208. Muzikale suspense

Posted on 22 aug 2018 in Blog, Featured

208. Muzikale suspense

De afgelopen weken schreef ik over Hitchcock’s begrippenpaar suspense en surprise, oftewel de opgebouwde spanning met de uitgestelde climax tegenover de plotselinge ontlading die je niet aan zag komen. Hoewel de Britse regisseur de suspense verdedigt en de surprise afkeurt, bleek volgens mij uit de analyse van filmfragmenten, verhalen en gedichten, dat suspense altijd verrassing behoeft om werkzaam te zijn.

In de twee voorgaande artikelen bleek ook dat suspense een kwestie is van het achterhouden en prijsgeven van informatie. Suspense en tijd hangen zo onverbrekelijk samen.
Eerst krijg je wat informatie – de held beklimt een gebouw – en dat maakt je begerig naar nieuwe informatie: of hij het haalt. Door die laatste informatie achter te houden en er steeds slechts stukjes van los te laten, creëer je suspense. De suspense wordt groter, naarmate de nieuwe informatie verrassender is en ons meer naar het einde doet gissen.

Muziek is een en al suspense
Ik eindigde de vorige keer met een gedicht van Billy Collins, Waar Ik Woon, en ik wil nu openen met een ander werk, De Blues:

Veel van wat hier gezegd wordt
moet twee keer gezegd
een herinnering dat niemand
onmiddellijk geïnteresseerd is in andermans pijn.

Niemand luistert, lijkt het
als je eenvoudigweg toegeeft
dat je schatje vanochtend vertrokken is
en niet eens vaarwel heeft gezegd.

Maar als je het nog eens zingt
met hulp van de band
die je optilt naar een hogere,
vurigere, meer smekende toonsoort,

zullen de mensen niet alleen luisteren,
ze zullen naar de meevoelende randen
van hun stoelen schuiven,
bewogen tot zulk een acute verwachting

door dat akkoord en de vertraging die volgt
dat ze niet zullen kunnen slapen
tenzij je met één vinger
een schreeuw ontlokt aan de hals van je gitaar

en je jouw hoofd naar de microfoon buigt
om ze te laten weten
dat je een harde, stoere kerel bent
maar dat deze vrouw je aan het huilen maakt.

In dit gedicht, dat zelf weer een fraai voorbeeld van suspense en surprise is, van het toewerken naar naar een climax via verrassende uitweidingen, wordt een nieuwe kunstvorm geïntroduceerd evenzeer van suspense leeft: muziek.

Hoe creëert muziek suspense – en surprises?

Eigenlijk noemt Collins – direct en indirect – al de middelen die gebruikt worden om muziek te organiseren – en daarmee om verwachtingen te wekken, verrassingen te scheppen en spanning op te bouwen.
Als we accepteren dat muziek om het horen van tonen draait (dus om geluiden als onderscheidbare gebeurtenissen met begin en einde en een ‘basis’ of ‘doel’-toonhoogte), dan zijn er drie hoofdmanieren waarop die tonen in een patroon worden gebracht:

1. Tonen hebben een bepaalde hoogte. Het verschil of de overeenkomst in hoogte tussen twee opeenvolgende tonen noemen we een interval. Opeenvolgende tonen kunnen dus aan elkaar gelijk zijn, of de tweede toon kan ‘hoger’ of ‘lager’ zijn dan de eerste. Een reeks van opeenvolgende hogere, lager en gelijke tonen horen we als een melodie.
2. Tonen hebben een bepaalde nadruk: er zijn kortere en langere tonen, hardere en zachtere.
3. Opeenvolgende tonen (intervallen) hebben een bepaald comfort : ze geven een gevoel van rust of juist van rusteloosheid, van spanning of ontspanning. Dit geldt ook voor het interval van gelijktijdig gespeelde tonen, een akkoord: dan kan ook comfortabel of oncomfortabel klinken.

Met deze middelen schept een muzikant allerlei verwachtingen die hij vervolgens wel of niet inlost. Hij geeft een bepaalde hoeveelheid muzikale informatie en houdt andere achter. Luister bijvoorbeeld naar Elmore James, in een soort blues-liedje dat Collins beschrijft:

Wat James hier doet, is spelen met onze verwachtingen. Spanning opbouwen en weer afvoeren. Vergelijk het met de simpelste vorm van een liedje, zoals Altijd Is Kortjakje Ziek: daar zijn er heel weinig variaties in toonhoogte en de meeste tonen zijn precies even lang; de intervallen zijn zonder uitzondering comfortabel. Nergens in Kortjakje worden we verrast, of het zou moeten zijn in de tijdelijke versnelling van de tweede regel (“Midden in de week…”). En dus worden er ook geen verwachtingen gewekt en wordt het nergens spannend. Suspense blijft geheel achterwege – niets drijft ons naar de ‘meevoelende rand’ van onze zetels, zoals Collins het noemt.

Bij James zijn er meer korte en lange noten, is er meer versnelling en vertraging. De comfortabele intervallen worden afgewisseld met oncomfortabele, die ons weer laten verlangen naar een ‘oplossing’, naar ontspanning, naar rust. Net als in het gedicht van Collins worden we voortgestuwd richting een bepaald ‘doel’; het lied stelt voortdurend vragen die we beantwoord willen zien.
Eigenlijk is een dergelijk lied een en al suspense.

Een groot deel van die muzikale suspense komt voor rekening van de manier waarop de intervallen, de opeenvolgende hoogtes van de tonen, in onze Westerse muziek georganiseerd zijn.

Wat wij als ‘comfortabel’ horen, is een interval van frequenties van trillingen (van een snaar, een hol voorwerp of een kolom van lucht). Sommige verhoudingen van trillingen vinden wij comfortabel, andere niet.
Stel, ik sla op een piano een C aan. Dan trilt de volgende C (naar rechts) twee keer zo snel. Die verhouding vind ik zo comfortabel, dat ik de twee tonen zelfs als een en dezelfde toon hoor, alleen op een verschillende hoogte.
Iets minder, maar nog steeds erg comfortabel, vind ik de frequentie die het drievoudige van mijn oorspronkelijke toon is: die van G. C-G is een erg rustig interval. Weer iets minder rustig, maar nog steeds heel aangenaam, is het interval tussen C en E, een toon met de vijfvoudige frequentie.

De toonafstanden tussen C, G en E vormen het hart van Westerse muziek. Andere noten, zou je kunnen zeggen, staan in hun dienst. In een opeenvolging van intervallen, een melodie, ‘willen’ tussenliggende noten graag gevolgd worden door hun ‘meesters’. B wil naar C, F wil naar E, A wil naar G.
Door een dergelijke ‘oplossing’ toe te staan of juist uit te stellen, kan een muzikant (of componist) suspense creëren. En een goede muzikant stelt die oplossing niet alleen maar uit: hij of zij verrast ons door dat uitstellen, en door de uitweiding die in plaats van de oplossing gegeven wordt.

Zonder die samenhang van C-E-G (of de variant C-Es-G) vinden de meeste mensen het moeilijk om hun weg te vinden in muziek – zo moeilijk dat ze deze muziek zelfs a-tonaal noemen!

Deze muziek lijkt nergens ‘heen’ te gaan, we missen houvast zonderde normale muzikale ‘zwaartepunten’. Suspense in de zin van Hitchcock is er dan ook niet. Toch kan iemand een bepaald soort fascinatie voor dergelijke muziek voelen, een meer intellectuele nieuwsgierigheid van ‘waar gaat dit heen?’. En als je dergelijke muziek vaak genoeg gehoord hebt, kun je er ook andere emoties bij krijgen.

Veranderende emoties
Hoe mensen naar muziek luisteren en wat ze daarbij voelen, is aan verandering onderhevig. Er was een tijd dat mensen alleen akkoorden als C-E-G (of varianten C-Es-G, C-Es-Ges, C-E-Gis) comfortabel, welluidend, vonden. Als je toen aan C-E-G een Bes had toegevoegd, hadden ze je op de brandstapel gezet. Op een gegeven moment probeerde iemand dat echter toch. Dat voorbeeld vond navolging, en na een tijd hadden mensen die tooncombinatie vaak genoeg gehoord om eraan gewend te zijn en hem mooi te vinden. En net zo hebben ze vervolgens C-E-G-A leren waarderen, en nog later C-E-G-B.
Akkoorden die eerdere generaties in de gordijnen zouden hebben gejaagd, klinken nu vertrouwd, zelfs wat saai en voorspelbaar.
Dat heeft natuurlijk ook zijn invloed op wat voor verwachtingen we hebben bij de voortgang van een stuk – wat we als verrassing ervaren en wat we als een afsluiting voelen.

De grenzen die de blues, zoals van Elmore James, nog zorgvuldig bewaarde, zijn verlegd door de jazz, zoals die van Thelonious Monk:

Muziek als deze bouwt de spanning op door steeds het ongewone met het gewone, het voorspelbare met het verrassende gaf te wisselen. Maar het gewone is al niet heel erg gewoon – en het verrassende daarom des te verrassender.

Finale
Over muzikale suspense zou je een boek kunnen schrijven – maar ik niet, daarvoor is mijn kennis als amateur muzikant te beperkt. Ik wil daarom afsluiten met met favoriete voorbeeld van suspense in muziek.

In mijn ogen is Beethoven de meester van de muzikale suspense en er is geen mooier voorbeeld dan het slotdeel van zijn Negende Symfonie.
Dit komt vooral door de emotie die het basismotief opwekt – zeker wanneer het in volle glorie, door koor en orkest wordt vertolkt.
Dat gebeurt echter pas na bijna dertien minuten.

Beethoven begint met een lange inleiding, een dialoog tussen contrabassen en de rest van het orkest, waarbij het orkest steeds melodische ‘voorstellen’ doet die door de lage strijkers worden afgewezen.
Tenslotte, als het orkest iets heeft geopperd dat de bassen bevalt, wordt dit thema eerst langdurig onderbroken, alvorens zacht te worden opgepakt door bassen en cello’s. Andere instrumenten nemen de melodie over, maar ook dan wil Beethoven de climax nog uitstellen, door het thema te verwerken in een lange fuga met tegenstemmen, en dan nog eens door door de herhaling van de opening van dit vierde deel, met de oorspronkelijke vraagstelling. Deze keer is het een mensenstem, niet een contrabas, die antwoordt: “O Freunde, nicht diese Töne, sondern lasst uns angenehmere anstimmen, und freudenvollere.”
En zelfs hier beloont Beethoven ons wachten nog niet: bariton en andere solostemmen dragen hier de melodie, nog niet koor en orkest, die pas in het tweede, ‘antwoordende’ deel aan bod komen. Zodat we nog steeds voelen: dit is niet de climax – die bereiken we pas als het “Freude, schöner Götterfunken” door het geheel en met de grootste nadruk wordt gespeeld en gezongen. Tutti fortissimo!

Mar daar moeten e nog op wachten, Beethoven onderbreekt op dat moment zelfs deze finale door een mars-lied van een militaire blaaskapel! Maar die verrassing klinkt op een bepaalde manier toch logisch, niet alleen door de heroïsche emoties, maar ook doordat de muziek zelf weer een bewerking van het hoofdthema is.
Dat is verrassing op zijn best: niet te voorzien, maar volstrekt logisch als je ermee geconfronteerd wordt.

Het tussendeel wordt afgesloten met een paar herhalende aankondigingen van het Alle Mensen werden Bruder – steeds als je het thema verwacht, stelt Beethoven het nog even uit – om onze extase des te groter te maken, wanneer het in volle kracht losbarst. Aaaahhhh…..