Het is opmerkelijk hoe snel ‘nepnieuws’ een populair begrip is geworden. In de afgelopen dertig jaar werd het mondjesmaat gebruikt, voor situaties waar feit en fictie op onduidelijke wijze door elkaar lopen. In 1987 kopte het Vrije Volk: “Nepnieuws is ‘in’ op Amerikaanse tv. Fictie en werkelijkheid lopen door elkaar.” Tien jaar later meldde de Volkskrant dat Nationale Nederlanden ten onrechte de dekking van digitaal geld (in verzekeringen die het verlies van geld compenseren) als een nieuw feit bracht. Omdat die dekking vanzelfsprekend is, concludeerde de krant dat het om nep-nieuws ging – reclame.
In het vorige decennium werd de voornaamste betekenis van ‘nepnieuws’: satire die gebruikt maakt van journalistieke formats, zoals een journaal, actualiteitenrubriek, krantenartikel of documentaire. De Amerikaanse Daily Show van Jon Stewart was hiervan de prominentste vertegenwoordiger:
Maar de huidige nepnieuws-hausse heeft weinig te maken met satire, al deelt nepnieuws, in zijn laatste incarnatie, met satire de eigenschap dat het een wapen tegen iets is.
Satire, echter, is een middel om onrecht, hypocrisie, domheid, leugenachtigheid etc. aan de kaak te stellen, en is daarmee ook vóór iets: voor rechtvaardigheid, consistentie, slimheid, eerlijkheid etc. En het komt, zij het impliciet, uit voor deze principes. Wie hypocrisie belachelijk maakt, bepleit tegelijk oprechtheid.
Nepnieuws is anders. Nepnieuws is wel gericht tegen bepaalde zaken en personen, maar doet dat niet uit naam, of ter verdediging van, iets of iemand anders.
Nepnieuws, in zijn pure vorm, is het gebruiken van nieuws-formats om leugens te verspreiden. Het doet zich voor als een feitelijk relaas, maar is in werkelijkheid een web van leugens. Zoals het meest opzienbarende voorbeeld uit de Amerikaanse verkiezingscampagne: het verhaal dat Hillary Clinton vanuit een pizzeria in Washington D.C. een samenzwering van kindermisbruikers leidde. Dit bericht, op sociale media miljoenen malen gedeeld, leidde ertoe dat op 4 december 2016 een 35-jarige Trump-fan met een geweer naar pizzeria Comet Ping Pong ging en daar een paar schoten loste, gelukkig zonder iemand te raken. Hij werd later aangehouden door de politie.
In de loop van die verkiezingen werd duidelijk dat vele mensen zich met nepnieuws bezig houden, en soms op verrassende plekken. In Macedonië blijkt een hele industrie van nepnieuws te bestaan. En ook in Nederland zijn er websites die zich bezig houden met verzonnen nieuws, zoals ik afgelopen zomer al schreef.
Twee doelen
Om effectief te zijn, moet nepnieuws er natuurlijk niet nep uitzien. Het mag niet duidelijk reclame of satire zijn. Nepnieuws werkt alleen als het schijnbaar de objectiviteit van echt nieuws heeft.
Nepnieuws verhult dus zijn herkomst en zijn partijdigheid. Daarmee lijkt het op bullshit.
Het verschil met echte bullshit is echter dat nepnieuws leeft van de tegenstelling tussen waarheid en leugen, terwijl bullshit die tegenstelling wil opheffen.
Nepnieuws zegt van een leugen: dit is de waarheid. Bullshit zegt: er is geen verschil tussen leugen en waarheid.
Nepnieuws moet dus echt lijken, dat is doel één. En het moet de aandacht trekken, dat is doel twee. Het moet zich lenen om doorverteld te worden – gelinkt, getweet, geliked.
Omdat dit tweede doel in zekere zin de raison d’être van nepnieuws is, is nepnieuws een vorm van schijnnieuws, zoals bullshit een andere vorm van schijnnieuws is.
Een nieuwe betekenis
Nog maar een paar maanden geleden had nepnieuws dus een duidelijke betekenis, die onderscheiden kon worden van bullshit. Op 23 november stelde Ewoud Sanders in zijn taalcolumn voor NRC voor om nepnieuws uit te roepen tot woord van het jaar (het werd uiteindelijk derde achter ‘brexit’ en ‘boze witte man’) en hij kon nog vrij gemakkelijk een voorlopige definitie opperen: “min of meer spectaculair nieuws dat niet op waarheid berust en dat wordt verspreid om de publieke opinie te beïnvloeden, dan wel om er geld mee te verdienen via Google of Facebook.”
Sinds die onschuldige tijd is er echter een heleboel gebeurd. Nepnieuws is nu een term die in allerlei contexten wordt gebruikt: zo werd de tweet van Geert Wilders met een bewerkte foto van Alexander Pechtold op veel plekken als ‘nepnieuws’ bestempeld. Terwijl het duidelijk niet om een als journalistiek verpakte onwaarheid ging, maar een vorm van ouderwetse agitprop.
De verwatering van het begrip nepnieuws komt – zoals veel zaken tegenwoordig – uit de keuken van Donald Trump. Sinds kritische media hebben onthuld welke rol buitenlands nepnieuws (onder andere uit Rusland) heeft gespeeld in de verkiezingen – en dat was vooral anti-Clinton en pro-Trump – heeft hij zich de term toegeëigend om alle hem niet welgevallige nieuwskanalen af te serveren. De New York Times is fake news, De Washington Post is fake news, CNN is fake news. Onderdeel van de fake media.
(In Nederland gebruikt Geert Wilders de toevoeging ‘nep-‘ ook voor iedereen die het niet met hem eens is: nepparlement, neprechters.)
En daarmee heeft Trump zijn rol als moderne Midas weer verder gestalte gegeven. Waar Midas alles wat hij aanraakte in goud veranderde, verandert Trump alles in bullshit.
Nu ook nepnieuws.
Trumpiaans nepnieuws is bullshit, omdat het nu de hele scheidslijn tussen waarheid en leugen verdoezelt. Je zegt niet meer van iets dat het nep is omdat het onecht is, maar omdat het je tegen staat. Tegelijkertijd suggereert de term ‘nieuws’ nog wel dat je dit niet puur uit antagonisme doet, maar dat er een zekere objectiviteit aan dit oordeel verbonden is.
De totale verwarring die dit gebruik van ‘nepnieuws’ veroorzaakt, is typerend voor bullshit. Je zou Trump willen vragen ‘Wat bedoelt u precies met nepnieuws?’ – maar tegen de tijd dat je bent uitgesproken is hij al weer drie beschuldigingen verder.
Dat fake, zoals (om)gemunt door Trump, niets meer te maken heeft met onecht of onwaar – dat is pas het toppunt van fake.
En daarmee van bullshit.
Tatatataaaa!
Waarmee nepnieuws, dat twee maanden geleden nog nadrukkelijk iets anders dan bullshit betekende, nu al rijp is voor het woordenboek van geaccepteerde bullshit.
Waarvoor ik de volgende definitie zou willen voorstellen:
Nepnieuws: nieuws dat geen nieuws is en geen nep; dient als een (nep-)beschuldiging van iemand die jouw onwelgevallig is, of van een uitspraak waarmee je het niet eens bent.