370. Flitsmarkt

Posted on 12 feb 2022 in Featured, Uncategorized

370. Flitsmarkt

De vorige week ben ik begonnen met een disputatio over de kwestie flitsbezorging, en over de vraag of steden er goed aan doen om de opening van nieuwe distributiecentra of dark stores tijdelijk (dan wel definitief) te verbieden. We waren gebleven bij een eerste reeks van tegenargumenten tegen de redenen om dark stores te verbieden.

De anti-flitsbezorgers argumenten waren te verdelen in zes categorieën:

– ze verpesten het straatbeeld
– ze veroorzaken gevaar in het verkeer
– ze verminderen persoonlijk contact
– ze buiten personeel uit
– ze hanteren een onmogelijk verdienmodel
– ze scheppen consumenten die verslaafd zijn aan instant-bevrediging.

Onder deze categorieën vielen een stuk of vijfentwintig redenen die allemaal weersproken werden in de tegenwerpingen (om het geheel een beetje economisch te houden hield ik het bij één tegenargument per reden; je kunt natuurlijk ook proberen bij een argument twee of drie weerleggingen te vinden).

Die tientallen tegenargumenten zou ik hier eigenlijk weer stuk voor stuk moeten behandelen om te kijken of ze omver kunnen worden geworpen, maar dan zou ik het bij een paar korte schetsen en steekwoorden moeten laten. Terwijl je in een goede disputatio ook wat meer ruimte zou moeten nemen om een redenering in verschillende stappen te volgen (of te ‘ontvolgen’).

Daarom wil ik me vandaag concentreren op twee ‘lijnen’ of ‘sporen’ van argumentatie: de lijn dat flitsbezorgers zich gewoon aan de regels van onze marktsamenleving houden en dat dit ook goed is; en de lijn dat de behoeften van klanten leidend moeten zijn in wat een samenleving toestaat.
Het mag duidelijk zijn dat deze twee lijnen sterk samenhangen.
Deze keer concentreer ik mij op de voor- en nadelen van marktwerking.

Informatie en Externalisering
Een veelgehoord argument tegen de flitsbezorgers is dat hun verdienmodel op de lange termijn onhoudbaar is. Omdat, wat ze willen doen – voor supermarktprijzen klanten binnen tien minuten bedienen met boodschappen, van een enkel zakje chips tot voedsel voor een week – per definitie geen winst kan opleveren.
Denk maar na. Flitsbezorgers rekenen voor hun levering (groot of klein) € 1,80. Al naar gelang de bestelling komt daar nog een paar cent, een paar dubbeltjes of een paar euro aan winst bij. Met drie of vier bestellingen in een uur kan een bezorger hoogstens een paar euro voor het bedrijf verdienen – bij lange na niet genoeg om zijn uurloon van ongeveer € 14 terug te halen. Laat staan de huur van de dark stores, het management, de uniformen en fietsen, de elektriciteit enzovoort.

Dat flitsbezorgers ondanks deze nadelen grote groei doormaken heeft twee oorzaken, zeggen de critici. Ten eerste schuiven ze de kosten van overlast, onveiligheid en uitbuiting af op anderen – op buren, verkeersdeelnemers en bezorgers. Ten tweede worden de verliezen nu nog gedekt door ambitieuze investeerders, die geloven dat er op lange termijn winst gemaakt kan worden – bijvoorbeeld als het door hen gesteunde bedrijf een voldoende groot marktaandeel heeft (misschien wel een monopolie) en dan alsnog de prijzen omhoog kan gooien. Of de lonen verlagen, of leveranciers en verhuurders tot prijsverlagingen dwingen.

Op dezelfde wijze zijn bedrijven als Whatsapp en Instagram gegroeid: door eindeloze investeringen in het idee dat winst vanzelf op gebruik volgt – en dat gratis gebruik op een gegeven moment kan worden omgezet in betaalde diensten (of betaling door anderen, bijvoorbeeld via advertenties).

th

Tegen dit geloof in lange termijn-winst valt wel wat in te brengen.
Allereerst is een bezorgdienst geen app of social medium, dat kosten laag kan houden en vooral op computerkracht draait. (Voor de gigantische servers is natuurlijk uiteindelijk wel ruimte en energie nodig.) Flitsbezorging speelt zich midden in de stad af, met echte magazijnen, echte bezorgers, fysieke boodschappen, verkeersdrukte, enzovoort. Al die factoren (en nog veel meer) moeten door het verdienmodel van Gorillas en co. in balans worden gebracht, terwijl we nu al zien dat het aan alle kanten piept en kraakt. De kans dat er op lange termijn geen evenwicht tot stand komt – doordat klanten niet meer wensen te betalen, bezorgers geen lagere lonen slikken, gemeenten geen overlast meer permitteren, investeerders sneller winst willen zien – is groot. Heel groot.

De voorstanders van flitsbezorging erkennen doorgaans dat deze problemen bestaan, maar ze betogen dat je deze vraagstukken het best door de markt kunt laten oplossen. Of kosten en opbrengsten voor flitsbezorging uiteindelijk, onder de streep, in winst zullen resulteren is volgens hen geen rekensom die je nu al bij voorbaat kunt maken. Het is een experiment dat je alleen achteraf kunt beoordelen.
In deze visie is het resultaat van marktwerking altijd superieur aan dat van planning en (overheids)ingrijpen.

Volgens haar voorvechters is een markt, waarop mensen diensten en producten (doorgaans via geld) ruilen de beste manier om de wereld te verbeteren.

Bij flitsbezorging, bijvoorbeeld, ruilt de bezorger inspanning en tijd voor geld. De leverancier ruilt (onder andere) voedsel en drank voor geld. De pandjesbaas ruilt ruimte voor geld. De investeerder ruilt geld voor geld (geld nu voor geld later). De klant ruilt geld voor boodschappen. En het flitsbedrijf ruilt dit geld weer voor werk, leveranties, ruimte en investeringen. Iedereen bepaalt zelf, in vrijheid, of hij liever het één heeft (rust, tijd, ruimte, geld) of het ander – en ruilt net zolang tot de onderlinge verdeling optimaal is – dat is economen-taal voor: doorgaan met ruilen maakt het niet meer beter.

In principe is een optimaal verdeelde (markt)wereld de best mogelijke wereld. Of in elk geval beter dan een wereld zonder flitsbezorging, waarin de bezorger met zijn ongebruikte tijd en arbeidskracht blijft zitten, de huurbaas met lege winkelruimte, de investeerder met ongebruikt kapitaal en de klant met een onbevredigde snoeplust en een volle portemonnee.

Echter. Wil de verdeling via de vrije markt werkelijk een betere wereld tot stand brengen, dan moet aan een aantal eisen zijn voldaan.
Op de eerste plaats moeten alle ruilers weten wat ze terugkrijgen voor hun inbreng. Ik bedoel dit: als ik in de winkel een pak melk koop, moet ik weten of die melk nog goed is. Als ik wist dat hij bedorven was, zou ik het pak niet kopen.
Nu staat er op een pak melk een houdbaarheidsdatum, en op alle blikken en potten lijsten van ingrediënten, dus heb ik daar wel genoeg informatie over om een beredeneerde aankoop te kunnen doen. Maar dat is heel anders als ik een computer koop, of een koelkast, of een bank. Ik hoop en vertrouw erop dat dit functionele en degelijke spullen zullen zijn, maar ik kan het vaak aan de buitenkant niet zien.
In het geval van de flitsmarkt lijken de meeste partijen wel de noodzakelijke informatie te krijgen: de klant weet de prijs en kent de boodschappen (doorgaans A-merken); de bezorger weet het salaris – en voelt de fysieke belasting aan den lijve, dus kan hij na een dag of een week beslissen of het salaris de rugpijn waard is (lange termijnschade valt wat moeilijker in te schatten, maar beter dan wanneer je met chroom-6 werkt); de huurbaas weet wat hij voor zijn winkel krijgt; alleen de investeerder weet niet of hij zijn geld ooit (met opslag) terugkrijgt – maar dat risico, dat niet-weten, is precies wat investeren tot investeren maakt, in plaats van sparen.

Dan de tweede eis: de wereld ‘buiten’ de marktpartijen mag er niet slechter van worden, de flitsers mogen hun kosten niet op externe partijen afschuiven. Weer in economen-taal: ze mogen die kosten niet externaliseren.
De klachten van tegenstanders maken echter aannemelijk dat een heleboel kosten wel worden afgeschoven. Op buren en verkeersdeelnemers: lelijke gevels, volle trottoirs, afval, lawaai, drukte, gevaar. Op de overheid: alle opgestapelde lange termijn-problemen (milieuproblemen, verkeersproblemen, ontevreden burgers, onaantrekkelijke opbouw van wijken, aanvullende uitkeringen en verzekeringen om bezorgers een bestaansminimum te bieden). En, als we naar de lange termijn kijken, naar de tijd wanneer de bezorgers niet meer in dienst zijn, horen hun toekomstige problemen ook bij geëxternaliseerde kosten: gezondheidsproblemen (rugklachten!), geen pensioenopbouw, onvoldoende inkomen om een zelfstandig bestaan te leiden en/of een gezin te stichten.

OIP.lccHlv2Q6gmOpSDkGstnngHaD4

Als deze nadelen niet in goed gemeenschappelijk overleg worden opgelost (dus ook weer uitgeruild) door flitsbezorgers en derden, maar eenzijdig bij die externe partijen worden neergelegd, wordt de wereld slechter van flitsbezorging. En de klachten van mensen buiten het netwerk bedrijf-huidig personeel-klant-investeerder moeten dus worden meegenomen in de beoordeling van flitsbezorging als haalbaar bedrijfsmodel. Anders kan een bedrijf roofbouw plegen op zijn omgeving. Gorillas, Flinck en Getir kunnen dan als zwermen sprinkhanen op wijken en steden neerstrijken en alles kaalvreten, en vervolgens naar nieuwe akkers doorvliegen. Maar waarom zou de wereld dit mogelijk moeten maken?

Het markt-antwoord op deze vraag luidt: omdat de redelijke, individuele, vrije keuzes van mensen de beste waarborg zijn voor de inrichting van onze wereld. Op de lange termijn, als alle kosten verwerkt zijn en er evenwicht tussen vraag en aanbod is bereikt.

Okay.

Maar.

Zelfs als we in deze argumentatie meegaan, moet nog steeds worden voldaan aan een derde maatstaf van correcte marktwerking: namelijk dat de individuele keuzes van marktpartijen inderdaad redelijk en vrij zijn. En dat is overduidelijk niet altijd het geval. Zo kan de keuze van een alcoholist voor een extra biertje moeilijk redelijk en vrij worden genoemd. En er zijn vele situaties denkbaar waarin een keuze misschien wel vrij is, maar misschien wel onredelijk, omdat de ‘kiezer’ zichzelf ermee schaadt – bijvoorbeeld als iemand met overgewicht voor fastfood kiest, of als iemand die in de schulden zit een onnodige impulsaankoop doet.

Dus. Voordat we het argument van de optimale verdeling kunnen toestaan, voordat we toegeven dat de markt op de lange termijn moet uitmaken wat goed is, moeten we eerst onderzoeken aan welke behoeften flitsbezorging voldoet – en of die behoeften vrij en redelijk zijn, of niet.

Daarover volgende keer!