426. Dagverlichting: verraad

Posted on 14 jun 2023 in Dagverlichting, Featured

426. Dagverlichting: verraad

Ga rustig zitten. Kijk eens om je heen. Hoe is het licht? Vertellen je zintuigen je hoe laat het is, welke tijd van het jaar? Wat hoor je? verkeer of vogels? Is het lekker warm, of zit je een beetje te kleumen? Of is het eigenlijk te warm, of te vochtig?
Hoe voel je jezelf? Fit, of een beetje under the weather? Ben je relaxt, of voel je jezelf een beetje opgejaagd?

Hier is een moment voor jezelf.

Lees het volgende verhaal:

Jason en Medea

Het eerste schip ter wereld was de Argo, gebouwd voor een groep van vijftig helden, de Argonauten, onder leiding van Jason. Jason was zoon van de rechtmatige koning van Iolcus, Aeson, die door zijn halfbroer Pelias was onttroond.

Toen Jason Pelias bezocht merkte deze dat de held veel steun had onder de bevolking van Iolcus. De koning verzon daarop een list: hij beloofde Jason de troon, mits hij hem uit het verre Cholcis, aan het einde van de Zwarte Zee, de gouden ramshuid kon brengen die daar bewaard werd door koning Aeetes, de machtige zoon van zonnegod Helios. Deze opdracht, meende Pelias, zou Jason niet overleven.

Aangekomen in Colchis weigerde koning Aeetes het gulden vlies mee te geven, tenzij Jason een onmogelijk waagstuk zou volbrengen: hij moest met de bronsgehoefde, vuurblazende stieren van de koning een stuk land ploegen en daar drakenstanden zaaien. Vervolgens moest hij de krijgers die uit die tanden zouden opkomen, stuk voor stuk verslaan.

Jason zou het ploegen, laat staan de veldslag, nooit hebben overleefd als zijn beschermgodinnen Hera en Athene hem niet hadden geholpen. Ze overreedden liefdesgodin Afrodite om Aeetes’ dochter Medea verliefd te laten worden op Jason. Medea was een geduchte tovenares en de enige die Jasons succes mogelijk kon maken.

Medea werd bij de aanblik van Jason getroffen door een pijl van Eros en in één klap was ze onsterfelijk verliefd op Jason. Ze vocht echter met zichzelf, omdat ze haar vader en haar vaderland niet wilde verraden voor een vreemdeling. Toen ze Jason bij het heiligdom van Hecate ontmoette werd de liefde haar echter teveel. Ze beloofde hem te helpen, op voorwaarde dat Jason haar mee zou nemen naar Griekenland en haar zou huwen.

Medea gaf Jason een toverkruid dat hem onkwetsbaar maakte. Ongevoelig voor het vuur van Aeetes’ stieren spande hij hen voor de ploeg en trok diepe voren in het land. Hij wierp de drakentanden in het veld en zag hoe er woeste, volledig gewapende krijgers uit de aarde kropen. Gesteund door een toverspreuk van Medea gooide Jason een steen tussen de mannen, die zich op elkaar stortten. Voor de onkwetsbare Jason was een een koud kunstje om de laatste overlevenden zelf te doden.

Koning Aeetes was ontzet door Jasons succes en zon op vergelding. Intussen begeleidde Medea de Argonauten naar het gulden vlies, dat bewaakt werd door een draak. Medea gaf Jason echter een slaapverwekkend kruid en leerde hem een toverspreuk die zelfs riviergeweld en zeegeraas tot stilstand kon brengen. Hiermee bracht Jason de draak in slaap, zodat hij het vlies kon meenemen.

Jason en Medea vluchtten met de Argonauten naar de monding van Donau, aan de andere kant van Zwarte Zee. Daar werden ze ingehaald door Aeetes’ zoon Apsyrtus, Medea’s halfbroer. Op aandringen van zijn manschappen overwoog Jason om Medea op te offeren en haar van boord te zetten, maar een woedende Medea bracht hem tot inkeer. Ze besloten samen vervolgens tot een list: ze stuurden Apsyrtus fraaie geschenken en nodigden hem uit tot een onderhoud met zijn zus in de plaatselijke tempel van Artemis. Toen Medea daar met haar broer onderhandelde sprong Jason gewapend te voorschijn en vermoordde hem.

Op de terugreis naar Iolcus werden Jason en Medea steeds weer afgedreven en gehinderd door de goden, als straf voor hun verraad. Ze bezochten Medea’s tante, de tovenares Circe, maar ook die kon hen niet zuiveren van de afschuwelijke moord op Apsyrtus. Uiteindelijk wisten ze Iolcus te bereiken, waar het opnieuw Medea was die met een list Pelias wist te doden. Door tovenarij slaagde ze erin Aeson veertig jaar jonger te maken en ze beloofde hetzelfde te doen bij Pelias. Ze toonde diens dochters hoe ze een oude ram in stukken sneed en in een ketel kookte met toverkruiden, waarna het dier als een lammetje uit het water sprong. Pelias’ dochters deden hetzelfde met hun vader, maar zonder succes, omdat Medea de noodzakelijke toverkruiden niet had toegevoegd.

Na deze nieuwe misdaad vluchtte het stel naar het neutrale Korinthe, waar ze twee zoons kregen. Korinthe was vervolgens de schouwplaats van het laatste verraad.

Creon, de koning van Korinthe, bewonderde Jason en zag in hem zijn opvolger. Hij beloofde hem de troon, mits hij met zijn dochter Glauce zou trouwen. Het huwelijk met Medea was in de ogen van de koning geen beletsel, dat huwelijk had in Korinthe geen geldigheid. Toen Jason aangaf wel iets in het plan van Creon te zien ontstak Medea opnieuw in grote woede. Maar deze keer gaf Jason niet toe, hij kondigde aan haar te zullen verstoten om hun zoons later de troon van Korinthe te kunnen geven.

Medea deed voor alsof ze zich schikte in haar lot. Ze liet haar zoontjes een betoverde trouwjurk naar Glauce brengen. Op het moment dat de bruid die aandeed sloegen de vlammen eruit en ze kwam om in het vuur, net als Creon toen die haar trachtte te redden. Medea vermoordde tenslotte haar eigen kinderen met een zwaard en ontvluchtte Korinthe in een zonnewagen achter vliegende draken, een geschenk van haar grootvader Helios.

Ik Had een Gouden Guinea – Emily Dickinson

Ik had een gouden guinea;
Verloor hem in het zand,
Hoewel het er maar één was
En ponden in het land,
Voor mij had het veel waarde
In mijn spaarzame oog
Dat toen ik het niet weervond
Ik zuchtend hoofd neerboog.

Ik had een rode roodborst
Die hele dagen zong
Maar toen het bos verkleurde
Vertrok op stel en sprong.
Tijd bracht me nieuwe vogels, -
Hetzelfde klonk hun zang, -
Maar voor de oude troubadour
Hield ik het nest nog lang.

Ik had een ster daarboven;
Pleiade was zijn naam,
Nadat ik even wegkeek
Niet zichtbaar door mijn raam.
En waar de hemel vol is
De nachten schitt'rend zijn
Kan mij dat niet veel schelen
Want geen ervan zijn mijn.

Moraal van mijn vertelsel:
een vriend is er vandoor.
Net als van ster en roodborst
En guinea rest geen spoor.
En als dit droeve versje
Getekend door een traan
Verrader zal bereiken
Waar hij ook moge gaan,
geef dat berouw heel plechtig
Zijn geest bedrukken mag
Geen troost hij moge vinden,
Bij nacht of bij de dag.