310. Dagverlichting: verzoening

Posted on 27 okt 2020 in Blog, Dagverlichting, Featured

310. Dagverlichting: verzoening

Ga rustig zitten. Kijk eens om je heen. Hoe is het licht? Vertellen je zintuigen je hoe laat het is, welke tijd van het jaar? Wat hoor je? verkeer of vogels? Is het lekker warm, of zit je een beetje te kleumen? Of is het eigenlijk te warm, of te vochtig?
Hoe voel je jezelf? Fit, of een beetje under the weather? Ben je relaxt, of vol je jezelf ene beetje opgejaagd?

Hier is een moment voor jezelf.

Begin met het lezen van het volgende gedicht, en de bijbehorende bezinning.

De ruzie – Conrad Aiken

Plotseling, na de ruzie, terwijl we zaten af te wachten,
Ontmoedigd, stil, neergeslagen ogen, roerloze
Oogleden en vingers, allebei zonder hoop, en toch hopend
Tegen beter weten in dat het splijtende woord ongezegd kan worden:

Terwijl de hele stilte van de kamer dieper werd, dieper werd om ons heen
En elk van ons langs de weg van zijn gedachten kroop om te ontdekken
Hoe, met niet meer geluid dan de val van een blad,
De schaduw was gevallen, en geliefde met geliefde had gevochten;

En terwijl, in de stilte, ik me verbaasde – helaas, helaas –
Over je diepe schoonheid, je tragische schoonheid, stukgescheurd
zoals de bleke bloem is stukgescheurd door de moedwillige mus –
Deze schoonheid, betreurd en geliefd, en nu afgezworen;

Juist toen, toen het moment naar het duisterste verduisterde,
Toen geloof met hoop verloren was gegaan, en de regen het plan maakte
Zijn grijze arpeggio’s tegen de snaren van ons hart te slaan, –
Toen de liefde niet langer durfde, en nauwelijks nog verlangde:

Juist toen begon plotseling, in de aangrenzende kamer,
De muziek: dat moedige kwartet van strijkers
Dat de stilte doorbrak, uit onze stilte brak.
Zoals het onbedwingbare hart van het leven dat zingt

Wanneer alles verloren is; en uit ons verdriet geschrokken,
Gehypnotiseerd door een hemelser rouw,
Sloegen we zich herinnerende ogen op, elk keek de ander aan,
Verblind door vreugdetranen; en een nieuw blad

Viel zo stil als dat eerste; en in een oogwenk
Was de schaduw verdwenen, de ruzie absurd geworden;
En we stonden op, op de engelenstemmen van de muziek,
En ik raakte je hand aan, en we kusten elkaar zonder iets te zeggen.

Bezinning
Het is volgens mij een groot verschil of ruzie en verzoening binnen of buiten een relatie plaatsvinden. Zoals Conrad Aiken zo nauwkeurig beschrijft is ruzie binnen een relatie, zeker een relatie tussen twee geliefden, een gebeurtenis die voor een radicale breuk in de verbinding, in de continuiteit zorgt. Voor een fundamenteel verlies van betekenis.

Alles wat vanzelfsprekend was is weggevallen. Schoonheid is afgezworen, geloof en hoop zijn verloren gegaan. Nabijheid is afstand geworden. Om naar elkaar toe te bewegen is moed nodig, en verlangen – en die zijn beide verdwenen.

De reactie op een dergelijke breuk is rouw, net als na het verlies van een geliefde – wat logisch is, want op een bepaalde manier ben je jouw geliefde in een ruzie ook kwijtgeraakt. Alleen is het verlies niet, zoals bij scheiding of overlijden, onherroepelijk. (Tenminste, dat hopen we.)

In die zin is ruzie een soort van kleine dood.

De essentie van de dood is dat hij aanvoelt alsof hij van buiten komt. De dood voelt als opgelegde breuk van continuiteit. Het web van ons leven is gescheurd en het lijkt alsof dat vanzelf is gegaan, door een kwade, externe kracht. En het lijkt onmogelijk dat web zelf weer te herstellen.

Toch moet dat gevoel van onmacht, van ‘wat gebeurt er met mij, met ons’, een vergissing zijn. Want wij zijn het zelf die een band met een ander aangaan en wij zijn het zelf die die band, in een ruzie beproeven. Die hem uitrekken of zelf breken.

Ik denk dat het gevoel van rouw dat ons overvalt, bij groot en klein, bij definitief en tijdelijk verlies, vooral dit is: het vergeten dat wij het zelf zijn die onze relaties maken – en breken.

En de manier om de breuk ongedaan te maken, om de dood als het ware ’te overwinnen’ is ons te realiseren dat we het verlies aan continuiteit en betekenis moeten zien op te nemen in een hogere, overstijgende vorm van continuiteit en betekenis.
Het verlies moet onderdeel worden van ons verhaal – de ruzie moet onderdeel worden van onze relatie. En de ruzie moet dus ook niet worden genegeerd en vergeten, hij moet een hoofdstuk worden in het verhaal van onze relatie. We moeten beseffen dat wij het zijn die vrijwillig deze relatie zijn aangegaan, dat wij het zijn die hem even hebben verbroken en dat wij het zijn die de verbinding weer kunnen herstellen.
Wij moeten onze ‘herinnerende ogen’ naar elkaar opslaan en elkaar opnieuw zien als de ander voor wie wij in vrijheid kiezen.

Het herinneren van die vrijheid en die keuze: dat is verzoening.

Stilte
Denk twee minuten na over wat ‘verzoening’ voor jou betekent:

En luister naar het larghetto van Mozarts voorlaatste strijkkwartet, de hemelse stemmen die een ‘hogere’ verbinding uitdrukken:

https://www.youtube.com/results?search_query=kv+589+larghetto