In een interview dinsdag zei de net beëdigde premier Dick Schoof dat zijn kabinet de komende jaren wil werken aan vermindering van de polarisatie. ‘Het is belangrijk dat mensen elkaar weer een beetje weten te vinden. Dat maakt uiteindelijk een sterke samenleving.’ Hij onderstreepte een ‘premier van iedereen’ te willen worden.
Ik wil een dergelijke belofte niet cynisch wegwuiven en zeggen: wat doe je dan met oer-stokebrand Wilders in een kabinet (tenminste, met zijn minstens zo uitgesproken ‘omvolkers’ Klever en Faber)? Ik wil de woorden van de minister-president serieus nemen en kijken hoe dat dan zou moeten, de polarisatie verminderen. En of het reëel is dat we over drie, vier jaar terugkijken en zeggen dat het inderdaad allemaal minder scherp is geworden, de kloven wat minder diep.
Want wat we allemaal toch niet willen is een soort Verenigde Staten worden, of een soort Hongarije.
Hoe gepolariseerd de VS nu zijn zien we in de verhoudingen binnen het Hooggerechtshof, waar de conservatieve meerderheid ten bate van hun presidentskandidaat zijn rechtszaken traineert en bemoeilijkt, tegen de verontwaardiging spuwende progressieve minderheid in. Of waar het presidentschap gaat naar degene waar het minste aantal mensen in november tegen stemt: Crooked Joe Biden of convicted felon Trump.
En hoe het in Hongarije gaat, kunnen we zien aan de nieuwe film Explanation For Everything, waarin een onschuldige opmerking tijdens een mondeling examen aanleiding wordt voor een nationale politieke rel – omdat alles in Hongarije politiek is geworden, alles een kwestie is geworden van voor of tegen Orbán en zijn partij, omdat de politieke scheidslijn tussen regeringspartij en oppositie een verklaring voor alles is geworden:
Is Nederland op weg naar een dergelijke toestand van polarisatie, of valt dat nog te vermijden?
Tweedeling
Dat er een politieke tweedeling in Nederland bestaat, is denk ik onloochenbaar. Rechts Nederland is in hoge mate tevreden met het hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB en met de nieuwe regering. Links Nederland acht het akkoord slecht en onuitvoerbaar, de bewindslieden immoreel en onbekwaam. Tussen die groepen zit bijna geen overlap, zoals onderzoek van Ipsos aantoonde.
Het begrip ‘demografisch’ heeft in de laatste weken een rare bijklank gekregen, alsof het ‘omvolking’ betekent. Maar demografische verschillen zijn natuurlijk belangrijke factoren in een land, die polarisatie kunnen dempen of aanwakkeren.
Vallen demografische verschillen samen met politieke kloven, bijvoorbeeld met etnische of religieuze? Vinden alle gereformeerden het kabinet prima, houden alle Marokkanen hun hart vast?
Dat nog niet. En evenmin is de rechts-links tegenstelling terug te brengen tot man-vrouw, of oud-jong. De twee criteria die wel iets lijken te zeggen over politieke voorkeur zijn woonplaats en opleiding, zeker wanneer ze gecombineerd worden. Hoger opgeleid en stedelijk? Dan stem je waarschijnlijk links. Lager opgeleid en wonend in een dorp? Dan is de kans groot dat je een rechtse kiezer bent.
Waarheid
En er zijn andere tegenstellingen die samenvallen met de politieke verhoudingen en daarom tot een gepolariseerde uitkomst leiden.
Bijvoorbeeld. Rechtse kiezers wantrouwen media. Toen NRC vorige maand gewoon zijn werk deed en berichtte dat een patent van Ronald Plasterk omstreden was (en er in Nederland en de VS onderzoek naar werd gedaan), reageerde ‘rechts’ meteen verontwaardigd. Volgens Caroline van der Plas was Plasterk zonder bewijs of veroordeling ‘aan de schandpaal genageld’. PVV-Kamerlid Edgar Mulder schreef over ‘het linkse journaille’ en ‘tuig van de richel’ dat de reputatie van Plasterk moedwillig ‘kapot’ zou hebben gemaakt. En bij die kritiek uit de Tweede Kamer bleef het niet, zoals de Volkskrant berichtte:
Diverse rechtse opiniemakers bleken de scepsis over dat nieuws te delen. ‘Nou, ze hebben hun eerste scalp’, concludeerde Telegraaf-medewerker Wierd Duk nadat Plasterk zijn terugtrekking had aangekondigd. ‘Antidemocratisch deuglinks pleegt karaktermoord op een afvallige uit hun eigen kring’, noteerde voormalig GeenStijl-hoofdredacteur Bart Nijman.
Dat NRC eenvoudigweg aan haar journalistieke plicht had voldaan door met grondig onderzoekswerk de macht te controleren, dat Plasterk door Geert Wilders als premierskandidaat naar voren was geschoven ná een eerdere NRC-publicatie over de patentenaffaire, en dat ook het Amsterdam UMC inmiddels een onderzoek naar de kwestie was begonnen, leek aan de critici niet besteed.
Zeker niet aan de honderden anonieme accounts op X die hun gram haalden bij een van de auteurs van het NRC-artikel, door hem te bestoken met termen als landverrader en NSB’er, en hem te waarschuwen dat hij ‘zijn portie nog wel zou krijgen’. Een bekend haataccount opperde: ‘Het wordt tijd dat we met gelijke munt gaan terugbetalen. Het leven van journalisten volledig uitpluizen to dig up all the dirt.’
Politiek is in de ogen van deze mensen een verklaring voor alles. Als journalisten een schandaal onthullen doen ze dat alleen om hun politieke tegenstanders te beschadigen, en dus hebben ze het waarschijnlijk uit hun duim gezogen.
En de rechtse scepsis over feiten en waarheid houdt niet op bij journalistiek en media. Ander ‘waarheidsvindende’ instituties zoals rechtspraak en wetenschap worden door rechts ook gewantrouwd. Als een rechter de politiek terugfluit (stikstof, PFAS, Urgenda) wordt dat politiek geduid: het zullen wel ‘D66-rechters’ zijn. En als wetenschappers onwelgevallige dingen zeggen worden ze weggezet als ‘links’ of ‘elitair’.
We zien dus dat de omgang met media, rechtspraak en wetenschap nu gevormd wordt door politieke invloeden, dat de politieke voorkeuren de feiten rondom klimaat, luchtvaart, stikstof en mest sterk kleuren – dat je stemgedrag vaak laat zien hoe je over wetenschappelijke debatten of juridische zaken denkt. Politieke kleur voorspelt hoe je in een debat staat, welke ‘feiten’ je erkent en hoe serieus je hypotheses neemt.
LHBTI+
Hoe je tegenover seksualiteit en sekse staat, is de laatste jaren ook een politieke kwestie geworden. Links ontkent eerder fundamentele verschillen tussen de seksen (die een spectrum zouden vormen), gelooft dat de emancipatie van LHBTI nog niet ver genoeg is gegaan of zelfs bedreigd wordt, omhelst non-binaire voornaamwoorden, wil medische hulp bij gender-dysforie en beschouwt queer als de ultieme geuzennaam. Rechts is sceptisch over de groei van het aantal mensen, vooral jongeren, die zich als trans afficheren; steunt homo-emancipatie, maar vindt dat die ver genoeg is gegaan en niet bevorderd wordt door zaken als Pride Parades; spot met het gebruik van ‘hen’ en ‘hun’; begrijpt totaal niet wat met ‘queer’ zou worden bedoeld.
Links maakt een politiek strijdpunt van zelfidentificatie, bijvoorbeeld in paspoort of GBA. Rechts wil regels omtrent seksuele vorming op basisscholen. Links juicht puberteitsremmers voor jongeren toe, rechts vindt dat een misdaad.
Kortom, bij allerlei vraagstukken die aan seksualiteit raken en die eerder alleen als morele, medisch-ethische of culturele kwesties werden gezien, is nu een politieke component toegevoegd, zodat je al bij voorbaat weet hoe BNN-VARA of GeenStijl erover zal berichten.
En een soortgelijke ontwikkeling is er omtrent milieu-zaken te zien. Zeker, milieu was altijd al iets meer een links dingetje, maar we hebben ambitieuze milieu-ministers van VVD-huize gehad en de noodzaak van klimaatmaatregelen was in Nederland nooit echt omstreden. Tot er tegenkrachten ontstonden onder rechtstreeks getroffenen, vooral boeren, en rechtse partijen hun argumenten en retoriek omarmden. Waardoor klimaatactivisten nu in rechtse media als terroristen worden weggezet en de (voormalige) minister van Energie als klimaatdrammer. Rechts wil nu 130 rijden, gelooft niet dat stikstof de natuur aantast en wil nog geen koe inleveren voor het redden van een bedreigde dier- of plantensoort.
Monsterverbond
Nog zo’n kwestie: Israel. Nadat politiek Nederland jarenlang, ook na de oorlog van 1967 en de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, pal achter Israel bleef staan, volgde in de jaren negentig een omslag naar aanhang voor de tweestaten-oplossing. Vanaf dat moment was onze politiek welwillend maar kritisch richting Israel. Het land bleef een bondgenoot, maar Nederland steunde de Palestijnen economisch en veroordeelde de Joodse nederzettingen in bezet gebied.
In het huidige debat, na 7 oktober en de invasie van Gaza, heeft links Israel geschaard bij de verketterde groep van ‘kolonisators’, waartoe verder ook mannen, racisten, kapitalisten en uitbuiters van de natuur behoren. Zo kunnen demonstraties voor Palestina gedomineerd worden door antisemieten, milieu-activisten en LHBTI-ers, die op de een of andere manier hun eigen agenda zien samenvallen met die van Hamas. Deze vorm van polarisatie valt daarom vooral links te verwijten.
(En voor het gepolariseerde debat over de wolf verwijs ik u naar eerdere blogs.)
Depolarisatie
Bevinden we ons al op het hoogtepunt van de polarisatie en zal Dick Schoof ons naar een meer eensgezinde samenleving leiden? Wie de laatste dagen het debat rondom de regeringsverklaring bekeek, zal hierover niet optimistisch zijn. Die moet kiezen tussen twee werkelijkheden: de linkse, waarin er racisten in een Nederlands kabinet zitten, en de rechtse, waarbij links een heksenjacht voert.
Nee, het lijkt erop of we nog geen einde aan de polarisatie mogen verwachten. Nog geen begin van de-polarisatie, vrees ik.
Het Nederlandse beeld gaat steeds meer op dat van de Verenigde Staten lijken, waarbij mensen dingen doen en standpunten innemen die ze eerder ondenkbaar zouden hebben geacht. In die situatie worden drag queens in de armen van Hamas gedreven en VVD/NSC in de armen van Geert Wilders.
Wat deze polarisatie toont, volgens mij, is Gregory Batesons verschijnsel van complementaire schismogenese. Partijen kiezen standpunten, bevorderen gedrag, doen uitspraken vooral omdat ze daardoor afwijken van de andere partij. Als de ene kant A zegt, zegt de andere B. En als de eerste partij dan AA antwoordt, reageert de tweede met BB. Enzovoort.
En vervolgens beoordelen ze gedachten, gedragingen en woorden voornamelijk op grond van het feit uit welke partij ze voortkomen. Mijn partij, dan zijn ze goed. ‘Hun’ partij, dan zijn ze fout, hypocriet, overdreven, ziek, raar, belachelijk, kleinzielig, kleinzerig…
Zie de X-account van Geert Wilders voor meer inspiratie.