Ga rustig zitten. Kijk eens om je heen. Hoe is het licht? Vertellen je zintuigen je hoe laat het is, welke tijd van het jaar? Wat hoor je? verkeer of vogels? Is het lekker warm, of zit je een beetje te kleumen? Of is het eigenlijk te warm, of te vochtig?
Hoe voel je jezelf? Fit, of een beetje under the weather? Ben je relaxt, of voel je jezelf een beetje opgejaagd?
Hier is een moment voor jezelf.
Lees het volgende verhaal:
De scheppingsmythe van Protagoras
Er was eens een tijd dat er veel goeden waren, maar nog geen onsterfelijke wezens. Toen het lot ook voor hen de tijd had aangewezen om tot leven te komen boetseerden de goden hen uit een mengeling van aarde en vuur en brachten hen aan het licht. Ze gaven twee Titanen, de broers Epimetheus en Prometheus, de opdracht ieder van hen met passende vermogens uit te rusten.
Epimetheus vroeg zijn broer om deze verdeling alleen te mogen doen, en achteraf het resultaat te beoordelen. Prometheus stemde daarmee in. Afgaande op hun namen hadden de broers de zaken trouwens beter anders kunnen verdelen, want Epimetheus betekent de ‘achteraf denkende’ en Prometheus de ‘vooraf denkende’.
Epimetheus zette zich aan het verdelen. Het ene wezen gaf hij kracht om te grijpen, het andere snelheid om te ontsnappen. Sommigen gaf hij pantsering, anderen een veilig ondergronds leger, weer anderen het vermogen in de lucht een veilig heenkomen te vinden. De ene soort maakte hij groot, de andere klein, maar vaardig in verbergen. En zo wist hij voor alle eigenschappen een evenwicht te vinden, zodat alle soorten veilig waren voor wederzijdse uitroeiing. Verder bedeelde hij iedereen bescherming tegen de seizoenen door ze vachten te geven, en tegen harde oppervlakken, door ze van hoeven, klauwen of dikke zolen te voorzien.Vervolgens verschafte hij aan allen verschillend voedsel: kruiden uit de grond of voedsel aan de bomen, of wortels. Sommigen leefden van andere levende wezens, maar die genoten een geringere vruchtbaarheid, terwijl de prooidieren zich snel vermeerderden.
Aan het eind van zijn werk moest Epimetheus ook de mens eigenschappen toebedelen en toen kwam hij er achter dat hij door de voorraad heen was. Met zijn karakteristieke gebrek aan voorzienigheid had hij niets meer om de mens te beschermen tegen de zwaarbewapende dieren om hem heen. En toen Prometheus langskwam om naar zijn broers werk te kijken, stond de mens naakt, ongeschoeid, ongedekt, ongewapend. En reeds was de dag aangebroken waarop de mens uit de aarde moest treden.
Prometheus moest iets verzinnen – achteraf, wat ook niet zijn sterke kant was. Hij besloot uiteindelijk vaardigheden en kennis bij de goden Athene en Hefaistos te stelen, zodat de mens zich met kunstmatige middelen als speren en schilden kon beschermen tegen de dieren, zodat hij zelf een huis kon bouwen van hout en steen, en kleren kon weven van wol en vlas. Zodat hij boten kon bouwen om de snelste zwemmers bij te houden en paarden kon temmen om de snelste dieren te verslaan. Met deze middelen kon de mens zich meten met de goden.
Zeg zelf: was het een geluk of een ongeluk dat de mens niet kon profiteren van Prometheus’ vooruitziende blik? Was het een geluk of een ongeluk dat Epimetheus te laat nadacht over de verdeling van alle eigenschappen?
En lees nu het volgende gedicht:
De Benodigde Tijd – Sanai
Jaren zijn nodig voordat de zon die op
een rots in Jemen inwerkt een bloedsteen maakt.
Maanden moeten voorbijgaan voordat een katoenzaadje
een naadloos gewaad kan leveren.
Dagen gaan voorbij voordat een handvol wol
een halstouw wordt.
Decennia heeft een kind nodig
om in een dichter te veranderen.
En beschavingen storten ineen en worden bedolven
om een tuin op de ruïnes te laten groeien,
een ware mysticus.
Luister tenslotte naar deze muziek: