Bij de recente Vierdaagse van Nijmegen was er een piepklein relletje. Roze Woensdag, de stichting die de zichtbaarheid van LHBTIQ+ probeert te vergroten en tal van evenementen organiseert rondom de feestelijke intocht op de tweede loopdag, klaagde bij de organisatie dat mensen die zich niet als man of vrouw beschouwen zich toch als M of V moeten aanmelden wanneer ze mee willen doen.
RW-voorzitter Igor van der Vlist riep de marsorganisatie op een categorie ‘X’ toe te voegen, zodat bijvoorbeeld non-binaire personen niet gedwongen worden zich als iets te identificeren wat ze niet zijn.
De 4Daagse zei dat dit niet mogelijk is, omdat de mars verschillende afstanden hanteert voor mannen en vrouwen (50 respectievelijk 40 kilometer per dag voor volwassen mannen en vrouwen). Voor de wandeltocht is het niet relevant als welk geslacht je jezelf identificeert, alleen of je geboortegeslacht M of V is en of je ‘dus’ meer of minder kilometers ‘aankunt’.
Deze reactie wekte bij Van der Vlist de nodige woede op en hij schreef een boze ingezonden brief naar de Gelderlander. Dat sijpelde door naar een handvol landelijke websites, maar omdat de 4Daagse voet bij stuk hield bleef het daar verder bij.
Hoe moeten we nu over deze kwestie denken?
Non-binair
Op het eerste gezicht valt voor beide standpunten wel wat te zeggen. Roze Woensdag heeft zeker de tijdsgeest aan haar kant en het argument ‘dit is niet meer van deze tijd’ zal vele mensen aanspreken. Wanneer lopers zich als non-binair beschouwen – en dit in hun leven een grote rol speelt, zoals vaak het geval is – waarom zou je ze niet tegemoet komen met een ‘x’ op het inschrijfformulier? Kleine moeite, groot plezier.
Anderzijds: de 4Daagse heeft al sinds meer dan honderd jaar een bepaalde structuur waarbij mannen grotere afstanden lopen dan vrouwen. Op vrijwillige basis lopen wel steeds meer vrouwen de maximale afstand mee, maar ze vormen nog steeds een minderheid. De seksuele differentiatie zou verdwijnen als de ‘x’ wordt ingevoerd, iedereen zou dan de minimale reglementaire afstand kunnen vervangen door een kleinere keuzeafstand. Dat zou de sportieve waarde van de tocht verminderen.
Wat moet hier nu het zwaarste wegen?
Om dat te bepalen moeten we ook bekijken wat tegen beide meningen in te brengen valt.
Allereerst het argument dat mensen zich als ‘x’ moeten kunnen aanmelden omdat ze zich nadrukkelijk als niet-man en niet-vrouw beschouwen. Om dat naar waarde te schatten moeten we kijken wat de etiketten ‘man’, ‘vrouw’ en ‘non-binair’ eigenlijk inhouden. En daarvoor moeten we eerst een onderscheid maken tussen verschillende vormen van seksuele identificatie: geslacht/sekse, gender en gender-expressie.
Hoewel er activisten zijn die het ontkennen, is er op biologisch niveau geen sprake van non-binairiteit (als dat een woord is). Biologisch-seksuologisch zijn mensen (net als alle andere zoogdieren) te rangschikken volgens het formaat van hun volwassen geslachtscellen. Die zijn groot (eicellen) of klein (spermacellen). De grootte van die cellen volgt geen continuüm, ze vallen in twee groepen uiteen. Er is geen derde formaat. Biologisch gezien zijn er dus twee seksen. Mannelijk betekent: plant zich voort via sperma. Vrouwelijk betekent: plant zich voort via eicellen.
Maar natuurlijk betekenen de termen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ meer dan ‘maat geslachtscellen’: we voelen ons mannelijk en vrouwelijk, we gedragen ons mannelijk en vrouwelijk. Die gender-identiteit hangt van heel veel factoren af: chromosomen, hormonen, geslachtsklieren, primaire en secundaire geslachtsorganen, ontwikkeling van de hersenen, omgevingsfactoren (in de baarmoeder). In het dierenrijk (waar wij ook deel van uitmaken) kan hun wederzijdse beïnvloeding tot allerlei fascinerende combinaties van geslachtskenmerken en gedrag leiden (zie het heerlijke Bitch van biologe Lucy Cooke); de seksuele tweedeling verdwijnt daardoor echter niet. Uiteindelijk bepalen al die factoren samen op biologische wijze of we ons mannelijk of vrouwelijk voelen – kortom, wat ons gender is.
Voor pakweg 99 % van de mensen valt hun gender samen met hun biologische geslacht, maar er zijn mensen voor wie dat niet opgaat. Allereerst zijn er mensen die intersekse zijn: tijdens hun ontwikkeling in de baarmoeder zijn er bepaalde dingen gebeurd waardoor ze vanaf de geboorte ambigue karakteristieken vertonen. (Ze produceren trouwens wel één soort geslachtscellen, of geen.) De meeste intersekse mensen (die misschien 1 % van de bevolking vormen) identificeren zich met één geslacht, ze zijn dus nadrukkelijk niet non-binair.
En er zijn mensen die zich niet ’thuis’ voelen bij het geslacht van hun lichamelijke kenmerken, de zogenaamde transgenders (er zijn geen transseksuelen, want je kunt niet van soort geslachtscellen wisselen). Zij vormen ongeveer een half procent van de populatie. Ook zij zijn niet non-binair, maar mensen die van het ene geslacht naar het andere (willen) gaan.
Intersekse mensen noch transgenders zijn dus non-binair in biologische zin: hoe ze zich ook identificeren, elk van hen produceert óf eicellen óf sperma. En doorgaans is ook hun gender-identiteit óf mannelijk óf vrouwelijk.
In termen van sekse of gender-identiteit lijkt non-binair niet echt te bestaan: niet op het gebied van geslachtscellen en niet op het gebied van chromosomen, hormonen, gonaden en hersenen. In evolutionair perspectief lijkt dat ook logisch. Toen een paar honderd miljoen jaar geleden geslachtscellen van elkaar gingen verschillen was het nodig dat dragers van die cellen bepaalde aanvullende (biologische) strategieën gingen ontwikkelen om samen voor nieuwe generaties te zorgen: elkaar vinden, herkennen, aantrekken en ‘sex hebben’. ‘Mannen’ en ‘vrouwen’ gingen zich daartoe van elkaar onderscheiden. In die dans van de geslachten konden zaken als homoseksualiteit en biseksualiteit een evolutionaire waarde hebben als voortplantingsstrategie. Non-binair zijn heeft dat niet.
(Natuurlijk zou het kunnen dat onze wetenschappelijke kijk op ‘non-binair’ nog verandert en dat we op een gegeven moment wel mechanismen vinden die verklaren waarom sommige mensen zich zo identificeren; bij voorbeeld invloeden in de baarmoeder, of ontvankelijkheid voor testosteron. Maar zolang er geen aanwijzingen hiervoor gevonden zijn moeten we concluderen dat non-binair zijn niet iets biologisch is maar eerder een cultureel verschijnsel.)
Gender-expressie
Als we in onze maatschappij mensen ontmoeten die zich als non-binair afficheren, hebben we het, denk ik, met gender-expressie te doen: de duizend-en-één manieren waarop mensen hun mannelijkheid of vrouwelijkheid uitdrukken. Die manieren vormen samen wel een spectrum.
Mensen zijn duizelingwekkend creatief als het erom gaat zichzelf uit te drukken. Ze doen dat via muziek, of kleding, of kapsel, of make-up, of de inrichting van hun huis, of de keuze van hun auto, of via symbolen die duidelijk maken tot welke religie je behoort of voor welke voetbalclub je bent. Het is niet verwonderlijk dat sommige mensen hun persoonlijkheid, hun karakter, hun esthetische voorkeuren, hun levensfase, hun solidariteit met een bepaalde groep, proberen uit te drukken door te spelen met seksuele identiteit.
In het algemeen is de aantrekking tot een geslacht een biologische eigenschap en een aangeboren iets, maar mensen kunnen ermee experimenteren. In het algemeen is gender ook biologisch bepaald, maar je kunt er ook mee spelen en (tijdelijk of permanent) een andere niche verkiezen dan je geboortegeslacht. Als vorm van gender-expressie. Dat mensen de culturele niche ‘non-binair’ hebben gecreëerd kan nauwelijks tot verbazing leiden; het zou ons eerder tot verwondering en bewondering moeten stemmen. Hoera voor menselijke zelfexpressie!
De vraag is dan natuurlijk of deze gender-expressie tot aanpassing van algemene regels zou moeten voeren, bijvoorbeeld bij de 4Daagse.
Een mogelijk antwoord zou kunnen zijn: als het kan moet je het doen. Als er geen dwingende reden is om onderscheid te maken tussen m en v kun je de mogelijkheden naar believen uitbreiden.
Topsport
Dat dit niet overal kan, mag ook duidelijk zijn. In topsport, bijvoorbeeld, hebben vrouwen er een groot belang bij dat ze niet tegen mannen hoeven uit te komen. Niet alleen omdat ze dan weinig kans hebben op medailles, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn (in fysieke sporten als boksen, rugby of American football). Het is dan ook belangrijk om vrouwen te beschermen tegen concurrentie van ‘grensgevallen’ – trans-vrouwen die door de mannelijke puberteit zijn gegaan of vrouwen die vanwege een intersekse-ontwikkeling een interne bron van testosteron hebben (zoals waarschijnlijk boksers Imane Khelif en Lin Yu-ting, befaamd/berucht van de Olympische Spelen in Parijs).
Is de 4Daagse zo’n omgeving, waar de categorieën ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ niet door elkaar gehaald mogen worden? Volgens de organisatie wel. Zij vindt dat mannen meer kan worden toevertrouwd, in ieder geval tussen de pubertijd en de pensioengerechtigde leeftijd. Daarom is hun reglementaire loopafstand tien kilometer meer.
Waar is dat onderscheid echter op gebaseerd? Vrouwen kunnen niet minder goed wandelen dan mannen. Het gaat er immers niet om wie het hardste loopt en ook niet wie de zwaarste bepakking kan meesjouwen. Er is bovendien geen sprake van winnen en verliezen, alleen maar van meedoen. Degene die net voor sluitingstijd binnenkomt krijgt dezelfde medaille als degene die het eerst over de finish gaat.
Allerlei voor topsport relevante verschillen – dat mannen 30-40% meer spierkracht hebben, dat ze 25% hoger kunnen springen, dat ze 30% harder kunnen stoten, dat ze 20% sneller kunnen accelereren, dat ze 25% verder kunnen gooien – spelen bij de 4Daagse geen rol. Je zou dus net zo goed de hele indeling in mannen en vrouwen kunnen laten vervallen en alleen nog leeftijdscategorieën kunnen hanteren. Je hoeft dan ook geen x op het formulier toe te voegen, je laat gewoon de m en v weg. Dit heeft nog het bijkomende voordeel dat je niet suggereert dat er een derde sekse of gender(identiteit) is.
Het zou natuurlijk kunnen zijn dat het Roze Woensdag daar eigenlijk om begonnen is, om via de adoptie van de ‘derde keuze’ een deel van hun achterban meer ‘zichtbaar’ te maken. Maar daar hoeft de 4Daagse volgens mij niet in mee te gaan, we hoeven geen categorieën van gender-expressie in te voeren bij een evenement dat daar niets mee te maken heeft (en, zoals ik boven betoogd heb, zelfs niets met sekse en gender-identiteit).
Identitaire politiek
In het algemeen denk ik dat evenementen er niet bij gebaat zijn om deelnemers/bezoekers in zoveel mogelijk, zo nauw mogelijk omschreven categorieën te stoppen. Als m en v er niet toe doen, moet je geen x toevoegen.
(Bij wedstrijden van het Nederlands elftal heb je ook geen aparte vakken voor Ajax-, Feyenoord- en PSV-fans – die indeling doet er dan niet toe. Er staan natuurlijk wel mensen die zich afficheren als behorend tot een bepaalde groep: ‘Roelofarendsveen steunt Oranje’, ‘Vortum’ etc. Maar die hebben zich niet apart aangemeld of specifieke kaartjes gekocht.)
Hoe je tijdens dat evenement jezelf uitdost, of je in speciale kleuren loopt, welke teksten op je shirt staan, of je groepsgewijs in een herkenbare pas marcheert – dat moet je allemaal zelf weten. Variatie draagt hier bij aan de feestelijkheid van het geheel.
Maar het samen doen, het samen muziek luisteren, het samen naar voetbal kijken, het samen wandelen – dat moet voorop staan. Niet wie je zelf bent en namens wie je ergens staat of loopt. Het verenigd zijn in wandelen, dat is het belangrijkste.
Want wij allemaal zijn lopers – M, V of X.