405. Liefde’s teloorgang

Posted on 23 dec 2022 in Blog, Epos, Featured

405. Liefde’s teloorgang

De afgelopen weken heb ik geanalyseerd hoe het heldenverhaal van Brünnhilde, Siegfried, Wotan en Alberich in Richard Wagners Der Ring des Nibelungen een licht werpt op de huidige maatschappelijke probemen en hoe Wagner ons leert met macht en ressentiment om te gaan.

De vorige keer verkenden we de ontwikkelingen van Liefde in de Ring, en moesten helaas constateren dat de muzikale en dramatische ontwikkelingen van dit thema doodlopen in deel vier, Götterdämmerung. Begonnen als een thema verbonden aan liefdesgodin Freia werd het leitmotiv beïnvloed door de afgewezen liefde van Alberich en reus Fasolt, de gedoemde liefde van Siegmund en Sieglinde, de al even tragische verhouding van Wotan en Brünnhilde en de ogenschijnlijke triomf van Siegfried en Brünnhilde in deel drie.

Instrument

Wat gaat er mis met de Liefde in deel vier van de cyclus? Waarom leven Brünnhilde en Siegfried niet lang en gelukkig, waarom vergeet hij haar en vervloekt zij hem na dit verraad?

Ik denk dat de fout die Siegfried – met Brünnhilde’s instemming – begaat in Götterdämmerung dezelfde is als die Alberich in Rheingold toont: beiden streven naar liefde niet omwille van de liefde zelf – of preciezer: omwille van de geliefde – maar om wat die (ge)liefde voor hen kan doen. In Alberichs geval, hem status geven, bij Siegfried, om hem tot heldendaden te inspireren. De geliefde is in beide situaties teruggebracht tot een instrument.

Alles in Alberichs handelen wijst erop dat de dwerg een mythologisch equivalent is van de moderne incel, de involuntary celibate, de onvrijwillige celibatair levende (jonge)man voor wie het niet hebben van een seksuele partner een onaanvaardbare aantasting van zijn status en eigenwaarde betekent.

Incels zijn onaantrekkelijke en/of sociaal onhandige jonge mannen die wel seks willen maar dat niet hebben – en dit de samenleving kwalijk nemen. Of liever: het deel van de samenleving dat wel seks heeft: aantrekkelijke mannen en vrouwen, door incels ‘Chads’ en ‘Staceys’ gedoopt.

Hoeveel incels er zijn, is niet helemaal duidelijk. Journalisten melden dat het radicale deel elkaar treft op internet, in seksistische, racistische en homofobe fora. Het gaat dan in de VS om enkele tienduizenden deelnemers. Veel van de uitingen zijn echter ironisch, zodat moeilijk valt uit te maken wie er een ‘echte’ incel is en wie niet.

Apostel en martelaar van de incel-beweging is Elliot Rodgers, die in 2014 zes mensen doodschoot en dit in een video-boodschap bestempelde als ‘Elliot Rodgers’ wraak’. Hij klaagde daarin dat hij op zijn leeftijd, 22, zelfs nog nooit was gekust en dat hij vrouwen wilde straffen voor een leven vol afwijzingen. Na zijn aanslag pleegde Rodgers zelfmoord.

Net als Rodgers vinden incels dat de samenleving, in de persoon van Chads en Staceys, hun ‘recht’ op seks miskent. Sommige incels vinden dat dit recht door middel van verkrachting en ander geweld mag worden afgedwongen. Ze rechtvaardigen dit met snippertjes wetenschap uit evolutieleer, genetica en psychologie.

De parallellen tussen Alberich en Rodgers zullen hopelijk duidelijk zijn. Alberich wil in de opening van Rheingold de Rijndochters verleiden, niet omdat hij één van hen echt bemint of zich zelfs maar tot één specifieke dochter voelt aangetrokken. Het gaat de dwerg om seksuele verovering als instrument – als bevrediging van zijn lust, streling voor zijn ego en waarschijnlijk ook als statussymbool. Vandaar dat hij eerlijk verzucht:

Wie gut, dass ihr/eine nicht seid:/von vielen gefall’ ich wohl einer,/bei einer kies’te mich keine!

En als Woglinde, Wellgunde en Flosshilde hem hebben afgewezen besluit hij naar roof en verkrachting te streven:

Wie in de Gliedern/brünstige Gluth/mir brennt und glüht!/Wuth und Minne, wild und mächtig, wühlt mir den Muth auf.-/Wie ihr auch lacht und lügt,/lüstern lechz’ ich nach euch,/und eine muss mir erliegen!

Geweld brengt hem echter ook niet verder. Als hem duidelijk wordt dat hij niet de Rijndochters, maar wel het Rijngoud – en daarmee macht – kan krijgen, wordt duidelijk dat het Alberich altijd om macht en bezit te doen was:

Der Welt Erbe/gewänn’ ich zu eigen durch dich?/Erzwäng ich nicht Liebe, doch listig erzwäng’ ich mir Lust?

En met goud en macht zal Alberich zich later inderdaad van seks verzekeren, met de moeder van Gunther en Gutrune, de twee Gibichungen, die hem hun halfbroeder Hagen zal schenken. Liefde is daar echter niet in het spel, net zomin als het dat tussen Alberich en de Rijndochters was.

Hagen treedt in Götterdämmering op als dit ultieme symbool van machtslust, als complotten-smeder en mensen-gebruiker, in een opera waar ook de liefde van Siegfried voor Brünnhilde gecorrumpeerd wordt door Siegfrieds verlangen naar roem en status.

Bij de start van de opera heerst nog de idylle van het slot van Siegfried: Brünnhilde en Siegfried komen na tenminste één maar misschien wel een reeks liefdesnachten uit hun grot. Siegfried is van een wilde jongen veranderd in een man die weet wat hij wil, Brünnhilde van een maagdelijke godin in een liefhebbende vrouw:

Hun liefdesband lijkt onbreekbaar, maar eigenlijk zit de worm, zogezegd, al in de appel. Brünnhilde treedt namelijk naar buiten met de woorden

Zu neuen Thaten,/theurer Helde,/ wie liebt ich dich -/liess’ ich dich nicht?

En ze verzucht hem alles te hebben gegeven, alle kennis en ervaring die de Goden haar geleerd hebben. Daarmee gaat Siegfried de wereld in om in haar naam heldendaden te verrichten – in zijn woorden: als ‘Brünnhilde’s arm’. Hij geeft haar als aandenken de ring van Alberich, zij hem haar paard Grane. En zijn missie wordt bezegeld met het muzikale motief van de heroïsche liefde:

Ik kan me natuurlijk vergissen, maar ik hoor hier al meer heroïek in dan liefde. En die heroïek is ook al minder onschuldig dan in de opera Siegfried, waar de held slechts per ongeluk verzeild raakte in situaties die zijn heldenmoed op de proef stelden – bij het gevecht met de draak Fafner, met de strijd tegen Wotan en diens speer, en bij het doorschrijden van Brünnhilde’s firewall. Nu, in het slotdeel, is Siegfried bewust op zoek naar gevechten die zijn faam zullen vergroten – langs de Rijn hoort hij de naam van Gunther geroemd worden en hij besluit de Gibichung op te zoeken om hem tot een tweegevecht – of bloedbroederschap – uit te dagen.

Kortom, Siegfried is op zoek naar status – door een grote ridder te verslaan of met hem een bondgenootschap te sluiten. Het opvallende in de Götterdämmerung is dan ook dat de grootste held ter wereld helemaal geen heldendaden meer verricht, maar alleen terugkijkt op de escapades in deel drie.

Siegfrieds teloorgang wordt door Wagner muzikaal getoond in het beroemde tussenspel tussen de proloog en de eerste akte, waarin wordt uitgebeeld hoe Siegfried Brünnhilde’s berg afdaalt en over de Rijn vaart. De thema’s die deze reis illustreren beginnen positief met de leitmotiven van Heldenliefde, Vrijheid, Walküren, Brünnhilde, Siegfrieds Hoorn, de Liefdesband, om dan via de beschrijvende thema’s van Natuur en Golven naar de donkere muziek van de Godenschemering te gaan, naar het Klagen van de Rijndochters, de Ring, het Afzweren van Liefde, het Rijngoud, Alberichs Verdriet en de Macht van het Goud.

In de Wagner-literatuur wordt de muziek van Siegfrieds Rheinfahrt vaak geduid als overgang van de idyllische wereld van Brünnhilde’s rots naar de corrupte maatschappij beneden, een samenleving die immers zonder de bescherming van wetten en verdragen is, nu Siegfried de Speer van Wotan heeft gebroken. Ik denk dat die uitleg wel klopt, maar eenzijdig is: ik geloof dat de sequentie van motieven namelijk ook de ontwikkeling van Siegfried zelf toont, van een onschuldige jongeling die alleen voor zijn geliefde leeft naar een wereldwijze beroemde ridder die naar macht en status zoekt – die kortom, hoewel hij de Ring aan Brünnhilde heeft gegeven, gevoed wordt door de Ring-motivatie, net als Alberich en Hagen, hoewel hij nooit zo volledig door machtslust beheerst kan worden als zij. Maar in die zoektocht naar ridderstatus, en wetend dat Brünnhilde hem niets meer te bieden heeft en Gutrune wel, is het best logisch dat hij de eerste inruilt voor de tweede. Waarmee de weg van de Liefde definitief lijkt afgesneden en niets de alleenheerschappij van de Ring meer in de weg lijkt te staan.

Of toch?

Volgende keer de finale!