Zoals de meeste mensen in mijn generatie (ik ben van 1962) ben ik opgevoed met het idee dat je als goede burger op de hoogte moest zijn van het laatste nieuws. Je las daartoe een dagblad en keek naar het NOS journaal.
In de tijd dat ik begon met kranten lezen en journaal kijken, was nieuws echter nog niet de zeven-dagen-in-de-week, vierentwintig-uur-per-dag industrie die het nu is. Enkele grote gebeurtenissen daargelaten (de maanlanding, het aftreden van Nixon) ervoer je doorgaans pas ’s avonds wat er die dag gebeurd was, of zelfs de volgende ochtend. En als je het NRC Handelsblad had, de volgende avond.
In die situatie kon je vasthouden aan het idee dat het nieuws een venster op de wereld is, geschiedenis-in-wording. Dat het je perspectief verbreedt en de samenleving verbindt. Allemaal goede dingen.
In de huidige tijd wordt het nieuwslandschap echter niet meer gedomineerd door een paar aanbieders die de tijd hebben (tenminste een werkdag) om alles wat er in de wereld gebeurt voor je te filteren. Het is nu een slagveld van ontelbare nieuwskanalen die permanent bezig zijn krantenkolommen, webpagina’s en zendtijd te vullen – om daarmee zoveel mogelijk nieuwsconsumenten te bedienen.
Nieuws is, in elk geval in zijn consumptiewijze, een verslavend middel geworden, dat ‘nieuwsjunkies’ creëert, mensen die voortdurend op de hoogte willen blijven van de laatste – ja, hier had ik willen typen ‘gebeurtenissen’, maar dat is nog iets dat veranderd is: ‘nieuws’ bestaat niet langer uit wat we vroeger ‘gebeurtenissen’ noemden – oorlogen, rampen, misdaden, verkiezingen, wetenschappelijke doorbraken – maar ook uit ‘non-events’ als een voetballer die zegt dat hij graag de komende zondag wil spelen of een reality-ster die een foto van haar kont twittert.
(Reality-ster, nog zo’n verandering.)
Nieuws is niet meer “all that’s fit to print”, zoals het beroemde motto van de New York Times luidt. Een dergelijk filter veronderstelt dat er minder kolomruimte is dan nieuws en dat iets aan een bepaalde maatstaf moet voldoen om in de krant te komen. Nu is er oneindig veel ruimte, vooral op internet, die gevuld moet worden – en is alles geschikt om nieuws te zijn.
Vooral op internet is nieuwsgaring meer marketing dan journalistiek, waarbij het niet meer gaat om primeurs, maar aantal klikken. Niet meer om scoops, maar om click bait. Niet meer om gelezen, maar gedeeld worden.
Wat je moet doen om mensen in je nieuwsworm te laten happen, wordt uiteen gezet in
http://www.nrcq.nl/2014/07/08/kun-jij-het-dit-hele-stuk-uitlezen-zonder-aan-seks-te-denken
Als we de tien regels (eigenlijk elf, maar de elfde is dat je niet te lang aan de tien voorgaande moet vasthouden) toepassen op mijn vorige blogpost, zien we dat ik ongeveer aan de helft van de aanbevelingen heb opgevolgd.
1. Maak de kop direct en relevant voor de lezer door gebruik van woorden als ‘omdat’, ‘direct’ en vooral ‘jij’. En maak de kop vragend.
“De zeven gevaren van win(st)zucht” voldoet aan geen van deze eisen. Beter had ik iets kunnen schrijven als “Hoe kan win(st)zucht jou schaden?”
2. Gebruik lijstjes. Check.
3. Het beste scoren onderwerpen die te maken hebben met seks, shock, dieren of zieke kinderen. Helaas.
4. Stel aan de orde wat toch al ‘top of the mind is’. Dus in de zomer iets over vakantie, op vrijdag iets over het weekend. Helaas is mijn onderwerp vrij tijdloos en niet iets wat vooraf al bij de lezer leefde, denk ik.
5. Maak het visueel. Dat heb ik geprobeerd door bij elk ‘gevaar’ een symbolisch plaatje te zetten.
6. Een bericht moet emotie bevatten. Score: onvoldoende, alleen het woordje ‘gevaar’ levert een plusje op.
7. Woede of humor leiden tot het delen van berichten. Ik hoop dat mijn stuk in enige mate aanzet tot verontwaardiging en lachen, daar is het wel op geschreven.
8. Kan een lezer het stuk gebruiken om iets over zichzelf te vertellen? Zeker, het delen van het stuk toont de lezer als iemand die filosofisch is ingesteld en kritisch op tal van moderne maatschappelijke ontwikkelingen.
9. Walging scoort het beste van alles. Opnieuw: jammer maar helaas.
10. Het moet een goed verhaal zijn. Ik ben natuurlijk vooringenomen, maar als ik het geen goed verhaal vond, had ik het niet gepubliceerd.
Op de keper beschouwd scoort mijn vorige stuk dus hoogstens vijftig procent. En dit stuk veel lager, misschien wel nul op tien. (Vandaar de kop, omdat er dan in elk geval tien redenen zijn dit stuk niet te lezen…)
Natuurlijk is mijn stuk geen ‘nieuws’. Maar dat is veel ‘nieuws’ ook niet!
De Zwitserse schrijver Rolf Dobelli meent dat het moderne nieuws een giftige vorm van kennis is en de geest aantast zoals suiker het lichaam. Hij beveelt onmiddellijke en totale onthouding aan, cold turkey afkicken.
Nieuws als suiker is een verhelderende metafoor (waarschijnlijk bedacht door Nicholas Nassim Taleb, de schrijver van “Black Swan”). Informatie over de wereld kun je dan zien als suiker in groente, fruit en brood: als een belangrijke voedingsbron. Nieuws is dan als toegevoegde suikers in voedingsmiddelen als koekjes, ketchup en frisdrank. Het eerste is zeker niet schadelijk en verslavend, het tweede wel. (Of in elk geval schadelijk, over het verslavende karakter van suiker wordt nog volop gediscussieerd.)
Een ‘nieuwsdieet’ lijkt gezien de metafoor een toepasselijker oplossing dan afkicken. Minder nieuws. Beter nieuws. Gevarieerder nieuws, rijker nieuws. Slow news.
Aan de andere kanten: diëten werken niet. Tenminste: diëten die drastische veranderingen van gewoonten vereisen.
Waarom falen diëten? Psycholoog Roy Baumeister somt in zijn boek “Willpower” de belangrijkste redenen op:
1. Onhaalbare doelen (eruit willen zien zoals twintig jaar geleden).
2. Het ‘wat-the –hell’ effect (“ik heb al een koekje genomen, dan maakt het de rest van de dag ook niet meer uit”).
3. Diëten verzwakken de eigen calorieën-thermostaat (“nu heb ik voedsel nodig”; “nu heb ik genoeg gehad”) door die in de naam van de regels te overrulen.
4. Je hebt energie (en dus voedsel) nodig om je aan het dieet te houden – maar dan verstoot je gauw tegen het dieet!
Als diëten niet werken, wat helpt dan wel? Baumeister heeft een reeks aanbevelingen voor alles wat met zelfontzegging te maken heeft. We kunnen die toepassen op nieuws:
1. Stel haalbare doelen. (Minder nieuws is gemakkelijker dan helemaal geen nieuws.)
2. Zorg dat je op tijd eet. (Jezelf een bezoek aan nu.nl ontzeggen kost energie!)
3. Stel lange termijn doelen. (Over een jaar wil ik dertig minuten per dag besteden aan een goed boek in plaats van aan nieuws.)
4. Leef gezond. (Goede gewoonten in levensstijl maken het gemakkelijker goede gewoonten in nieuwsconsumptie op te bouwen.)
5. Positief uitstelgedrag. (Als je tegen jezelf zegt dat je later het nieuws zult checken, beschouwt het onderbewuste dit reeds als een bevrediging van je nieuwszucht.)
6. Stel heldere grenzen (geen nieuws zolang taak X niet af is), neem je iets expliciet voor (“als ik de computer aanzet ga ik meteen dat stuk schrijven”), beperk je eigen mogelijkheden (kies een saaie, non-actuele startpagina op je computer; gooi de Metro weg zo gauw je in de trein stapt; verwijder nieuws-apps van je telefoon).
7. Houd je vorderingen bij. (Hoeveel verkeerde ‘clicks’ vandaag? Hoeveel ‘gezonde’ informatie?)
8. Beloon jezelf! (Pik een bioscoopje als je een dag niet geklikt hebt.)
Met deze adviezen kun je jouw eigen gewoonten veranderen op elk gebied, dus ook op dat van nieuwsgebruik. En voor dat je het weet, lees je niet meer louter hapklare brokken nieuws, fastfood voor de geest, maar degelijke essays als dit…