492. De Hamlet van Twente

Posted on 12 jan 2025 in Blog, Featured

492. De Hamlet van Twente

Vorige week heb ik al omschreven hoe moeilijk het is om uit het kader van een melodramatisch plot te stappen. Om te zien dat je jezelf hebt vastgebeten in een kansloze zaak, een doodlopende weg bent ingeslagen en onafwendbaar een tragisch einde tegemoet gaat.

Zolang je namelijk in het melodramatische kader gevangen zit, geloof je dat jij de held bent en de ander het monster, dat jij zult overwinnen en dat er een pot goud wacht aan het einde van de regenboog. Je gelooft, met andere woorden, dat het monster definitief overwonnen kan worden, macht en geld alles goed maken, het doel alle middelen heiligt, je kunt terugkeren naar het begin en een heilstaat bereikbaar is.

Terwijl wij allen weten dat dit niet zo is.

Ervaring leert dat er in de held een monster schuilt, materieel succes is niet zaligmakend is, doelen niet alle middelen heiligen, je niet kunt terugkeren op je schreden en er geen toestand van voortdurend geluk bestaat.

Wanneer je nog midden in het verhaal zit is het moeilijk, zo niet onmogelijk, verder te kijken dan de plot lang is. Het verlossende inzicht dat Aristoteles anagnorisis genoemd heeft, blijft buiten bereik. De misvatting of illusie blijft de hoofdpersoon verblinden. En langzaam maar zeker verandert het melodrama in een tragedie.

The state of Denmark

We zien dit bijvoorbeeld in Shakespeare’s Hamlet. Aan het begin van het stuk is Hamlet getroffen door de dood van zijn vader, de koning van Denemarken, en verrast door het snelle hertrouwen van zijn moeder Gertrude met diens broer Claudius, die ook meteen de troon heeft gegrepen. Voordat Hamlet zijn positie volledig bepaald heeft, wordt hij door de geest van zijn vader ingelicht dat zijn moeder overspel heeft gepleegd met zijn oom en dat die laatste zijn broer met vergif heeft vermoord. De geest bezweert Hamlet wraak te nemen op zijn moordenaar en Hamlet belooft dat.

Wat is Hamlets hamartia, zijn misvatting die het project van wraak tot mislukken doemt en onwrikbaar tot een tragedie leidt? Dat hij de juiste persoon is om deze taak te volbrengen.

Voor wraak is een zekere daadkracht nodig, een bepaalde mate van overtuiging en wilskracht. Hamlet mist die, in tegenstelling tot rivalen als Laertes en Fortinbras (die Shakespeare niet voor niets toont, als contrasten). Hij is een melancholische twijfelaar die af en toe impulsief kan handelen maar doorgaans in uitstelgedrag verzandt. Maar opgezadeld met een opdracht die helemaal niet bij hem past, maakt hij zichzelf wijs dat hij geschikt is om deze taak uit te voeren.

In al zijn handelingen blijkt echter dat hij niet de juiste persoon is.

Het tragische van het stuk schuilt overduidelijk niet in de gebeurtenissen, en de hamartia zit hem niet in de informatie die Hamlet heeft. De tragische misvatting zit hem in zijn karakter, en in een gebrek aan zelfkennis. Zonder dat karakter van Hamlet zou er een sensationeel plot overblijven, met overspel en moord, een geest, een waanzinnige vrouw, een gevecht in een graf en acht gewelddadige doden – maar geen tragedie. Wat Hamlet tragisch maakt is de blindheid van de hoofdpersoon voor zijn eigen karakter – een karakteristieke blindheid, bovendien.

Om zijn doel van wraak te verbergen speelt Hamlet de teleurgestelde geliefde, zogenaamd door verloofde Ophelia tot waanzin gedreven. Hij misleidt daarmee niet de koning, maar wel Ophelia. Door een ingenieuze, maar ook erg omslachtige en overbodige tactiek weet hij de schuld van de koning te bevestigen, maar wanneer hij de gelegenheid krijgt Claudius te doden laat hij die kans liggen, om een reden die duidelijk een drogreden is. Wanneer hij later meent de koning toch te doden, steekt hij per vergissing de vader van Ophelia, Polonius, neer. Ophelia wordt door Hamlets wreedheid tot waanzin gedreven en pleegt zelfmoord. Hamlet zelf ontkomt aan één list van Claudius, maar valt daarna ten prooi aan een tweede. Hij gaat in op een zwaardgevecht met (Polonius’ zoon en Ophelia’s broer) Laertes, wiens zwaard in gif gedoopt is. Verder heeft Claudius een gifbeker klaar staan, mocht Hamlet ongedeerd blijven. Uiteindelijk eindigt het stuk met een stapel lijken: weliswaar weet Hamlet Claudius te doden, maar die neemt Laertes, Gertrude en Hamlet zelf mee de dood in. Met Polonius, Ophelia (en, in een nevenplot, Hamlets vrienden Rosencranz en Guildenstern) zijn dat acht doden in plaats van één, wat de som zou zijn geweest als Hamlet zijn opdracht adequaat had uitgevoerd. En Denemarken wordt een prooi van de Noorse prins Fortinbras. Rampspoed alom, omdat de hoofdpersoon zichzelf en zijn beperkingen niet kende en zich vastbeet in een plot dat de zijn niet was.

Een politieke tragedie

Hoewel ik geen voorbeeld ken, kan ik nooit de eerste zijn die een overeenkomst ziet tussen Pieter Omzigt en Hamlet. Zeker de laatste twee jaar, sinds Omtzigts loopbaan wordt beheerst door de mogelijkheid van een eigen partij, met regeringsverantwoordelijkheid en eventueel het premierschap, is het beeld van hem als notoire twijfelaar en uitsteller steeds weer geschetst.

Eerst na 2021, toen andere partijen na zijn vertrek bij het CDA om zijn gunsten wierven, maar hij de boot afhield. Vervolgens toen een paar politieke vrienden een nieuwe partij oprichtten (de Alliantie), maar Omtzigt zich uiteindelijk toch niet aansloot. Daarna toen hij bedankte voor een rol in de Provinciale Staten-verkiezingen van 2023.

In de zomer van dat jaar, vijf maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen, scoorde Omtzigt hoog in de peilingen, wel rond de veertig zetels. Die zetels verdampten echter snel na de oprichting van Nieuw Sociaal Contract en Omtzigts kandidaatstelling in augustus. Zijn voornemen om ook bij een grote winst geen deel uit te maken van de regering maar eerst de partij in de luwte op te bouwen, en de aarzeling om zichzelf (of iemand anders) als premier voor te dragen, kostten hem veel kiezers, zodat er op 22 november nog 20 zetels overbleven.

Vervolgens stelde Omztigt eerst dat hij een nieuw kabinet hoogstens zou gedogen, om daarna toch met PVV, VVD en BBB te gaan onderhandelen. Hij liep na twee maanden weg uit die onderhandelingen (maar niet op zijn centrale punt van goed bestuur) om er zonder toezeggingen weer bij terug te keren. Als enige geloofde hij dat een ‘rechtsstaatverklaring’ voldoende zou zijn om Geert Wilders in te tomen. Hij bedong een extra-parlementaire premier, uiteindelijk Dick Schoof, maar kreeg niet het verlangde extra-parlementaire kabinet. En nadat de regeerperiode was begonnen dreven ruzies binnen de coalitie hem razendsnel tot een (tweede) burnout, die NSC goeddeels stuurloos maakte. Nu, na Omtzigts gedeeltelijke terugkeer, een half jaar na de start van het kabinet, is de partij twee staatssecretarissen kwijt, twee kamerleden en 17-20 zetels in de peilingen. Aangezien veel mensen een val van de regering in de lente verwachten is het niet ondenkbaar dat Omtzigt over een half jaar weer alleen in de kamerbankjes zit, net zoals na zijn vertrek uit het CDA.

Waar is het misgegaan met Omtzigt? Ik denk ergens in 2019 of 2020, toen Omtzigt landelijke roem kreeg door zijn rol in het Toeslagenschandaal. In die tijd werd hij bevangen door het idee dat hij een politieke leider en hervormer kon zijn, in plaats van ‘alleen’ maar een goed kamerlid. Daarom stelde hij zich verkiesbaar als lijsttrekker van het CDA, daarom publiceerde hij in maart 2021 Een Nieuw Sociaal Contract. Waar dat idee vandaan kwam? Misschien van de geest van Pim Fortuyn. In elk geval niet van zijn collega’s binnen de partij, die hem omschreven als psychopaat, zieke man, teringhond, eikel, als gestoord en labiel. (Zo zouden Claudius, Polonius en Laertes ook Hamlet hebben kunnen beschrijven.) Hoe accuraat die karakteriseringen zijn, kan ik niet beoordelen, ook niet na bevestigingen uit de kringen van zijn huidige coalitiepartners – daar kan immers ook politieke rivaliteit achter zitten. Dat er een rode draad loopt van MH17-misstap (manipulatie van een getuigenverklaring, Omtzigt legde hierop het woordvoerderschap neer) naar eerste burnout naar ‘functie elders’ (ongemak met Omtzigts positie in de formatie van 2021) naar interne CDA-kritiek naar aarzeling over eigen partij naar mislukte campagne naar chaotische en emotionele formatie en tweede burnout – dat lijkt me duidelijk. We zien hier volgens mij een man die in een positie zit die niet bij hem past, maar waar hij nu op eigen kracht niet meer uit kan komen. Waarmee hij zijn partij en de Nederlandse politiek gijzelt. Zonder Omtzigt zou het NSC niet hebben bestaan. Met hem heeft het geen toekomst.

Hoe gaat dit aflopen? In theorie zou het nog op een komisch happy end kunnen uitdraaien, wanneer het NSC het kabinet laat vallen, Omtzigt het stokje overdraagt en een vernieuwd NSC zichzelf kan uitvinden als oppositiepartij. Maar eerlijk gezegd lijkt het daarvoor te laat. Het lijkt waarschijnlijker dat Omtzigt, als Hamlet, de gifbeker zal leegdrinken en zichzelf en zijn partij ten – politieke – gronde richt. Dat hij, in een impulsieve daad, de boel op zal blazen en een stapel spreekwoordelijke lijken achter zal laten. Of misschien, zoals King Lear, de macht zal proberen over te dragen maar daarbij de verkeerde keuzes zal maken, zodat het NSC alsnog sneeft. Want zijn karakter zal niet meer veranderen en een anagnorisis, die hem door anderen zal worden aangeboden, zal buiten bereik blijven, vrees ik.