door een nieuwe daad van dubbeldenk wis je die kennis weer uit; enzovoort, met de leugen altijd vooruitlopend op de waarheid.
Wat Orwell beschreef als manipulaties door machtige overheidsorganen (Het Ministerie van Waarheid, de Gedachtenpolitie) kan nu, in de huidige tijd, worden bereikt door een enkele man die de beschikking heeft over tv-camera’s en een Twitter-account. Waarbij een man z’n bullshit de doublethink van miljoenen wordt.
Grappig en onthullend is het wanneer een Trump-aanhanger voor een moment faalt in zijn aanpassingsvermogen en de doublethink voor even een zichtbare worsteling wordt. Dat gebeurde afgelopen week toen Trump bij een bijeenkomst verklaarde een oorlog tegen linkse vijanden van het Thanksgiving-feest te hebben gewonnen. Snode partijen hadden geprobeerd het hele woord Thanksgiving te laten verdwijnen, maar door Trump’s inspanningen was dat mislukt.
Toen het fragment bij Trump’s favoriete TV-programma Fox and Friends vertoond werd, hadden de presentatoren duidelijk moeite om op stel een sprong de overwinning in een verzonnen oorlog toe te juichen.
Als Brian Kilmeade zich afvraagt of er wel een sterke oppositie tegen de naam Thanksgiving bestaat, herinnert collega Steve Doocy zich spontaan een gerucht over een (niet-bestaand) voorstel van aartsvijand Barack Obama uit 2015. En hoewel Doocy Trump’s beweringen slechts met dit magere feit kan onderbouwen, accepteert het programma de oorlog tegen Thanksgiving verder als een gegeven:
(fragment na 2.40 min)
In al zijn ontmaskerende hypocrisie is het uiteindelijk toch ook weer een hoger staaltje van doublethink: je beaamt de woorden van je grote leider door ze met een ontkracht gerucht te bevestigen!
Waarheid heeft in onze maatschappij twee karakteristieken: ze is consistent (innerlijke tegenspraken zijn onverenigbaar met een ware kijk op de werkelijkheid) en ze is bewijsbaar als correspondentie tussen kennis en werkelijkheid.
Bullshit ondergraaft beide kanten van de waarheid: een bullshitter doet geen enkele poging consequent te zijn en negeert het bestaan van een onafhankelijke werkelijkheid die zijn uitspraken kan weerleggen.
Waar een maatschappelijke heerschappij van bullshit toe kan leiden, beginnen we nu langzaam in de Verenigde Staten te zien. En in Groot-Brittannië, en in Nederland, en in…
Waar bullshit al tientallen jaren ongehinderd zijn gang kan gaan is in het Rusland van Vladimir Poetin – natuurlijk ook omdat de Russische burgers zeventig jaar oefening hebben gehad onder het regime van de bolsjewieken, Orwell’s voorbeeld voor Nineteen Eighty-Four.
Een boek uit 2014 van de Brits-Russische journalist Peter Pomerantsev, Nothing Is True and Everything Is Possible, beschreef hoe het Kremlin greep kreeg op staatsmedia en deze voorging in een ontkenning van de empirische realiteit.
In een recent boek This Is Not Propaganda: Adventures in the War Against Reality, analyseert Pomerantsev hoe het einde van de Koude Oorlog leidde tot een einde aan de ideologische strijd om het beste systeem. Die strijd der wereldbeschouwingen was afhankelijk van feiten. Feiten moesten aantonen wie er superieur was: het kapitalistische Westen of het communistische Oostblok.
Natuurlijk logen beide partijen volop, maar ze wilden niet als leugenaars ontmaskerd worden.
De moderne wereld draait echter louter nog om een naakte machtsstrijd waarin waarheid onbelangrijk is. Sovjet-propaganda loog; Russische desinformatie wil alleen maar verwarren. (Eenzelfde ontwikkeling zien we van Reagan naar Trump.)
Volgens Pomerantsev hebben beide systemen het geloof verloren dat er een glorieuze toekomst mogelijk is, dat de mensheid verenigd kan worden onder eenzelfde ideaal. In plaats daarvan zijn er alleen nog maar lokale waarheden en geschiedenissen.
De toekomst is dood, ons resteert slechts (valse) nostalgie. Op die basis heeft Poetin al twintig jaar zijn heerschappij gebouwd en hij ziet het Trump, Orban, Johnson, Bolsonaro nu nadoen (en, als hij kon, Baudet).
Deze analyse komt ook weer regelrecht uit Nineteen Eighty-Four, waar drie wereldrijken in een eindeloze oorlog verzeild zijn geraakt. De elites willen dat die oorlog nooit meer eindigt: winst of verlies zou namelijk een objectieve maatstaf bieden of ze hun maatschappij juist besturen. Dat zou fataal zijn voor hun pretenties.
Militaire successen doen er in een dergelijke oorlog niet toe. Dat zijn maar feiten. Waar het echt om draait zijn loyale gedachten.
De huidige Republikeinse partij en de bullshit-schuivers van Fox News zijn op weg een dergelijke feitenvrije samenleving vol giftige nostalgie te creëren. In zo’n samenleving is het vormgeven van de toekomst niet meer mogelijk. En democratie ook niet.