14. Het spel en de knikkers

Posted on 18 jul 2014 in Blog, Featured

14. Het spel en de knikkers

Gaat voetbal om mooi spelen of winnen? Gaat ondernemen om goed werk doen of om winst behalen?
De eerste vraag beantwoordde ik in mijn blogartikel van 27 juni. Ik geloof dat de strekking van mijn betoog (winnen is het middel, mooi voetbal is het doel) een bredere toepassing heeft en ons ook wat duidelijk kan maken over de activiteit van ondernemen.

Veel voetbalteams spelen louter om te winnen, lijkt het. Of liever, ze spelen om niet te verliezen. Ze proberen vooral de tegenstander het spelen onmogelijk te maken. Dit was ook het strijdplan van Louis van Gaal op het afgelopen WK, uitmondend in de anti-wedstrijd tegen Argentinië, die alleen leek te draaien om het uitschakelen van ’s werelds beste voetballer, Lionel Messi. (En voor de Argentijnen om het elimineren van Arjen Robben.)
Afgezien van het (verdiende) succes van Duitsland leken de finaleplaats van Argentinië en de derde plek van Nederland het gelijk van deze aanpak aan te tonen. Voetbal draait om het resultaat, de rest is flauwekul. Het is topsport, geen kunst.

Maar, zoals ik een paar weken geleden betoogde, deze waarheid kan niet de hele waarheid zijn, want dan zou elk middel zijn geoorloofd om een bepaald resultaat te bereiken. Dat is echter niet zo. Sommige zaken zijn tegen de regels van het voetbalspel: hands, ruw spel, ‘buitenspel’. En ze zijn tegen de regels omdat ze tegen de geest van het spel zijn. Omdat ze de excellentie, die wij in een wedstrijd willen zien, onmogelijk maken.
Die excellentie wordt wel bevorderd door het wedstrijdkarakter van sport – door het streven naar winnen. Het feit dat de mooiste voetbalacties worden ‘opgevoerd’ in een situatie waarin gaat het om scoren van doelpunten, om strijd, om het winnen van wedstrijden, maakt de acties juist mooier.
Maar het wedstrijdkarakter van sport kan niet verdoezelen dat elke sportieve bezigheid uiteindelijk gaat om het excelleren in bepaalde vaardigheden, en winnen is op zichzelf nog geen excellente vaardigheid.

In zijn ideale vorm houdt voetbal het midden tussen strijdloos ballet aan de ene kant en (alles-voor-het) resultaatvoetbal aan de andere kant. Het beantwoordt daarmee wonderwel aan Aristoteles’ definitie van deugdzaamheid of excellentie als het midden houden tussen twee uitersten, tussen een tekort en een overschot. In dit geval zou je kunnen zeggen dat voetbal – en sport in het algemeen – het gulden midden moet houden als het gaat om resultaatgerichtheid. Niet te weinig (dan heb je kunst) en niet te veel (dan heb je oorlog).

Welke lessen bieden bovenstaande overwegingen als het gaat om ondernemen? Ogenschijnlijk gaat het bij ondernemen ook om winnen – om winst. Om marktaandeel. Om het verslaan van de concurrent.
Maar ook hier maakt enig nadenken duidelijk dat winnen in de (markt)economie niet alles is. Dan zou het namelijk voor bedrijven zijn toegestaan om hun klanten op te lichten, informatie achter te houden, bedrijfsgeheimen te stelen of onderlinge prijsafspraken te maken. Dit zijn echter stuk voor stuk illegale handelingen, omdat een economie uiteindelijk niet draait om het winnen, maar om het meedoen. (Als een bedrijf zo machtig wordt dat concurrenten bij voorbaat kansloos zijn, breken we het monopolie; als een burger niet mee kan doen aan het economische verkeer, geven we hem of haar een uitkering.)

Als we excellent of deugdzaam ondernemen ook in het Aristotelische model plaatsen, is een ideaal bedrijf niet te weinig op winst gericht en niet teveel. Het houdt het midden tussen, aan het ene uiterste, de overheid (die helemaal geen last heeft van concurrentie en geen winst nastreeft), en, aan het andere uiterste, de maffia. Je zou ook kunnen zeggen dat het spectrum gaat van ‘louter gericht op maatschappelijke doelen’ en ‘louter gericht op eigen voortbestaan’.
Het ideale bedrijf ligt tussen een goed doel (beetje competitief en resultaatgericht, vooral bezig met maatschappelijke impact) en een beursgenoteerd bedrijf (voornamelijk competitief en resultaatgericht bezig, minder gericht op maatschappelijke impact).
Zie deze grafische weergave:

venturesome

Het ideale bedrijf is wat in moderne termen een ‘social enterprise’ heet, een sociale onderneming.
Zoals dit filmpje uitlegt:

Als mijn argumenten voor de analogie van goed voetbal en goed ondernemen hout snijden, hebben maatschappelijke doelen baat bij het nastreven op een markt, in een situatie van strijd en concurrentie. De wedijver zal organisaties scherper, creatiever, sneller, flexibeler maken en dat zal hun maatschappelijke impact ten goed komen – mits die impact het voornaamste doel blijft!
Maar. Zoals we ook bij eerbiedwaardige banken hebben gezien, is er altijd een drang naar de rechterkant van het spectrum. Naar puur resultaatgericht handelen, naar winst als voornaamste en soms enige maatstaf. De winner takes all-mentaliteit die daarmee gepaard gaat, brengt echter grote risico’s met zich mee. Ongelijkheid. Uitsluiting. Corruptie. En uiteindelijk zelfs de vernietiging van het spel dat gespeeld werd.

Meer over die ontwikkeling volgende week!