276. Alleen is maar alleen

Posted on 5 feb 2020 in Blog, Featured, Uncategorized

276. Alleen is maar alleen

Aanstaande zondag vind de uitreiking van de Oscars plaats, voor de beste filmprestaties van 2019. De Netflix-film Marriage Story, over de scheiding van een kunstenaarsechtpaar, is daarbij zes keer genomineerd – inclusief nominaties voor de belangrijkste categorieën: beste film, beste regie, beste scenario, beste mannelijke en vrouwelijke hoofdrolspeler.

Toen hij uitkwam maakte de film meteen ook een discussie los. Niet over de kwaliteit – iedereen was het er over eens dat het hier een (op zijn minst bescheiden) instant klassieker betrof. De regie van Noah Baumbach, de hoofdrollen van Scarlett Johansson en Adam Driver, de bijrollen van Laura Dern, Alan Alda en Ray Liotta: allemaal vijf sterren prestaties.
Nee, waar de discussie over ging was de moraal van de film.

Wie z’n schuld
Met moraal bedoel ik hier de les, die maker Noah Baumbach in de film wilde leggen. En met les bedoel ik, wie het meeste schuld aan de scheiding heeft.
Volgens de kijker dan, want regisseur Baumbach zelf hield zich verre van een dergelijke reductie van zijn bedoelingen. Hij benadrukte in interviews dat er bij een scheiding twee personen zijn die de verantwoordelijkheid dragen. En volgens hem kon je een scheiding niet eens een mislukking noemen: een scheiding is gewoon liefde gezien vanuit zijn eindpunt.

Dat een huwelijk is afgelopen, wil nog niet zeggen dat het is mislukt. Mensen die uit elkaar gaan, hebben vaak het gevoel dat ze gefaald hebben. Maar ik noem mijn film niet voor niets Marriage Story. Het is een liefdesverhaal, gezien door de lens van een scheiding. Juist als iets een einde heeft, kun je zien wat er goed aan was.

In de film hebben theater-regisseur Charlie en actrice Nicole besloten uit elkaar gaan. Ze willen dat doen zonder ruzie. Met een mediator in plaats van met advocaten. Vervolgens loopt hun scheiding echter op trage maar onbedwingbare wijze uit de hand: plots gaan toch de hakken in het zand, hun 8-jarige kind wordt de inzet vann een bittere juridische strijd tussen de echtelieden en hun keiharde advocaten. Intussen valt nergens een punt aan te wijzen waar het precies fout loopt; een echte slechterik is er niet. Dit is het verhaal van twee aardige, intelligente mensen, die elkaar geen pijn willen doen, maar toch lijnrecht tegenover elkaar komen te staan.

Marriage Story wijst inderdaad nergens een schuldige aan en tussen alle verdrietige, pijnlijke, ontroerende en grappige momenten is er nergens eentje waar je de film stil kunt zetten en kunt zeggen: kijk, hier begint de ellende. Bij Nicole. Of bij Charlie.
En toch hebben vele kijkers een andere reactie. Zij vereenzelvigen zich bijna onmiddellijk met een van de twee en nemen ferm plaats in kamp-Nicole of kamp-Charlie. En ze beginnen argumenten te zoeken waarom dat kamp het gelijk aan zijn kant heeft. Of liever, waarom het andere kamp het mis heeft.

1. Het is Nicole’s schuld! Want

– zij vertrekt plotseling met hun zoontje naar Los Angeles voor een onzekere proefaflevering van een tv-serie, terwijl het gezin altijd in New York heeft gewoond;
– zij huurt een keiharde scheidingsadvocaat in en saboteert Charlie’s zoektocht naar een eigen juridische vertegenwoordiging;
– ze doet vaak vervelend en nodeloos moeilijk: loopt weg bij de bemiddeling, stuurt Charlie na een lange reisdag naar een hotel, verbreekt afspraken over Halloween.

2. Het is Charlie’s schuld! Want

– hij is vreemdgegaan;
– hij weigerde samen een jaartje in Los Angeles te leven;
– hij negeerde Nicole’s frustraties over haar loopbaan.

Melodrama
De neiging van kijkers om een kant te kiezen, valt, denk ik, te wijten aan onze melodramatische impuls, die ons alle conflicten als wij-zij, goed-kwaad doet zien.
Hoewel Baumbach ons genoeg vertelt over de gelukkige beginjaren van Nicole en Charlie, en hij in de milde slotscène vooruitwijst naar een leefbaar (post-huwelijk) evenwicht en co-ouderschap, willen wij melodrama-junkies een strijd met begin en einde, tussen twee duidelijk onderscheiden partijen, met een evidente winnaar. En omdat er bij een scheiding altijd twee verliezers zijn, toveren we het geheel om in een morele strijd, met een winnaar en een verliezer. Een onschuldige en een schuldige, een slachtoffer en een dader.

Ik wil het hier echter niet verder over het melodramatische perspectief hebben, daar heb ik al vaker over geschreven.

Wat mij meer boeit is een thema dat nergens aan bod is gekomen, maar Baumbach in twee scenes nadrukkelijk aan de orde stelt: dat bemind worden door een ander mens het hoogste goed is en dat Charlie en Nicole dit zonder goede reden uit hun handen laten glippen.

Werk versus liefde
Wat mij opvalt is Charlie en Nicole allebei, als puntje bij paaltje komt, hun werk voor hun huwelijk laten gaan. Charlie is helemaal bezeten door zijn theaterregie in New York en weigert zelfs maar te overwegen zijn vrouw naar Los Angeles te volgen, zodat zij daar haar filmcarrière weer kan oppakken. Terwijl er waarschijnlijk aan de westkust genoeg werk voor hem zou zijn. (Als hij uiteindelijk toch verhuist om bij hun zoontje te zijn, vindt hij moeiteloos werk op een universiteit.)
En Nicole laat haar man en leven in New York in de steek om een tv-rol te accepteren, terwijl ze ook als theateractrice in New York al succesvol en belangrijk werk heeft.

Wat beiden opofferen aan hun eenzijdige aandacht voor het eigen werk is een gelukkig huwelijk en een jaloersmakend gezinsleven, dat in de geweldige (dubbele) openingsscène wordt getoond.

en

Wie zou niet op een dergelijke manier beschreven willen worden door een (ex-)geliefde, op een dergelijke manier bemind? Iedereen wil dat.

Uit alles blijkt dat mensen niets meer nodig hebben en niets liever willen dan dat ze bemind worden door een specifieke, speciale persoon die hen ook speciaal vindt. Langdurige, stabiele liefde tussen twee volwassenen is heel lang geleden ontstaan, waarschijnlijk uit de nog oudere systemen van ouder-kind en kind-ouder liefde (die niet hetzelfde zijn, dus). Het vermogen om een liefdevolle band aan te gaan met degene die voor je zorgt en met degene door wie je verzorgd wordt werd gecombineerd met het instinct om jezelf voort te planten – en ontwikkelde zich tot wat wij romantische liefde noemen.

Natuurlijk, er zijn meer vormen van liefde, als je Charlie of Nicole bent. Je hebt de liefde van en voor je zoontje, Henry. De steun van je familie. De vriendschap en erkenning van je collega’s. De passie voor je werk. Dat is allemaal heel fijn en ook belangrijk. Maar voor de meeste mensen draait het leven allereerst om die ene persoon die mij bemint, en wier/wiens liefde ik beantwoord.

En uit twee scenes van Marriage Story blijkt dat Baumbach het daarmee eens is.

Company
Er zitten, naast de mooie muziek van Randy Newman, twee musical-liedjes in de film, van Amerika’s grootste liedschrijver Stephen Sondheim. De liedjes komen uit de show Company (1970), waarin de lotgevallen van vrijgezel Bobby worden afgezet tegen de huwelijken van vijf met hem bevriende echtparen.
In een charmante scene zingt Nicole met haar moeder en zus bij een familiefeest het lied You Could Drive a Person Crazy, dat in de originele musical wordt vertolkt door drie van Bobby’s gefrustreerde vriendinnen. Hier verwijst het duidelijk naar Charlie, die zijn geliefden gek maakt en derhalve “a troubled person, a truly crazy person himself” is.

De kritiek op Bobby/Charlie is waarschijnlijk terecht, maar nergens in de musical of in de film leidt dit tot de conclusie dat romantische liefde niet de moeite waard is en dat je het beter kunt inruilen voor een van de andere liefdes.
Integendeel.
Om de importantie van romantische liefde te onderstrepen, voegt Baumbach nog een Company-nummer in, het onversneden romantisch-behoeftige Being Alive, gezongen door Charlie in een New Yorkse bar:

Het is de moeite waard de tekst uitgebreid te citeren:

Somebody, hold me too close,
Somebody, hurt me too deep,
Somebody, sit in my chair
And ruin my sleep
And make me aware
Of being alive,
Being alive.

Somebody, need me too much,
Somebody, know me too well,
Somebody, pull me up short
And put me through hell
And give me support
For being alive,
Make me alive.

Make me confused,
Mock me with praise,
Let me be used,
Vary my days.
But alone is alone, not alive.

Somebody, crowd me with love,
Somebody, force me to care,
Somebody, make me come through,
I’ll always be there,
As frightened as you,
To help us survive
Being alive,
Being alive,
Being alive!

Iemand lief hebben is vreselijk, zingt Bobby/Charlie. Verwarrend, verstikkend, schrijnend, beangstigend – maar nog veel vreselijker is het om niet lief te hebben, om alleen te zijn, want “alone is alone, not alive.”

Liefde maakt ons levend, dat is een motto wat Charlie uitschreeuwt en Nicole vast wel zal onderschrijven – maar ze handelen er niet naar en er worden, binnen en buiten de film, ook geen vraagtekens gezet bij hun beslissingen. Hoogstens worden de belangen van hun zoontje Henry aangestipt – maar verder lijkt het vanzelfsprekend dat Nicole en Charlie in hun zucht naar vervullend werk hun huwelijk en hun liefde hebben opgeofferd.

Terwijl. Terwijl ze weten, terwijl ze met hart en ziel geloven dat het leven erom draait, door iemand ‘gek’ gemaakt te worden.
Jammer.
Prachtig.

Alone is alone. Not alive.