484. Enkele gedachten over Israel en de Palestijnen

Posted on 14 okt 2024 in Blog, Featured

484. Enkele gedachten over Israel en de Palestijnen

Afgelopen weekend was het precies één jaar geleden dat Hamas-strijders kibboetsen en muziekfestivals in Israel aanvielen en meer dan duizend mensen vermoordden. Overal op de wereld werd dit herdacht, vaak met demonstraties die niet alleen de gebeurtenissen van 7 oktober memoreerden, maar die ook meteen op een partijdige manier interpreteerden.

In Amsterdam waren er tegelijkertijd twee betogingen: eentje op de Dam als herdenking voor de Israëlische slachtoffers en als steun voor gegijzelden, nabestaanden en het hele Israëlische volk; de ander, bij het station, als steunbetuiging aan Palestijnen – vooral die in Gaza, die in het afgelopen jaar slachtoffer zijn geworden van de Israëlische reactie. Deze tweede betoging was nadrukkelijk een tegenbetoging: tegen de Israëlische invasie van Gaza, tegen de Israëlische regering, tegen Nederlandse sympathisanten van Israel, zoals die op de Dam.

Beide demonstraties maakten duidelijk hoezeer de Nederlandse samenleving intussen het conflict heeft verinnerlijkt en hoe melodramatisch ons begrip van de situatie is geworden. Dat zagen we ook de laatste dagen bij de reacties op de nieuwe 555-actie van de gezamenlijke hulporganisaties voor alle mensen in nood in het Middenoosten. Een mooi initiatief, zou je zeggen, maar het lokte meteen uitspraken uit als ‘ik geef geen cent aan Israel’ en ‘ik ga geen Hamas-terroristen financieren’.

Melodrama

Ik heb op deze plek vaker over het melodramatische wereldbeeld geschreven. Nog even in het kort:

In onze samenleving interpreteren we heel veel situaties (van individuele diëten tot landelijke verkiezingen, van sportwedstrijden tot economische markten) als strijdperken, plaatsen waarin een hoofrolspeler/protagonist tegenover een andere speler/antagonist staat. Dit conflict heeft een duidelijk begin en einde en na afloop weet je wie er gewonnen heeft. Al naar gelang het resultaat wekt het melodrama drie soorten emoties op: vreugde/triomf (als de protagonist wint), wanhoop/verdriet (als de protagonist verliest) en woede/verontwaardiging (als de protagonist op een oneerlijke manier verliest). (Het is geen toeval dat in dit schema een apart gevoel voor ‘oneerlijk winnen’ ontbreekt: de meeste mensen zullen ook een winst met doorgestoken kaarten als een triomf ervaren.)

We zien dit schema nu ook toegepast op de situatie in het Middenoosten. Voor toeschouwers lijkt het alsof alle inwoners van het gebied daders of slachtoffers zijn. Voor het pro-Israel kamp zijn Palestijnen en Libanezen allemaal daders, ook als ze niet zelf de wapens hebben opgenomen. Want dan sympathiseren ze wel met Hamas of Hezbollah, dan staan ze toe dat militanten zich tussen hen schuilhouden, dan zijn ze op zijn minst anti-Israel. (En anti-Israel zijn betekent antisemitisch zijn.) Alle Israeli’s zijn in hun ogen onschuldige slachtoffers, óf gerechtvaardigde wrekers van onrecht.

En voor de pro-Palestijnse kijkers zijn alle Israeli’s plegers van oorlogsmisdaden en genocide, terwijl alle Palestijnen slachtoffers zijn, zelfs de strijders van Hamas en Hezbollah – die reageren alleen maar op voorafgaande Israëlische agressie, zoals de isolatie van Gaza of de bezetting van de Westoever.

Beide kampen geloven in helden en schurken – het is alleen dat ze die rollen aan verschillende partijen toewijzen. Kortom: een door en door melodramatisch schema.

Volgens dit schema heeft de strijd ook een duidelijk begin en zal er een duidelijk einde zijn. Ook hier verschillen de kampen natuurlijk weer van mening over wanneer die strijd begonnen is. Israel zegt 7 oktober 2023. De Palestijnen zeggen eerder: bijvoorbeeld bij de vorige Gaza-oorlog (2006), of het bezoek van Ariel Sharon aan de Tempelberg (aanleiding tot de Tweede Intifada, 2000), of zelfs bij de bezetting van de Westelijke Jordaanoever (1967). Maar iedereen is het er over eens dat het conflict een duidelijk begin heeft: bij een daad van agressie van de tegenstander.

Wanneer het gevecht zal eindigen zal niemand durven zeggen, maar in beide kampen is de voorwaarde van dat einde duidelijk: wanneer de vijand definitief is verslagen – of liever gezegd, vernietigd. De Israëlische regering en Hamas hanteren dus eenzelfde definitie van het einde, al hebben ze verschillende tijdspaden voor ogen. Hamas rekent in generaties, Israel in militaire campagnes.

Tragedie

Voor iedereen die niet aan éen partij verbonden is, is het duidelijk dat bovenstaande melodramatische kenmerken niet bij het conflict passen. In alle gevallen lopen daders en slachtoffers, schuldigen en onschuldigen, door elkaar en vallen ze nauwelijks uit elkaar te houden. Niet elke Palestijn is een terrorist, niet elke Israeli een kolonist. Hamas en Hezbollah doen meer dan alleen moorden; het Israëlische leger houdt zich vaak wel aan oorlogsrecht. En al zou je de daders precies kunnen aanwijzen, dan worden ze nog omringd door mensen die hoogstens omstanders en misschien zelfs wel slachtoffers of bondgenoten zijn. Hamas doodde vorig jaar Israëli’s die actief Palestijnen hielpen. Israel bombardeert tegenstanders van Hamas en Hezbollah (en bedreigt VN-troepen!).

Alle pogingen om de eigen partij als schuldeloos aan te merken lijkt me ook onhoudbaar – over en weer worden overduidelijk oorlogsmisdaden gepleegd. De grootste fan van Israel moet toegeven dat het geweld in Gaza op zijn minst af en toe – zo niet voortdurend – over de schreef gaat. De grootste pleitbezorger van Palestijnse belangen zal inzien dat op Hamas, Fatah en Hezbollah (en Iran!) veel aan te merken valt.

Het zal duidelijk zijn waar ik heen wil. Het conflict in het Middenoosten is geen melodrama, het is een tragedie. Scheidslijnen van goed en kwaad lopen dwars door alle partijen heen. Begin en einde van het conflict vallen niet te bepalen, je kunt zelfs niet zeggen waar de strijd zich precies afspeelt. Begint hij in het Middenoosten met de stichting van Israel? Of bij de voorafgaande kolonisatie van Europese joden? Of in Londen, bij het aanmerken van het Britse mandaatsgebied Palestina als Joods tehuis? Of bij de start van de moderne zionistische beweging in Bazel? Of bij het voorafgaande antisemitisme in Europa? Of bij de verdrijving van de joden uit Palestina? Of bij de verwoesting van de tempel in Jeruzalem door de Romeinen? En bij de onzekerheid van de startplaats komt die van de starttijd: 1948, 1917, 1897, de negentiende eeuw, de middeleeuwen, het begin van onze jaartelling?

En als we al een begin durven te bepalen, hoe zit dat dat met het einde? Wat zou een definitieve overwinning of nederlaag betekenen? Het opheffen van de staat Israel en het vertrekken van alle joden? Het einde van Hamas of Hezbollah? De dood of verdrijving van alle Palestijnen? Is er iemand die gelooft dat één van deze radicale uitkomsten mogelijk is? Of dat ‘From the River to the Sea’ een duidelijk en haalbaar programma is?

Nogmaals: in een melodrama zijn de zaken helder. Begin en einde van de strijd zijn duidelijk herkenbaar. Op het eind van het conflict is er een winnaar en een verliezer.
De strijd vindt altijd plaats tussen, niet binnen partijen.

Tragedie wist al deze duidelijke grenzen uit. Tragedie zegt: deze strijd is geen melodrama. Er is geen begin en einde; er zijn geen winnaars en verliezers; het conflict is eigenlijk in jezelf.
Eigenlijk toont elke tragedie hoofdpersonen die ten onrechte denken dat ze in een melodrama zijn beland. En dat is ook zo met Israëli’s en Palestijnen (en al hun sympathisanten): ze denken dat ze in een helder afgebakende strijd zitten, met een duidelijk begin, een herkenbaar einde, een zuiver onderscheid tussen daders en slachtoffers, schuldigen en onschuldigen. Helden en schurken. Maar de helden zijn hier schurken, en niemand weet nog waar het conflict begonnen is en waarmee het op moet houden. En wanneer. En bij alle geclaimde ‘successen’ is er geen duidelijke winnaar of verliezer. Er zijn alleen verliezers.

Emoties

Het is ook niet verwonderlijk dat de emoties die ‘Palestina’ oproept alleen maar melodramatische emoties zijn. Vreugde/triomf als we de vijand een slag hebben toegebracht. Wanhoop/verdriet als we zelf getroffen zijn. Woede omdat we vinden dat de ander ‘niet eerlijk’ vecht (óf vanuit een superieure overmacht, óf met heimelijk aanslagen).

Een tragedie wekt heel andere emoties op, omdat we in een tragedie naar het geheel kijken, niet alleen maar naar ons eigenbelang. Niet alleen maar naar onze eigen winst of verlies. We zien in een tragisch begrip van de werkelijkheid hoe alles in elkaar zit – en daardoor komen we tot een nieuw inzicht. En we worden vervuld van medelijden met de getroffenen, en de vrees dat het ons ook kan overkomen. Die gevoelens zorgen ervoor dat we een catharsis doormaken.

En die catharsis behoort bij een tragedie tot een verzoening te voeren. Wij denken vaak dat oude Griekse tragedies per definitie slecht afliepen, maar dat was helemaal niet zo. De meeste kenden een gelukkige afloop waarbij de antagonisten zich verzoenden en de hoofdrolspelers er goed uit kwamen. ‘Tragisch’ moet dan ook eigenlijk niet ‘ongelukkig’ betekenen, maar eerder iets als ‘ups en downs’. Of beter: eerst een down, en dan een up, maar daarna misschien wel weer een down. (Bij een komedie is de laatste up definitief.) Kortom: een tragedie eindigt in inzicht en verzoening, al is die verzoening nooit definitief, nooit ‘lang en gelukkig’. Maar daarom niet minder belangrijk. Niet minder nodig. Niet minder hoopvol.

In Israel en de Palestijnse gebieden zouden we nu tekenen voor een tijdelijke verzoening, een wapenstilstand zelfs. Die wapenstilstand gaat er echter niet komen voordat beide partijen het melodramatische kader – de woede, wanhoop en triomf – hebben losgelaten en vervuld zijn geraakt van medelijden en vrees.

Pas een gedeelde catharsis zal vrede mogelijk maken.