We leven in een wereld van overvloed. Loop een supermarkt binnen en alles waar onze voorouders dagenlang voor moesten jagen, of maandenlang het land moesten bewerken, ligt klaar om in ons karretje te worden gelegd. Bezoek een kledingzaak en je kunt kiezen uit honderden uitdossingen in allerlei materialen, vormen en kleuren. Wandel door een winkelstraat en duizenden producten, sommige noodzakelijk, de meeste een vorm van luxe, schreeuwen om je aandacht.
En dat is alleen nog maar (een deel van) de fysieke wereld. Zet televisie of computer aan en het aantal zenders, programma’s, websites, applicaties waaruit je kunt kiezen is schier oneindig.
Voor ons rijke westerlingen is de hele wereld één groot luilekkerland geworden, waarin het probleem niet meer is óf je jouw behoeften kunt bevredigen, maar hoe je dat op een verstandige manier kunt doen – zonder dat je die wereld, of jezelf, kapot maakt.
Voor moderne mensen is, kortom, een vorm van onthouding absoluut noodzakelijk. We moeten de zelf-controle hebben om de lange termijn in het oog te houden en die niet aan de korte termijn op te offeren.
Hoe doen we dat?
Onthouden als zelf-controle
Zelfcontrole is een complex begrip dat we hier niet helemaal uiteen kunnen rafelen. Ik wil het daarom alleen bezien vanuit de volgende tweedeling: onthouding waarbij je helemaal alleen op jezelf vertrouwt en onthouding die je (gedeeltelijk) aan anderen uitbesteedt.
De klassieke mythologie biedt een beeld om de tegenstelling te begrijpen. Stel je voor, je vaart met een boot langs het eiland van de sirenen – wezens met vogellichamen en vrouwenhoofden, die met hun honingzoete en vleiende gezang zeelieden naar hun oever lokken, om hen daar te verslinden. Aan jou, als klassieke zeevaarder, de uitdaging om deze verleiding te weerstaan.
Hoe doe je dat?
De Griekse mythologie geeft twee voorbeelden: het ene van Jason en de argonauten, het andere van Odysseus en zijn bemanning.
Bij de argonauten neemt zanger Orfeus het voortouw. Zo gauw de sirenen beginnen te zingen, pakt hij zijn lier en heft een lied aan dat de sirenen overstemt. Hij kan gezien worden als een symbool van onze individuele, rationele vorm van zelfcontrole, degene die tegenover korte termijn-verleidingen de voordelen van de lange termijn plaatst, in een poging de stemmen van verleiding te smoren.
Odysseus heeft een andere aanpak: op advies van de godin Kirke stopt hij was in de oren van zijn bemanningsleden en laat hij zich aan de mast vastbinden. Zo kunnen zij langs het eiland roeien zonder aan de verleiding blootgesteld te worden en kan hij de sirenen horen zonder hun slachtoffer te worden. Dit kan gezien worden als een uitbesteding van zelfcontrole: Odysseus probeert zich niet zelf te bedwingen, maar laat zich in bedwang houden door zijn mannen (en de techniek van de touwen en de mast).
Het uitbesteden van zelfcontrole is dus een oude strategie, die ook vandaag nog overal wordt toegepast, zowel individueel als collectief.
Als ik wil stoppen met een kwalijke gewoonte doe ik een publieke gelofte, zodat andere mensen mij daarop aan kunnen spreken – en schaamte mij weerhoudt om op mijn voornemen terug te komen. Als ik moet oefenen op mijn muziekinstrument, spreek ik af dat ik een stuk bij de volgende repetitie zal kunnen spelen.
Gezond eten of voldoende bewegen bevorder ik door het via een app te registreren en de data met andere gebruikers te delen.
Soms wordt het uitbesteden niet door mijzelf beslist, maar is die uitbesteding zelf uitbesteed. De gemeente laat het niet aan mij over om mijn snelheid te matigen, maar maakt harder rijden onmogelijk door verkeersdrempels aan te leggen. De belastingdienst stelt een deadline voor mijn aangifte, zodat ik die niet eindeloos kan uitstellen.
Wat is nu de beste aanpak? Die van Orfeus of die van Odysseus?
Ik denk dat beide wijzen van aanpak elkaar aanvullen, maar dat de manier van Odysseus twee grote voordelen heeft.
Op de eerste plaats is het gewoon effectiever om de hulp van anderen in te roepen dan om alles alleen te willen doen. Door van elke keuze een intern disciplinair gevecht te maken, dat je ook kunt verliezen, verhoog je de kans dat je voor verleidingen bezwijkt. Hier speelt vooral de alomtegenwoordigheid van de verleiding een rol, en de manier waarop die vaak sluipend zijn weg naar je hart vindt.
In plaats van per dag honderden reclameboodschappen bewust te moeten negeren, kun je jezelf er beter niet aan bloot stellen.
Op de tweede plaats houdt de strategie van uitbesteding rekening met hoe mensen in elkaar zitten. Wij zijn complexe wezens, die beslissingen nemen op gronden die we zelf niet geheel overzien en begrijpen. Om te garanderen dat we de lange termijn in de gaten houden, kunnen we die beter verankeren in procedures die niet gemakkelijk te wijzigen zijn.
Denk aan de bepalingen in onze grondwet: die zijn zozeer verbonden met wat wij voor de lange termijn met Nederland willen, dat we het heel moeilijk hebben gemaakt om ze aan te passen of te verwijderen.
Of de wijze waarop waterbeheer werkt: via bestuurlijk onafhankelijke waterschappen met eigen inkomsten, bevrijd van de politieke waan van de dag.
En het mooie van menselijke discipline is: die kan een gewoonte worden, ook al is ze begonnen door externe dwang.
Als kind hebben mijn ouders mij, voor mijn bestwil, talloze dingen ontzegd die ik wel gewild had. Denk aan langer opblijven dan goed voor je is, of snoepen vlak voor het eten. Op tijd naar bed gaan of niet snoepen voor een maaltijd zijn gewoontes die beginnen doordat ze worden afgedwongen, maar die op een gegeven moment een vanzelfsprekend onderdeel van jezelf worden – waardoor ze ook geen moeite meer kosten.
Het nadeel van de Orfeus-aanpak zit hem vooral hier in: Orfeus is maar alleen. Wat als hij ziek is, of slecht bij stem, of zijn lier kapot?
Als bij Odysseus een zeeman de was in zijn oren verliest, zijn er anderen die hem tegen kunnen houden.
Herinneren
En hoe zit het met die andere vorm van onthouden: het geheugen? Is het daar ook een goede zaak dat uit te besteden – aan andere mensen of aan de techniek?
Ik denk: maar ten dele.
Natuurlijk is het mooi dat door het schrift, en dat doordat er boeken en bibliotheken zijn, bijvoorbeeld het verhaal van Odysseus bewaard is gebleven. En ook in Homerus’ tijd was het niet nodig dat elke luisteraar het verhaal uit zijn hoofd kende – een gilde van rondtrekkende zangers hield deze traditie levend.
Maar veel kennis kan niet worden uitbesteed. Stel, je bent een luisteraar in de oudheid, die hoort hoe een zanger de eerste regels van de Odyssee declameert:
Vertel mij, Muze, van de vindingrijke man die overal ronddoolde, nadat hij Trojes heilige vesting had verwoest.
Om dit te begrijpen moet je weten wat de Muzen zijn: negen Griekse godinnen van kunst en wetenschap, symbolen van inspiratie. En welke Muze hier bedoeld wordt: Kalliope, de Muze van het epos, de filosofie en de retorica. En je moet weten wat de referentie aan Troje betekent: je moet op de hoogte zijn van de hele mythe van de Trojaanse oorlog.
Als je deze dingen niet zelf weet, kun je ze niet even opzoeken terwijl het gedicht voorgedragen wordt. En zelfs niet terwijl je het verhaal leest, want daarvoor zou je eigenlijk eerst de hele Ilias van Homerus moeten lezen, die hier bekend wordt verondersteld. En dan ben je nog maar bij regel 2!
En zo werkt het eigenlijk in alle menselijke communicatie: er wordt ontzettend veel bekend verondersteld dat je niet even kunt opzoeken. Sterker nog: als je de basiskennis mist, weet je waarschijnlijk niet eens waar je de benodigde kennis zou kunnen vinden.
En dan nog iets: gebrek aan kennis beperkt niet alleen je begrip, het maakt je ook kwetsbaar voor leugens, in de moderne versie, voor nepnieuws.
Als de woordvoerder van Donald Trump het heeft over de aanslagen van Atlanta, Bernardino en Boston, is het goed om te weten dat de laatste twee echt zijn, de eerste niet. Hetzelfde geldt als een andere medewerker het heeft over de ‘Bowling Green Massacre’, dat evenmin ooit heeft plaatsgevonden, of als Trump zelf refereert aan een niet gebeurde aanslag in Zweden.
Als je niet op de hoogte bent, klinken deze verwijzingen geloofwaardig – de president/regering zou het niet zeggen als het niet waar was, toch? En dan zou je ze misschien ook accepteren als rechtvaardiging van een inreisverbod voor moslims.
Kennis – onthouden – is de beste bescherming tegen nepnieuws.
Er is nog een ander nadeel aan het uitbesteden van onthouden: je oefent er het geheugen niet door, waardoor het moeilijker wordt andere dingen te onthouden.
Het werkt bij het geheugen dus precies andersom als bij discipline: uitbesteedde discipline kan bij onszelf tot gewoontevorming leiden – de discipline kan van buiten naar binnen gaan, kan een onderdeel van onszelf worden. Bij uitbesteed geheugen oefenen we het geheugen niet. Er ontstaan geen vaste patronen en deze kennis gaat dan ook niet meer van buiten naar binnen. Integendeel, bij gebrek aan oefening wordt het geheugen alleen maar zwakker.