187. Gastblog: uit de correspondentie van een bederver

Posted on 11 mrt 2018 in Bederver, Blog, Featured, gastblog

187. Gastblog: uit de correspondentie van een bederver

Beste Splijtzwam,

Gefeliciteerd met het succes van je Oostvaardersplassen-project. Ik was dertig jaar geleden de enige die jouw idee van een onnatuurlijk natuurreservaat zag zitten, al had ik toen nog geen vermoeden tot welk een splijtzwam (no pun intended) het gebied zou uitgroeien. Jij ook, niet toch? Nevermind, het laat onverlet dat het een geïnspireerde vondst was.

De tegenspraken van ontworpen natuur zijn natuurlijk niet uniek voor de Oostvaardersplassen: het hele idee om momentopnamen van een bepaald gebied ‘natuur’ te noemen en die situatie ten koste van alles te willen handhaven zien we in al zijn zalige onzaligheid op meer plekken. Maar de schaal van het project; de veelheid van richtlijnen waaraan voldaan moest en moet worden (wet op Staatsnatuurmonumenten, verdrag van Ramsar over wetlands, de Europese vogelrichtlijn, Natura 2000, regels voor beheer van Europese Raad); om nog maar te zwijgen van alle beleidswijzigingen, wanneer de natuurlijke werkelijkheid zich weer eens niet aan de visie van ecologen wilde houden: die maken van de Oostvaardersplassen het eenmalige gebied dat Staatsbosbeheer zo enthousiast aanprijst – alleen niet eenmalig op de manier die zij willen.

Wat me vooral in jouw aanpak bevalt, is hoe je langzamerhand steeds meer partijen bij het project hebt betrokken – zo ontstonden er steeds meer tegengestelde belangen, die op een gegeven moment wel pijnlijk met elkaar in botsing moesten komen.
Grootste gevaar was natuurlijk dat de Oostvaardersplassen een speeltje voor biologen zouden worden, waar politiek en publiek niet naar om zouden zien. Dat heb je echter weten te voorkomen – eerst door een misleidende bioscoopfilm die de plassen beschrijft alsof het de Amazone betreft en vervolgens door de overheveling van het beheer naar de provincie. Met die stap was het onvermijdelijk dat toerisme en recreatie bevorderd zouden gaan worden – en dat ondernemers en marketingjongens zich ermee zouden gaan bemoeien.
Hulde.
Soms wordt ons als bedervers een succesje in de schoot geworpen waar we zelf weinig voor hebben gedaan (Temptation Island!). Daar halen we onze neus natuurlijk niet voor op, begrijp me goed. Maar hoeveel mooier is het niet als een echec dertig jaar is voorbereid en stap voor stap in slechte banen geleid!

Het is natuurlijk ook altijd een bonus als opposanten niet alleen agressief en gewelddadig, maar ook ronduit lachwekkend zijn. Zoals de mevrouw uit Ankeveen die zei het dierenleed te voelen, maar vanwege haar beperkte budget wel kiloknallers kocht. Of de mevrouw uit Utrecht die sinds een week alles over de kwestie had gelezen en zich nu als expert beschouwde.
Mooi is ook dat de maatregelen om dierenleed te voorkomen zelf weer extra leed veroorzaken, doordat de calorierijke supplementen dieren aanzetten tot vechtpartijen en sex – zodat er weer extra dieren bijkomen, wat tot een grotere strijd om het schaarse voedsel gaat lijden en zo tot nog meer dierenleed. Waardoor nog meer mensen zich geroepen zullen voelen om de dieren bij te voeren, etcetera etcetera.
Vicieuze cirkels, daar zijn we altijd naar op zoek.

En laten we natuurlijk niet de tegenpartij vergeten: de ecologen die met droge ogen het creperen van duizenden paarden, runderen en herten kunnen aanschouwen – omdat ze wel van ‘natuur’ houden, maar niet van individuele dieren. Hun compromisloosheid valt niet genoeg te prijzen.
Jammer is natuurlijk wel dat de provincie bezweken is voor de druk van de demonstranten om de grazers bij te voeren. Maar misschien kun je dit in ons voordeel ombuigen door elke handreiking weer als too little, too late te bestempelen. Sowieso zijn de demonstranten al geneigd elke overheidsmaatregel te wantrouwen, het moet een kleine stap voor hen zijn om zelfs een overwinning als een nederlaag te omarmen.

Er is nog maar één ding dat aan het circus ontbreekt: het moet een elk jaar terugkerend fenomeen worden, een vorm van folklore, zoals de oudejaarsrellen of de verstoring van de Sinterklaasintocht. De voorspelbaarheid van het sterven – 1000-1500 dode dieren aan het einde van de winter – zou het mogelijk moeten maken elk jaar een trek van dierenvrienden te organiseren, een seizoensmigratie als die van ganzen of antilopen. (Met welke soorten ze de intelligentie en het ‘anti’ gemeen hebben… een beetje bedervershumor.)

Ga zo door!
Als altijd, je begerige

Ratzweer