494. Dagverlichting: hemelse sferen

Posted on 20 jan 2025 in Blog, Dagverlichting, Featured

494. Dagverlichting: hemelse sferen

Ga rustig zitten. Kijk eens om je heen. Hoe is het licht? Vertellen je zintuigen je hoe laat het is, welke tijd van het jaar? Wat hoor je? verkeer of vogels? Is het lekker warm, of zit je een beetje te kleumen? Of is het eigenlijk te warm, of te vochtig?
Hoe voel je jezelf? Fit, of een beetje under the weather? Ben je relaxt, of voel je jezelf een beetje opgejaagd?

Hier is een moment voor jezelf.

Lees eerst het volgende verhaal:

De droom van Scipio – Cicero

De Romeinse veldheer Publius Cornelius Scipio droomde op een nacht van zijn beroemde grootvader met dezelfde naam, bijgenaamd Africanus vanwege zijn zege over de Carthaagse generaal Hannibal. Africanus nam zijn kleinzoon mee naar een hoge plek, vol licht en sterren, en wees naar beneden, naar Carthago. “Die stad,” zei hij, “gedwongen door mij om Romeins gezag te aanvaarden, haalt oude oorlogsverhalen op en kan niet vredig blijven. Jij zult de komende strijd als bijna gewone soldaat aanvangen maar over twee jaar als consul afsluiten, met haar verwoesting.

“Hier moet je het vaderland het licht van je moed tonen, van je genie en wijsheid. En weet, zodat je des te meer bereid zult zijn de grondwet te beschermen: al wie het vaderland heeft behouden, vergroot of verrijkt, heeft in de hemel een zekere toegewezen plek, waar ze een eeuwigheid van geluk mogen genieten. Want niets behaagt de hoogste God, die het universum regeert, meer dan de verbanden van mensen die verbonden zijn door wetten, genaamd staten. Vanuit deze plek komen hun heersers en wachters en naar deze plek keren ze terug.

“Volg rechtvaardigheid en natuurlijke genegenheid, die groot is bij ouders en familie, maar nog overtroffen wordt in liefde voor het vaderland. Dat leven leidt tot de hemel en de plaats die je nu ziet, welke jullie stervelingen de Melkweg noemen.” En terwijl ik de hemellichamen overzag vanaf dit punt, verschenen de sterren zoals ik ze nooit vanaf aarde had gezien, groot zoals we ze nooit hebben gedroomd; en de minste van hen was die planeet, die het verst van de hemelse sferen staat maar het dichtste bij de aarde, en die schijnt met geleend licht. Maar de bollen van de sterren overtroffen de aarde ruim in grootte – reeds scheen de aarde me zo klein, dat het me pijn deed aan ons imperium te denken, waarmee we, zogezegd, slechts een punt van haar oppervlakte bedekken.

“Kom!” zei Africanus, terwijl ik aandachtig naar haar keek, “hoe lang zal je geest aan de aarde geketend zijn? Zie je in welke streken je beland bent?

“Zie! het universum is samengesteld uit negen cirkels of liever bollen; eentje is dat van de hemelen, de buitenste, die alle andere sferen omvat, de hoogste godheid, die de anderen bevat en binnenhoudt; en hieraan zijn de eeuwige omloopbanen van de sterren bevestigd. Daaronder liggen zeven die in de andere richting dan de hemelen draaien: Saturnus, Jupiter, de rode Mars, dan de zon, de leider, de geest en orde van het universum, dan Venus en Mercurius als satellieten in hun sferen; en in de laatste zone draait de maan.

“Daaronder is niets dan wat sterfelijk en vergankelijk is; boven de maan is alles eeuwig. Wat betreft de aarde, de negende en middelste bol, die draait niet maar is het laagste punt.”

Terwijl ik met verwondering op deze dingen neerzag, vroeg ik: “Wat is dat geluid, dat mijn oren vult, zo luid en zoet?” “Dit,” antwoordde hij, “is het geluid dat wordt geproduceerd door de beweging van de sferen zelf, waardoor veranderende samenklanken in onveranderlijke harmonie ontstaan. De buitenste delen geven aan de ene kant een laag, aan de andere kant een hoog geluid. De hoogste, de hemelse zone met de sterren, die sneller draait, geeft een hoge noot; terwijl die van de maan, onderaan, de laagste is. De aarde, die niet beweegt, is stil.

“De omwentelingen van de acht sferen, van wie twee dezelfde kracht hebben, produceren zeven tonen met duidelijke intervallen; dat getal, in het algemeen, is de mystieke band tussen alle dingen in het universum. geleerden die dit imiteren met snaarinstrumenten hebben voor zichzelf de weg terug geopend naar deze plek, net als andere mensen van nobele natuur, die goddelijke doelen hebben gevolgd.

Toen verdween hij, en ik ontwaakte uit mijn droom.

Lees daarna dit gedicht:

Zoom! - Richard Armitage

Het begint als een huis, aan het eind 
van de straat
maar het stopt daar niet. Snel is het 
een laan
die arrogant overloopt langs het technisch instituut,
linksaf slaat
bij de hoofdstraat zonder te kijken
en al gauw is het een stad met alle grote banken,
een dagblad 
en een voetbalclub op weg naar promotie.

En het gaat verder, ongeacht bestemmingsplannen,
groene zones,
en voordat we het weten is het buiten onze macht:
stad, natie,
halfrond, heelal, wegvliegend in alle richtingen
en plotseling,
godzijdank, wordt het door het oog
van een zwart gat getrokken
en in een aangrenzend sterrenstelsel geschoten,
waar het tevoorschijn komt, kleiner en gladder
dan een biljartbal maar zwaarder dan Saturnus.

Mensen houden me staande in de straat, vallen me
lastig in de rij voor de kassa
en vragen 'Wat is dit, dit dat zo klein
en zo extreem glad is
maar wat meer weegt dan de geringde planeet?'
Niets meer dan woorden
verzeker ik hen. Maar ze willen er niks van weten.

Luister tenslotte naar de volgende muziek: