192. Van schijn naar nep

Posted on 21 apr 2018 in Blog, Featured, Uncategorized

192. Van schijn naar nep

Eigenlijk had ik deze week een artikel willen wijden aan oude en moderne stam-staat conflicten, maar de rel rondom zanger Dotan vormt zo’n intrigerende cocktail van onderwerpen die mij na aan het hart liggen, dat ik de verleiding niet kan weerstaan om er even op in te gaan.

De affaire in een notendop: afgelopen zaterdag onthulde de Volkskrant dat zanger Dotan zijn imago op sociale media oppoetste door vanuit verzonnen accounts verkiezingen te beïnvloeden, andere artiesten aan te vallen en positieve, maar gefantaseerde Dotan-verhalen te verspreiden.

Dotan ontkende aanvankelijk: hij zou niks te maken hebben met de nep-accounts. Verder was het bekendste verzonnen verhaal, over de ontmoeting tussen Dotan en een 15-jarige leukemiepatient, hem vanwege een vakantie ontgaan.
Dat allerlei accounts aan zijn email-adres en telefoonnummer gekoppeld bleken, kwam volgens de zanger door zijn naïviteit als het ging om wachtwoorden, die hij te gemakkelijk aan ‘vijf, zes mensen’ zou hebben gegeven.

Na twee dagen van ontkenningen en mediastilte gaf Dotan op maandag 16 april zijn leugens toe, door een bekentenis op Facebook.

Hij verklaarde aan het begin van zijn loopbaan, in 2011, gebruik te hebben gemaakt van ‘een aantal profielen en kanalen op social media’ om zijn muziek te promoten. Daarvan had hij nu spijt, het was ‘heel dom’ geweest – een domheid die voortkwam uit een mengeling van nativiteit, ambitie en onzekerheid.
De zanger legde niet uit waarom deze profielen vanaf 2011 tot en met in elk geval 2017 zijn gebruikt om Dotan te liken, zijn muziek aan te vragen of positieve maar verzonnen verhalen te verspreiden.

Dezelfde avond schoof Dotan aan bij RTL Late Night, waar Umberto Tan hem geen enkele serieuze vraag stelde. Dotan mocht zich twintig minuten lang voortdoen als een slachtoffer tegen wie een ‘hetze’ gevoerd werd. De promotie-fabeltjes waren niet uit zijn hoofd gekomen en trouwens, de meeste van die onwaarschijnlijke ontmoetingen waren gewoon echt geweest. Niet die met het leukemie-patiëntje, inderdaad, maar dat verhaal was door een ander verzonnen en hem niet eerder opgevallen (ondanks dat hij het geretweet had en het door verschillende media was opgepikt).
Kortom, een pseudo-excuus. Wat onvermijdelijk leidde tot parodieën zoals van Hans Teeuwen:

Een glijdende schaal
Het is gemakkelijk om Dotan te bespotten en Hans Teeuwen doet het meesterlijk. Maar we moeten goed beseffen dat geen van ons ver van dergelijke misleidingen en excuses af staat. Sterker nog: in deze zaak zien we alles terug wat onszelf en onze cultuur kenmerkt: zelfrechtvaardiging, zelfmisleiding, cognitieve dissonantie, bullshit, schijngebeurtenissen en nepnieuws – en hoe deze sluipend in elkaar overgaan.

Aan het begin staat een kleine misstap die gemakkelijk te rechtvaardigen lijkt. Je bent zanger en je hebt fans, maar je carrière ontwikkelt zich maar langzaam. Wat is er mis als je de zaak een kleine boost geeft door wat nepaccounts op social media te creëren, waardoor je wat aandacht genereert? Zeker als je het door anderen laat doen, door een streetteam.
Je bent immers ook niet de eerste die de werkelijkheid een handje helpt door middel van fictieve social media profielen. Justin Bieber, Rihanna, Katy Perry – ze kochten allemaal duizenden nepvolgers op Twitter of Instagram, om hun ster helderder te laten stralen.

En zo begint het. Met wat nepvolgers, om de aantallen omhoog te krijgen. Maar daar blijft het niet bij. De nepfans gaan zich actiever roeren. Ze ‘liken’, ‘favoriten’. Ze vragen bij radiostations na ‘hoe dat Dotan-nummer heet dat eerder gedraaid werd?’
En langzamerhand gaat het aanprijzen over in het verzinnen van verhalen om Dotan in een gunstig daglicht te zetten. Een nepfan verklaart dat Dotan’s muziek haar door de nasleep van ene miskraam heeft geholpen. En het eerder vermelde voorbeeld: een verhaal in december 2015 van ene Karel Leegwater – dat Dotan na een optreden in de Ziggo Dome de wens van zijn doodzieke broertje Aron heeft waargemaakt door tien minuten met hem te spreken.
We weten nu: Karel en Aron Leegwater bestaan niet en die ontmoeting heeft nooit plaatsgevonden.

Mistakes were made
Ongeloof en woede overheersten in de reacties van de afgelopen week en Dotan kon, behalve bij zijn moeder Patty Harpenau, op weinig begrip rekenen (Harpenau steunde haar zoon overigens eerst in de ontkenning – zij zat kennelijk in een proces dat parallel liep aan dat van Dotan).

Ik twijfel er niet aan dat die emoties oprecht waren, maar een beetje hypocriet zijn ze ook.

Ten eerste kennen wij allemaal de stappen van Dotan’s teloorgang. Eerst doe je iets dat niet heel erg lijkt en in elk geval niemand schaadt. Die misstap rechtvaardig je gemakkelijk tegenover jezelf, vooral door de verantwoordelijkheid op anderen te schuiven (dat verhaal over het leukemiepatiëntie komt niet uit mijn koker) of je fout terug te voeren op eigen zieligheid (ik was heel ambitieus en onzeker). Kortom, je gedraagt je alsof het je allemaal overkomt.
(Überhaupt is de omweg van fictieve mediaprofielen al een manier om het foutieve gedrag op afstand te zetten, natuurlijk. Niet jijzelf, Dotan, belazert de boel, maar Karel Leegwater en Robertzierikzee en @triexi0711.)

Amerikanen hebben voor deze vorm van zelfmisleiding de ironische dooddoener ‘Mistakes were made (but not by me)’.
Terwijl de gevolgen van je immorele gedrag steeds verder uit de hand lopen, wordt je zelfmisleiding steeds groter – totdat je zelf in je onschuld gelooft en je verbluft reageert wanneer iemand je wangedrag na zeven jaar eindelijk aan de kaak stelt. Ontkennen is dan je eerste neiging – want hoe zou jij, als menslievende artiest, steun en toeverlaat van duizenden fans, iets fout kunnen doen?

Deze cognitieve dissonantie, deze scheuring in ons gemoed – ik deug, dus hoe zou ik iets kunnen doen dat niet deugt? – kennen alle mensen (behalve dat de cognitieve dissonantie hen hiervoor blind maakt!).

De tweede reden dat ik alle ophef een tikkeltje hypocriet vindt, is dat onze maatschappij vaak gedrag als dat van Dotan aanmoedigt. Ik bedoel daarmee dit: onze ‘helden’ – politieke, sportieve of artistieke rolmodellen – leven van het organiseren van schijngebeurtenissen, pr-evenementen waarbij het enige doel van het evenement is om in media-aandacht op te wekken.
Politici schudden handen tijdens een verkiezingscampagne. Profvoetballers bezoeken een kinderziekenhuis. Artiesten zingen een liedje voor een goed doel. Dit zijn allemaal fake events – handelingen die gepland worden om het NOS-journaal of radio 538 te halen, om via Instagram en Twitter verspreid te worden.

Let wel: ik zeg niet dat die grijnzende politicus niet oprecht betrokken is bij de kiezer, of dat het voetbalteam niet geroerd is door jonge kankerpatiënten. Ik zeg alleen dat hun georkestreerde bezoek, in aanwezigheid van pers en/of eigen communicatie-medewerkers, hartstikke nep is. Bedoeld om een bepaald imago op te bouwen en te onderhouden.

Elk jaar ontmoeten honderden idolen honderden zieke fans, niet zozeer omdat hen die mensen aan het hart gaan, maar omdat het goed is voor je imago als mensen zien dat die fans je ter harte gaan.
Al die leukemiepatientjes die door hun idolen worden geknuffeld – het is zo’n cliché geworden, ik begrijp wel dat er een artiest is gekomen die zegt: ik kan dat patiëntje en die ontmoeting net zo goed verzinnen.

Zo’n ontmoeting tussen fan en held is toch al grotendeels fake – een schijngebeurtenis. Nu is het nepnieuws – helemaal fake. Is dat zoveel erger?

Of anders bezien: we weten dat iemand als Beyonce of Justin Bieber echt niet de eigen tweets of Instagram-posts produceert, dat doen pr-mensen voor hun. Is dat minder een leugen dan een artiest die onder andermans naam iets over zichzelf publiceert?

Zoals ik eerder heb betoogd leven wij in een maatschappij die gekenmerkt wordt door bullshit en schijngebeurtenissen, een bull-schijn maatschappij. Dotan past als aarts-bullshiteer precies in die samenleving en haar showbusiness.

Wat mij in de reacties van de afgelopen week teleurstelt, is de aanname dat dit een persoonlijk en uniek probleem van Dotan Harpenau is, in plaats van een wijd verbreide praktijk waaraan vrijwel alle artiesten, presentatoren, politici en sporters – mensen die hun geld verdienen door een zo groot mogelijke hoeveelheid media-aandacht op te wekken – meedoen. Op welke manier dan ook.

Naschrift
Terugkijkend op Dotangate moest ik denken aan de analyse van Martin Heidegger, volgens wie elk tijdperk zijn eigen soort bestaan, zijn eigen manier van menszijn – en dus ook zijn eigen soort helden heeft.
De oude Grieken hadden beroemde krijgers, die toonde wat het betekent om mens te zijn: Achilles, Hektor, Odysseus. In het werkelijke leven: Alkibiades, Epameinondas, Alexander.
De Grieken hadden geen heiligen, zoals het christelijke tijdperk die voortbracht. In de Griekse oudheid zouden heiligen-martelaren als Stefanus of Ignatius als lafaards en zwakkelingen zijn beschouwd, mensen die gewoon over zich heen lieten lopen. Daarentegen zou een christelijke Achilles ook ondenkbaar zijn geweest – men zou hem als een trotse zondaar hebben beschouwd, een persoon die niet vervuld was van de noodzakelijke godsvrees.

Onze tijd heeft zijn eigen soort helden en hun aard hangt samen met de aard van onze tijd.
De maat van onze maatschappij is efficiëntie, zegt Heidegger, alles moet zo nuttig mogelijk gebuikt worden.
In die flexibele efficiëntie is onze samenleving heel goed geworden. Zo goed, dat efficiëntie nu de maat van alle dingen is geworden. We hebben geen doelen meer waarvoor we middelen inzetten – het optimaliseren van de middelen zelf is nu ons doel.
Dit heeft als gevolg gehad dat we als mensen zelf middelen (en grondstoffen) voor productie zijn geworden. Heidegger’s tijd kende nog geen sociale media, maar hij zou de werking van Facebook of Google, waar klanten het product zijn, als typisch voor onze tijd hebben beschouwd.

Volgens Heidegger is onze maatschappij op weg de verschillen tussen doel en middelen uit te wissen – maar daarmee ook andere betekenisvolle verschillen, zoals het verschil tussen held en schurk.

In dat licht bezien:
Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat Dotan geen held is, maar een schurk. Ik denk echter dat het correcter is hem een moderne held te noemen: iemand die zo efficiënt mogelijk bezig is een populaire zanger te worden en daarvoor alles doet wat nodig is. Zoals hij nu weer probeert dit schandaal, deze tegenslag, als middel te gebruiken om populair te blijven of zo snel mogelijk een comeback te maken (in plaats van, zeg maar, onder de grond te kruipen en nooit meer van zich te laten horen).

Natuurlijk is een moderne held geen held meer in de oude zin van het woord – geen krijger en geen heilige. Een moderne held is een manipulator, een ‘middelaar’. Een bullshiteer (die waarheid als maatstaf heeft vervangen door opportuniteit).

(En net als bij Heidegger’s begrip van de alledaagse werkelijkheid, die je pas voor ogen staat als er iets kapot gaat of iets misgaat, is onze moderne held pas zichtbaar als hij geen held meer is – als hij faalt in zijn nep-heldendom en even een schurk wordt.
Even. Want de maatschappij heeft behoefte aan efficiënte helden zoals Dotan en zal zijn schurkenstatus ongetwijfeld weer veranderen in die van een held. Een idool.)

Wordt ongetwijfeld vervolgd.