152. Het woordenboek van geaccepteerde bullshit: millennial

Posted on 14 jun 2017 in Blog, Bullshit, Featured

152. Het woordenboek van geaccepteerde bullshit: millennial

Elke week meldt het online nieuws-platform Blendle welk stuk uit hun aanbod in de afgelopen zeven dagen het meest is aangeklikt. Vorige week was dat een artikel uit HP/De Tijd, waarin ‘baby boom’-werkgevers tips kregen om met hun nieuwe ‘millennial’-werknemers om te gaan.

In het artikel komen een reeks clichés over millennials naar voren: ze zouden zelfingenomen, egocentrisch, ongeduldig en lui zijn. Voornaamste bron van deze omschrijvingen is managementgoeroe Simon Sinek.

Deze clichés worden vervolgens ‘weerlegd’ door twee Nederlandse ‘generatiedeskundigen’, Marjolein Risseeuw en Aart Bontekoning. Dit zijn twee mensen die hun geld verdienen door bedrijven te vertellen hoe je met generatieverschillen moet omgaan.
Waar gaat het millennials op het werk om, volgens Risseeuw en Bontekoning? Werk moet leuk zijn en energie geven. Werk moet leiden tot persoonlijke groei. Millennials willen door hun bazen geïnspireerd worden, niet gecommandeerd. En het werk moet zinvol zijn.
Samengevat: Ruimte voor zelfontplooiing, vrijheid, (lichte) aversie tegen hiërarchie, weinig behoefte aan status, engagement.

Op hun werk vinden millennials tegenover zich de veertigers en vijftigers die tot generatie X behoren. En ook die generatie heeft zijn kenmerken, volgens Risseeuw en Bontekoning. X-ers zijn privé coachende ouders die hun kinderen veel ruimte en verantwoordelijkheid geven, maar op het werk starre managers die “vervallen in de wereld van regels, procedures en vergaderingen. Alsof er onderweg van huis naar het werk ergens een knop omgaat.”
Er zijn kennelijk nog maar weinig organisaties die volgens de millennial way werken, maar volgens onze deskundigen zal daar vanzelf verandering in komen, wanneer millennials de meerderheid van het personeelsbestand vormen.

Nu heb ik bovenstaande clichés, zowel de positieve als de negatieve, al tientallen malen gehoord en gelezen – zodat je jezelf afvraagt waarom het spuien ervan op een of andere vorm van deskundigheid zou wijzen. Maar dat maakt van de uitspraken alleen gemeenplaatsen. En dit is niet Flauberts woordenboek van geaccepteerde gemeenplaatsen, maar van geaccepteerde bullshit.
Waarom kwalificeer ik de omschrijvingen van millennials als bullshit?

Bullshit is de poging te verbergen dat waarheid en onwaarheid je helemaal niet interesseren, maar dat je gewoon alles zegt wat in je kraam te pas komt. Het is een poging waarheid irrelevant te maken.
Dat het begrip millennial, ja het hele concept van generatie onzinnig is, heb ik al eerder betoogd. In het kort de belangrijkste kritiek:

1. De omschrijvingen van wat een bepaalde ‘generatie’ kenmerkt halen elementen van cohort (iedereen geboren tussen bepaalde jaren), leeftijdsfase (jong, middelbaar, oud) en historische periodes (Depressie, WO II, wederopbouw, Koude Oorlog) door elkaar.
2. Generaties hebben geen duidelijke afbakening in tijd en ruimte.
3. Generaties worden zogenaamd ‘gevormd’ tussen het vijftiende en dertigste levensjaar, maar van deze vorming blijkt later weinig of niets meer.

Bij de omschrijvingen van Risseeuw en Bontekoning kun je elke keer zeggen:
– geldt dit voor iedereen die nu jong is? (antwoord: nee)
– is de kloof tussen jonge werknemers en oudere managers vooral een teken van verschillen tussen generaties? (antwoord: nee, eerder van verschillen in macht en leeftijd)
– zijn de kenmerken van ‘millennial-personeel’ typerend voor die groep? (antwoord: nee, elke werknemer wil zinvol werk en zelfontplooiing; elke werknemer baalt van hiërarchie en flauwe regeltjes)

Kortom, de verklarende kracht van termen als ‘generatie X’ en ‘baby boomer’ is net zo groot als die van ‘weegschaal’ en ‘boogschutter’.
Generatiedeskundigen zijn niet meer dan de sterrenwichelaars van HR.

En dat brengt ons bij bullshit. Als Risseeuw en Bontekoning echte deskundigen zijn, dan weten ze dit. Dan weten ze dat generaties niet, zoals Bontekonings proefschrift stelt, ‘verborgen krachten’ in organisaties voorstellen. En dat er niet zoiets is als ‘generatiestrategie’. (Het formuleren daarvan was Risseeuws werk.)
Uit hun ‘vele gesprekken met millennials’ hadden ze dan vooral deze les moeten trekken: dat millennials gewone mensen zijn, met al hun verschillende facetten en al hun complexiteit, en dat het helemaal niks toevoegt als je daar een generationeel etiket opplakt.
Behalve geld en status natuurlijk – en dat is ook het simpele motief van al deze onzin: als je een aantal persoonlijkheidskenmerken bijeenveegt en er het etiket ‘generatie’ opplakt, ben je plotseling een ‘deskundige’ en kun je voor geld adviezen geven. En het mooie is dat je adviezen, door hun leegheid, aan de ene kant self fulfilling prophecies zijn (iemand die als millennial behandeld wordt gaat zich daarnaar gedragen) en aan de andere kant niet kunnen mislukken (als een advies niet wordt opgepikt of niet werkt komt dat door de ‘generatiekloof’).

Essentieel bij deze adviezen is natuurlijk dat je zegt wat de cliënt graag wil horen, zodat hij of zij zich erin ‘herkent’.
Dit is ook de reden waarom ‘deskundige’ Simon Sinek zo negatief is over millennials en de twee Nederlanders zo positief. Sineks publiek vormen de mensen die met ‘millennials’ moeten werken – en die mensen horen graag dat nieuwe intreders op de arbeidsmarkt minder ijverig, geduldig en onbaatzuchtig zijn dan zijzelf. En de ‘millennial’-klanten van Risseeuw en Bontekoning horen graag dat ze idealistisch zijn, gericht op de inhoud en niet op de ‘regeltjes’ (een omschrijving van alle jongeren door alle eeuwen heen, dunkt me).
En omdat de laatsten de lezers van Blendle zijn, scoort dit artikel zo hoog. Zoals alle geslaagde bullshit is het precies afgestemd op zijn publiek.

Dus. Voor ons woordenboek levert dat het volgende lemma op:

“Millennial: omschrijving van jonge mensen in termen die afhangen van welk publiek je hebt, de jonge mensen zelf of ouderen; gebruikt willekeurige begrippen uit levensfase en historisch tijdperk en plakt die op cohort 1985-2000; onweerlegbaar; schept eigen feiten; zie ook: astrologie.”