38. Over de ‘porno’ in voedselporno

Posted on 31 jan 2015 in Blog, Featured, Uncategorized

38. Over de ‘porno’ in voedselporno

Voedselporno (of gastroporno) is een geaccepteerd begrip geworden, de laatste jaren. Een mooie foto van een koekje of een broodje is niet meer gewoon een mooie foto – het is porno.

De snelle en wijde verspreiding van het begrip voedselporno (ongeveer 85 miljoen resultaten bij een Google search van ‘Food porn’) maakt duidelijk dat veel mensen een duidelijke verwantschap ervaren tussen een afbeelding als deze:

10671367_850051881700540_6215728267330048806_n

en deze:

sex

Maar wat is die verwantschap precies?

Voedselporno is oorspronkelijk een Amerikaanse term, bedacht door de feministische auteur Rosalind Coward. Zij beschreef voedselporno als het presenteren van perfect bereid en opgemaakt voedsel, voedsel als een geschenk, als symbool van onderdanigheid. Voedsel porno beperkt zich tot het eindproduct – de bereiding zelf wordt buiten beeld gelaten.

Coward’s eerste gebruik van de term komt uit 1984. En zoals onze houding tegenover feminisme en porno niet meer hetzelfde zijn als dertig jaar geleden, zo is ook de betekenis van ‘voedselporno’ veranderd. Het is nu een verzamelterm voor elke glamoureuze, spectaculaire visuele presentatie van eten. En het gebruik van ‘porno’ als kenschets van een dergelijke presentatie is sindsdien overgedragen op allerlei andere zaken. Zo hebben we nu auto-porno, reis-porno, tuin-porno, boeken-porno, schoen-porno en zelfs hutten-porno!
Maar betekent ‘porno’ dan alleen nog maar glamoureus, aantrekkelijk? Dat kan niet, want dan zou elke glamoureuze afbeelding ‘porno’ zijn.

Dat je het begrip porno te ver kunt oprekken toont een artikel van de Huffington Post over 25 soorten porno. Mijn intuïtie zegt dat van die 25 er een aantal wel erg ver gezocht is – kom op zeg, citaten-porno?
Het artikel heeft wel goede ideeën over wat iets tot een pornografische afbeelding maakt: het maakt je cool, laat iets beter uitzien dan het in werkelijkheid doet, maakt jaloers (“Ugggggggggggh”), trekt aan en stoot af – en vooral: het laat je direct iets begeren (“GIMME GIMME GIMME”).

Met name in de laatste karakteristiek schuilt volgens mij de ware betekenis van porno. De band tussen porno en begeerte. Porno maakt ons duidelijk hoe begeerte in elkaar steekt.

Elke begeerte is een verlangen naar iets buiten ons, het voorwerp van onze behoefte. Als we honger hebben, verlangen we naar eten, als we dorstig zijn, naar drinken. Wanneer we dat voedsel of die drank hebben gekregen, is onze begeerte verdwenen, we zeggen dan dat het verlangen is ‘gestild’.
Het doel van een begeerte is het verdwijnen van die begeerte.
De consequentie hiervan is dat, wanneer we ons verlangen naar een voorwerp bevredigd hebben, dit voorwerp niet langer begeerlijk is. Wanneer ik helemaal vol zit kun je me de lekkerste taart aanbieden, maar ik zal er niet naar talen. Ik moet eerst weer honger krijgen voordat die taart aantrekkelijk wordt.
Dit schept een probleem.
Elke keer als ik het verlangen naar iets bevredig – naar een maaltijd, een auto, een boek, een vakantie – zorg ik ervoor dat ik niet meer verlang naar datgene wat mijn leven eerder inhoud en richting gaf. Eerst wilde ik iets. Nu heb ik het, en wil ik het niet meer. In mijn bevrediging voel ik me onbevredigd.
Deze tegenspraak maakt duidelijk dat het in onze verlangens eigenlijk niet om het gewilde voorwerp gaat, maar om het verlangen zelf. Wat ik begeer, is te begeren. Ik wil iets willen.

In onze drang om te blijven begeren, hebben wij mensen twee instrumenten ontwikkeld om begeerte te bestendigen, om het begeerde voorwerp begerenswaardig te houden.
Het ene instrument is jaloezie, dat wil zeggen de reactie op andermans begeerte.
Ik kan op een bezit helemaal uitgekeken zijn – op het moment dat een andere persoon laakt blijken erin geïnteresseerd te zijn, zie ik de waarde ervan weer. Het voorwerp vervult mij weer met begeerte – niet omdat ik het niet heb, maar omdat een ander het niet heeft. (Of andersom: ik kan iets begeren, niet omdat ik het zelf zo graag wil hebben, maar louter en alleen omdat een ander het heeft.)
Het bevredigen van dit verlangen wordt een zet in een schaakspel, een handeling in een wedstrijd. Waarmee het een nieuwe begeerte schept: de begeerte de wedstrijd om het begeerde voorwerp te winnen.

Het tweede instrument van begeerte-creatie is dat van de begeerte die nieuwe begeerte oproept. Het beste voorbeeld hiervan is de begeerte naar geld.
Wat verlang ik, als ik naar geld verlang? Niet het geld zelf. Als dat het geval was, zou ik mijn geld omwisselen in losse centen en er als Dagobert Duck in rondzwemmen.
Wat ik in geld zoek, is het vermogen er iets mee te kopen: een auto, een huis, een vakantie. Maar wil ik deze zaken om henzelf? Nee, ik wil de vrijheid die de auto geeft, de gezelligheid van een huis, de rust van een vakantie. En achter deze zaken zitten ook weer onvervulde verlangens, die mij verder voortdrijven wanneer ik de eerdere verlangens bevredigd heb.
Wat geld, auto, huis, vakantie mij bieden is niet de bevrediging van een verlangen, maar een nieuw verlangen dat ik kan bevredigen En dat is het ook wat reclames mij voorspiegelen: niet voorwerpen van begeerte, maar voorwerpen die begeerte mogelijk maken.

Komen we terug bij porno.
Wat de aantrekkingskracht van porno uitmaakt is niet dat het een aanwezige seksuele behoefte bevredigt. Porno schept een seksuele behoefte die eerst niet aanwezig was. Sterker nog, als ik echt zin had in seks, zou een plaatje mij niet kunnen bevredigen.
Net zo is het gesteld met voedselporno. Als ik echt honger heb, ben ik niet geïnteresseerd in een plaatje van een sandwich, al ziet die er nog zo aantrekkelijk uit. Maar als ik geen honger heb, kan dat plaatje een instant behoefte bij mij opwekken.
Porno – in tal van verschijningsvormen – stilt mijn honger niet, het maakt verlangens in mij wakker. Of ik het gewilde nu echt ‘nodig’ heb of niet.

Momenteel zit ik rustig op de bank in mijn woonkamer dit te typen. De zon schijnt, het is rustig. Ik hoor een merel fluiten. Nergens is enige hectiek te bekennen, ik ben helemaal ‘zen’. En toch: ik hoef maar een plaatje als

tumblr_nj06khZ9aw1qzwmsso1_1280

te zien (van de site www.cabinporn.com) en ik denk: “aaahhhhhhh, zo’n afgelegen hutje in de bergen, dat zou ik ook wel willen.”
En weer: wat ik in dat nieuw geschapen verlangen wil is niet een hutje in de bergen – het is de rust, de eenzaamheid, het niks meer hoeven, het eenvoudige, het pure, en tal van andere zaken waarnaar ik nu verlang, al waren ze er een minuut geleden nog niet.

Dat is de essentie van porno. Het creëren van verlangen. Niet de seks. Of liever, dit is één helft van wat porno uitmaakt. De andere helft behandel ik de volgende keer – en dan wordt ook duidelijk waarom niet elk verlangen pornografisch is en er, in weerwil van de opsomming van de Huffington Post, niet zoiets is als citaten-, kaarten-, geschiedenis- of ‘city scape’-porno.